Behouden
Jesaja 45:22
„Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer.”
Hoe gepast zijn deze uitdrukkingen ten aanzien van hen die geroepen worden, namelijk de einden der aarde, heidenen die ver van God en Christus waren en misschien bij zichzelf denken: „Zullen wij ons naar Jezus wenden, wij die zo ver van Hem zijn dat wij tot Hem niet kunnen komen?” Hun roept de medelijdende Verlosser als het ware toe: „Is het zo hopeloos met u gesteld? Wel, sla dan maar, al is het van verre, uw oog op Mij!” O, blijde boodschap, allerdierbaarste roepstem!
Deze zal ons evenwel nog heuglijker voorkomen wanneer wij het doel overwegen waartoe men zich naar Christus wenden en op Hem zien moest. Het is: „en wordt behouden.”
Het koppelwoord ”en” wordt in onze vertaling niet gelezen, hoewel het wel in de grondtekst staat. Waarin bestaat dit „behouden worden” en hoe wordt dit aan het voorgaande verbonden? Het woord ”behouden” heeft een zeer ruime betekenis. Het geeft zowel een eeuwige als tijdelijke, zowel een geestelijke als lichamelijke verlossing weer. Wij denken aan een geestelijk en eeuwig behouden, dat bestaat in de bevrijding van het hoogste kwaad en de toebrenging tot het hoogste goed. Een behouden waartoe Jezus in de wereld kwam, want Hij kwam om zondaren zalig te maken (1 Timotheüs 1:15). Daarom draagt Hij ook de Naam Heiland, Verlosser en Zaligmaker. Hiertoe zond de Vader Hem in de wereld (Johannes 3:17).
Theodorus Avinck,
ouderling en oefenaar te De Bilt
(”Tien praktikale verhandelingen”,