Opinie

Snelle conclusies geen remedie tegen kerkverlating

Tact en wijsheid van ambtsdragers en opvoeders zijn nodig om eerlijk met vragen van jongeren om te gaan, stelt dr. J. P. van den Brink.

dr. J. P. van den Brink
19 June 2015 15:29Gewijzigd op 15 November 2020 19:49
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

De recente studie van Sjaak Jacobse over het onderwerp kerkverlating heeft de nodige pennen in beweging gebracht. De cijfers van Jacobse (RD 5-6) en het voorbeeld dat De Jong (RD 10-6) geeft, liegen er niet om. Kerkverlating is een bedroevende realiteit. De Jong roept kerkenraden op om de vragen van jongeren serieus te nemen. Een aantal studenten reageert daarop (RD 16-6). Zij stellen dat de kerk niet schuldig is aan kerkverlating. In beide artikelen worden te gemakkelijke conclusies getrokken. Dat helpt niet in de discussie, we gaan dan immers over en weer versimpelingen bestrijden.

De Jong vestigt er de aandacht op dat jongeren eerlijke vragen stellen en daarom ook eerlijke antwoorden mogen verwachten. Hij schetst de theologische verwarring die bij de jongeren ontstaat na het lezen van vroegchristelijke auteurs en reformatoren. Tact en wijsheid van opvoeders en ambtsdragers zijn nodig om met deze vragen eerlijk om te gaan.

De Jong is wat mij betreft onzorgvuldig door hierbij in algemene zin bepaalde misstanden aan de kaak te stellen. De kerk van vandaag mag kritisch benaderd worden, maar een ongenuanceerde conclusie dat „de God van de Bijbel een andere (b)lijkt te zijn dan de God van de ouderlijke kerk” gaat mij te ver. Hij legt daarmee impliciet de ‘schuld’ van de kerkverlating bij de kerk. De kerkverlater zelf is echter in de eerste plaats verantwoordelijk voor de keuzes die hij of zij maakt.

Tegelijk ben ik ook beducht voor de benadering van de studenten die reageren op De Jong. De Heere Jezus heeft gezegd dat het onvermijdelijk is dat er ergernissen –dat wil zeggen: struikelblokken om te komen tot Christus– zullen komen. Wee degene door wie die ergernissen zullen komen. Het is een ernstige realiteit dat velen de Heere Jezus hebben verlaten. Diezelfde Heere vermaant echter Zijn discipelen als zij kinderen verhinderen om tot Hem te komen.

Als mensen de kerk verlaten vanwege het gaan van eigengekozen wegen is een heilige verontwaardiging gepast. Maar vóór alles hoop ik dat opvoeders en ambtsdragers iets kennen van de droefheid van Christus over het heengaan van de rijke jongeling. Overigens is kerkverlating als verandering van kerkgenootschap niet hetzelfde als Christusverlating.

Remedies

Graag doe ik ten slotte een (onvolledige) poging om –in aanvulling op het artikel van de zes studenten– het aantal remedies tegen kerkverlating wat uit te breiden:

  1. De bediening van het Woord. Laten predikanten de tijd nemen en de tijd krijgen om Gods Woord te bestuderen en er tekens weer nieuwe schatten uit te delven. Dat werk wil de Heilige Geest zegenen.

  2. Het gebed van gelovigen vermag veel. Laten we ervoor waken om wel over (!) jongeren te bidden, maar niet voor en met hen te bidden.

  1. Wees een voorbeeld. Woorden wekken, voorbeelden trekken.

  2. Spreek goed van de Heere en Zijn dienst. Wees mild en voorzichtig in je kritiek op de kerk. Kritiek is geen taboe, maar het komt mij voor dat we in de gereformeerde gezindte nogal eens de neiging hebben om onvolkomenheden uit te vergroten. Wij zullen in deze bedeling het niveau van het paradijs niet halen.

  3. Jongeren, zoek niet in de eerste plaats medestanders voor je kritiek onder medejongeren. Met elkaar kunnen we al heel snel tot de conclusie komen dat de bron van alle ergernissen buiten onszelf ligt. Zoek correctie van wijze, eerlijke kinderen van God (Spreuken 7:6).

  4. Ouderen, ga kritische vragen van jongeren niet uit de weg. Redeneer ze niet plat en ga al helemaal geen verwijten maken als zouden bepaalde vragen niet gesteld mogen worden. Zoek antwoorden in Gods Woord.

  5. Laten wij vasthouden aan een van de grondregels van onze gereformeerde geloofsleer: ongeloof is schuld van een mens die de zonde en de satan is toegevallen en geloof is een onverdiende genadegave van de goede God Die van eeuwigheid goede gedachten heeft gehad over slechte mensen. Zouden we die God niet willen (blijven) dienen?

De auteur studeerde natuurkunde en is ouderling van de gereformeerde gemeente te Eindhoven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer