Recordopbrengst voor Kerk in Nood
De internationale rooms-katholieke hulporganisatie Kerk in Nood heeft vorig jaar 105 miljoen euro aan donaties ontvangen, een record. Dat is 17 miljoen euro meer dan het jaar daarvoor.
Dat maakte Kerk in Nood vrijdag bekend. De opbrengsten zijn afkomstig van kantoren in negentien landen. In Nederland was de opbrengst vorig jaar 3,8 miljoen euro.
Kerk in Nood steunde in 2014 ruim 5600 pastorale (geloofsgebonden) projecten in 145 landen. Met name de nood in het Midden-Oosten stond in het middelpunt van de aandacht. Honderdduizenden christenen moesten uit of binnen Syrië en Irak vluchten. Bijna 7 miljoen euro werd besteed aan de opvang en hulp van vluchtelingen in deze twee landen. Er werd 2 miljoen euro vrijgemaakt voor de bouw van acht scholen voor vluchtelingenkinderen in de Iraakse steden Erbil en Dohuk.
Ook de hulp aan Azië steeg. De voornaamste reden was de hulp bij de wederopbouw van kerken op de Filipijnen na de tyfoon Haiyan. In andere landen in Azië is er vaak sprake van moeilijke relaties tussen religieuze groepen en worden Christenen soms regelrecht vervolgd.
Het grootste gedeelte van het hulpverleningsbudget ging naar Afrika (ruim 2600 projecten), waar de kerk snel groeit ondanks de enorme armoede en het gebrek aan goede infrastructuur. In Oost-Europa behoort Oekraïne tot de prioriteitslanden. In dit land krijgt elke priesterstudent financiële hulp van Kerk in Nood. In Latijns-Amerika, het grootste rooms-katholieke continent, investeert Kerk in Nood met name in catechese-projecten.
In Nederland was de totale opbrengst in 2014 lager dan het voorafgaande jaar. Het verschil betreft een grote éénmalige donatie in 2013. Per saldo was er een stijging in de reguliere donaties.