Commentaar: Liefdesgebod doet afzien van religieus geweld
Religie en geweld horen onlosmakelijk bij elkaar. Tot die conclusie kun je zomaar komen wanneer op een gemiddelde dag het nieuws via de media wordt geconsumeerd. Al-Qaida, Islamitische Staat, Boko Haram, al-Shabaab: ze hebben allemaal gemeen dat ze het geloof in een goddelijk wezen combineren met gruwelijke geweldsdelicten.
We kennen de verhalen. Neem Shama Bibi en haar man Shahzad Masih uit Pakistan. Op een slechte dag in 2014 gaat het gerucht dat het christelijke echtpaar –twintigers nog maar– de Koran heeft ontheiligd. In een mum van tijd is een groep woedende moslims op de been. Uiteindelijk worden de jonge man en zijn vrouw verbrand in een steenoven. Of denk aan de eveneens Pakistaanse christin Asia Bibi. Sinds 2010 zit ze in de gevangenis op beschuldiging van godslastering. De moeder van vijf kinderen is door haar verblijf in de cel zo verzwakt dat ze nauwelijks kan lopen. In beide gevallen is er sprake van vervolging in naam van Allah.
Gaan we terug in het verleden, dan zijn er aan christelijke zijde ook de nodige inktzwarte bladzijden aan te wijzen. In de eerste plaats waren er de kruistochten. In naam van God werd ertoe opgeroepen het Heilige Land te bevrijden van Joden en moslims. Velen vielen door het christelijke zwaard. De heksenprocessen die de kerk in de middeleeuwen in gang zette, kostten tienduizenden vrouwen het leven.
Het zijn onder andere deze gebeurtenissen die vaak worden aangehaald, in bijvoorbeeld discussieprogramma’s, om daarmee aan te tonen dat het christendom net zo gewelddadig is als de islam. De bekende schrijver Maarten ’t Hart maakt het in zijn in 2011 verschenen boek ”Dienstreizen van een thuisblijver” helemaal bont. Daarin noemt hij de kerk „de grootste en oudste misdadigersorganisatie op aarde.” Zeer ten onrechte, vindt de Duitse hoogleraar prof. dr. Arnold Angenendt. Vijf jaar lang deed hij onderzoek naar het vermeend gewelddadige karakter van het christendom. In een interview met deze krant, eerder deze week, licht hij zijn conclusie toe dat het geweld dat het christendom bedreef, gering is in vergelijking met andere religies. Hij roept christenen ertoe op niet te veel in de schulp te kruipen als het christendom gewelddadigheid wordt verweten. „Kennis van de geschiedenis leert ons dat het christendom in vergelijking met de islam weinig geweld gekend heeft”, poneert de rooms-katholieke kerkhistoricus.
Toch is prof. Angenendt tijdens zijn onderzoek ook geschrokken van het geweld dat de kerk heeft uitgeoefend na het jaar 1000. Vanaf die tijd zette de kerk steeds vaker aan tot vervolgingen. Ze braken los tegen katharen, waldenzen en aanhangers van de Reformatie. Een schril contrast met de eerste tien eeuwen van het christendom. In die periode gold als leidraad van de kerk wat de Heere Jezus had voorgehouden en voorgeleefd: „Hebt lief uw vijanden, doet wel degenen die u haten; zegent degenen die u vervloeken en bidt voor degenen die u geweld doen.”
Waar deze regels van het Evangelie naar de achtergrond verdwijnen, lopen ook christenen het risico tot geweld de toevlucht te nemen.