Geroepen
Psalm 2:8b
„Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel, en de einden der aarde tot Uw bezitting.”
U wordt genodigd die het voorrecht mist godvruchtige ouders te hebben en evenals de heidenen zonder godsdienst bent opgevoed en nooit door uw ouders voor God gebracht bent. Uw ouders waren, evenals de heidenen, vreemdelingen van Gods verbond. Waarlijk, u wordt geroepen! Misschien is er één die weleens gedacht heeft: „Had ik vrome ouders, ik zou nog hoop hebben.” Waarlijk, daar is hoop voor u. U wordt toch geroepen!
Ook u die wel godvruchtige ouders gehad hebt maar die uw opvoeding verzondigd hebt. U die, gelijk aan de heidenen, ontaard van de godvruchtige lessen van hun vader Noach, ver bent afgeweken, en al die voorbiddingen, vermaningen en waarschuwingen misbruikt en verijdeld hebt. Christus nodigt u hier op de vriendelijkste wijze.
U die evenals de heidenen in de uiterste onkunde en onwetendheid leeft. Dit woord: „Wendt u naar Mij”, raakt u ook. Evenals u die, zoals de heidenen, in allerlei goddeloosheid en werken der duisternis tot hiertoe gewandeld hebt. U, vijanden van God, van Christus, van het Evangelie en van Gods volk, die, evenals de heidenen tegen Israël, gekant en verbitterd bent tegen de godvruchtigen. U wordt ook geroepen.
Theodorus Avinck, ouderling en oefenaar te De Bilt (”Tien praktikale verhandelingen”, 1784)