De meeste aardbeien komen uit kassen en plastic tunnels. Bijna 60 procent van de aardbeien wordt geëxporteerd. Dit blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Zo’n 23 miljoen kilo Nederlandse aardbeien eten we zelf, voor een deel vers, voor een deel verwerkt in gebak, toetjes en conserven. De overige 30 miljoen kilo wordt uitgevoerd, vooral naar landen binnen Europa. Veertig procent ging in 2014 naar België, 15 procent naar Noorwegen, 15 procent naar Duitsland en 10 procent naar het Verenigd Koninkrijk.

Naar de exportwaarde gemeten is de aardbei inmiddels een van de belangrijkste tuinbouwgroenten van Nederland, na de tomaat, de paprika en de komkommer.

De meeste aardbeien komen uit Noord-Brabant. Vorig jaar lag daar 79 procent van de totale teeltoppervlakte in ons land. De aardbeienteelt is vooral te vinden in het zuidwesten en oosten van Noord-Brabant, met Zundert als het aardbeiencentrum. In Limburg was 12 procent van de teeltoppervlakte te vinden.

In 2014 is volgens het statistiekbureau 29 miljoen kilo aardbeien onder glas en in tunnels geplukt, ruim een verdubbeling vergeleken met 1998. De productieomstandigheden in de kas zijn veel beter dan op de volle grond. Dankzij de kassen zijn er het hele jaar aardbeien te krijgen. In de winter komen ze uit verwarmde kassen, in het voor- en najaar uit plastic tunnels, en in de zomermaanden van de koude grond.