Promovendus Cees van Halem: Sterke koerscorrectie in kerken rond Israël
TILBURG. Binnen de brede middenstroming van het Nederlandse protestantisme heeft zich sinds de jaren zeventig, tachtig, een „sterke theologische koerscorrectie” voorgedaan ten aanzien van Israël, constateert prof. dr. Cees van Halem. „Maar hoe je het ook wendt of keert, de kerk kan niet om Israël heen.”
Van Halem promoveert maandagmiddag aan Tilburg University op een onderzoek naar de plaats van Israël als „religieuze entiteit” in het Nederlandse protestantisme na de Tweede Wereldoorlog. Zijn (tweede) dissertatie draagt de titel ”Israël: Wortel en Doorn” (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer).
De promovendus hanteerde drie peildata: 1950, 1980 en 2013. Voor de eerste twee baseerde hij zich op bestaande literatuur; om erachter te komen hoe protestantse pastores vandaag de dag denken over thema’s rond kerk en Israël, hield hij een enquête. Hieraan deden 551 voorgangers mee: 216 binnen de Protestantse Kerk in Nederland (120 hervormde, 63 gereformeerde en 33 ‘overige’ predikanten), 29 binnen de Hersteld Hervormde Kerk, 76 binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, 25 binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken, 47 binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, 19 binnen de Gereformeerde Gemeenten, 75 binnen de evangelisch-orthodoxe stroming en 38 binnen de evangelisch-charismatische stroming; 24 doopsgezinde of remonstrantse en 2 ‘overige’ predikanten.
Van Halem concludeert dat er, grosso modo, alleen binnen de „bevindelijke” en de „evangelische stroming” sprake is van een „onverminderde liefde voor Israël.”