Dat staat in het jaarverslag dat de stichting gisteren openbaar heeft gemaakt. De stijging komt vooral door de werving rond de hulpverleningsactie voor slachtoffers van de watersnoodramp op de Balkan. De kosten daalden met 15 procent ten opzicht van 2013.

Uitgesplitst naar regio’s besteedde de stichting het meest in Roemenië (275.000) , Oekraïne (153.000) en Balkan (148.000), gevolgd door Hongarije (69.000), Slowakije (40.000) en Polen (33.000).

In de afgelopen jaren heeft de stichting kritisch gekeken naar de werkgebieden. Dat leidde tot de conclusie dat een verschuiving van de geografische grenzen van het werkgebied serieus overwegen moet worden. Een eerste verkenning heeft onder meer Moldavië als mogelijk nieuw werkgebied aangeduid.

Binnen de werkgebieden is Oekraïne een grote zorg, aldus het jaarverslag. In het dagelijkse leven stapelen de zorgen zich voor de Oekraïners op. De geldontwaarding voltrekt zich in een hoog tempo: begin april 2014 bedroeg de gemiddelde prijsstijging ruim 30 procent.

De stichting organiseert predikantenconferenties voor toerusting. Zo reisden Nederlandse predikanten eind mei vorig jaar voor de vierde keer naar Hongarije (Matraházaconferentie). Poolse predikanten zullen in het najaar van 2015 naar Nederland komen.