Dat adviseerde de Gezondheidsraad dinsdag aan minister Hoogervorst van Volksgezondheid.

Als een wereldwijde epidemie van vogelgriep Nederland zou bereiken, is het van belang een grootscheepse uitbraak te voorkomen. Anders bestaat het risico dat huisartsen en ziekenhuizen de grote toestroom grieppatiënten niet aankunnen. Dan zou de ziekte het maatschappelijk leven kunnen ontwrichten, waarschuwt de Gezondheidsraad.

Omdat de Nederlandse voorraad virusremmers beperkt is, moeten mensen met ernstige afwijkingen aan luchtwegen of het hart als eerste virusremmers krijgen. Dit geldt ook voor iedereen die bij de behandeling van de ziekte en de bestrijding van de epidemie is betrokken. Grieppatiënten die niet tot deze groepen behoren, krijgen de virusremmers pas als ze met complicaties in het ziekenhuis belanden.

In Nederland was een voorraad van virusremmer Tamiflu waarmee 26.000 mensen kunnen worden geholpen. Daar zijn inmiddels nog eens 30.000 doses bijgekomen. Bovendien beschikt Nederland sinds kort ook over de grondstof om voor nog eens 170.000 mensen Tamiflu te kunnen maken. De Gezondheidsraad is te spreken over de keuze voor dit middel (oseltamivir).

De raad adviseert het te bewaren voor behandeling en het niet te gebruiken om besmetting te voorkomen. Bij een tekort aan Tamiflu zou de overheid het alternatief zanamivir (merknaam Relenza) kunnen inkopen voor patiënten die kunnen inhaleren.

Als de eerste uitbraken van de vogelgriep afzonderlijke gevallen betreffen, moeten volgens de Gezondheidsraad niet alleen de patiënten worden behandeld, maar ook mensen in zijn directe omgeving. Het Outbreak Management Team zou hierover moeten beslissen.