Abraham de Kruijf werkt aan vrede voor de wereld
Topeconoom Alan Greenspan, oud-president Michail Gorbatsjov, EU-coryfee Jose Manuel Barroso: het is maar een greep uit de grote namen die onvermijdelijk voorbijkomen in een gesprek met Abraham de Kruijf. Hij heeft hen allemaal persoonlijk gesproken in zijn niet-aflatende zoektocht naar wereldvrede.
Aan het eind van het gesprek print hij nog snel een paar A4’tjes. Het is een handleiding voor hoe er vrede zou kunnen komen tussen Israël en de Palestijnen. Aan de basis ervan ligt nederigheid, en de wederzijdse erkenning dat het land geen eigendom is van Jood of Palestijn, maar van God. Israël heeft het land wel gekregen, maar ook de „vreemdelingen” mogen er hun plek hebben, stelt De Kruijf met een beroep op Ezechiël 47.
Een paar dagen later stuurt De Kruijf (68) er nog een mail achteraan. Een heel uitgebreide mail, waarin hij er nog even aan refereert dat premier Rutte van zijn plannen op de hoogte is: De Kruijf sprak hem erover tijdens een Nederlandse handelsmissie in Israël en de Palestijnse gebieden. Dat was in 2013. Maar eerder al ontmoette hij hem bij Unilever, waar Rutte destijds werkte. De Kruijf was gevraagd er een workshop geven.
Het tekent de actieve Zoetermeerder. Als hij over een van zijn projecten vertelt, duurt het nooit veel langer dan een minuut of hij noemt de namen van een aantal hooggeplaatsten die hij over zijn plannen heeft gesproken. Niet uit hoogmoed, dat zeker niet. Maar waarom dan wel?
„Mensen verwijten mij weleens dat ik aan ”name dropping” doe”, erkent De Kruijf. „Dan zeg ik: Die en die vond het ook zo mooi! Het is bijna kinderlijk, ik weet het. Maar ik doe het omdat ik steun probeer te vinden.”
Hij staat op uit de stoel in zijn kleine Zoetermeerse appartement, haalt een boek van een stapel. Het is van de Amerikaanse managementgoeroe Stephen Covey, bekend van een bestseller over effectief leiderschap. „Dit boek laat ik aan bijna niemand zien. Maar het helpt om duidelijk te maken wat ik bedoel.”
Hij slaat het boek open. Op het titelblad staan warme woorden die de in 2012 overleden Covey zelf heeft geschreven, gewijd aan het werk van De Kruijf. „Soms denk ik: Ben ik nu in de war? Ben ik nu gek? Maar dan zie ik deze opdracht weer, en dan denk ik: Tsja, het staat er dan toch maar. Covey had toch echt wel veel mensenkennis.”
Hij lacht, met ogen die ernstig blijven – en soms vochtig worden, als iets hem raakt. „Het is een soort liefde van me, dat onophoudelijk werken aan vrede. En ja, soms hoop ik ook dat ik iets van erkenning krijg. Ik ben maar een mens.”
Hoe is die liefde ontstaan?
„Heel abrupt, twee dagen voor mijn 35e verjaardag. Dat was in 1982. Toen heb ik iets meegemaakt wat ik als een vernieuwing van mijn denken heb ervaren. Het was ’s morgens om 7.00 uur, ik lag nog in bed. En plotseling was daar een vrede die alle verstand te boven gaat. Zo staat het in de Bijbel, en zo heb ik het letterlijk ervaren. Daarbij kwam steeds opnieuw een lied terug in mijn gedachten: Neem mij, breek mij, vul mij, zend mij – in het Engels klinkt het mooier. Hoe dan ook, vanaf dat moment ben ik anders gaan denken. Verbinding met anderen, het nastreven van vrede; het werd steeds belangrijker.”
Het was een Saulus-ervaring?
„Ja, zoiets. Ik ben in een hervormd gezin grootgebracht, maar toen ik opgroeide deed ik weinig met het geloof. Ik ging economie studeren en bereidde me voor op een carrière in de maatschappij. In 1970 kwam ik bij it-bedrijf IBM terecht. Maar in die periode overleed mijn moeder, op een heel trieste manier. Ze was depressief en kon het leven niet meer aan, met haar dood als gevolg. Achteraf denk ik wel: Is er toen misschien al iets met mij gebeurd?”
Wat dan? Rekende u het zichzelf aan?
„Ik heb een goed ontwikkeld schuldgevoel, zoals je dat zegt, en heb hier inderdaad mee gezeten. Ik heb weleens gedacht dat ik door die gebeurtenis de wereld ben gaan verbeteren. Maar het kan ook heel goed dat het er altijd al in heeft gezeten en dat haar overlijden een prikkel voor me is geweest.”
De Kruijf trok de consequenties uit zijn nieuwe overtuiging. Hij was voor zichzelf begonnen als bedrijfs- en ict-adviseur, maar stopte er in 1989 mee omdat hij het niet kon verantwoorden dat door zijn advieswerk mensen overbodig werden. „In die tijd kon ik hoge tarieven declareren. Een BMW kon ik contant afrekenen. Dat veranderde allemaal. Ik probeerde een praktijk voor counseling op te zetten, maar dat mislukte. Mijn auto, mijn huis: alles moest ik verkopen.”
Het is in die tijd dat de eerste ingezonden brieven beginnen te verschijnen van Abraham de Kruijf, met name in dagblad Trouw. Hij kijkt verrast op als die ter sprake komen. „Ik ben een kind van mijn moeder”, verontschuldigt hij zich. „Zij schreef al brieven om predikanten advies te geven, als ze vond dat iets anders of beter kon. Dat zit ook in mij.”
Het is ook de tijd dat zijn eerste boek uitkomt, over de waarde van verbinding in de maatschappij. Dat verscheen in 1994, met onder anderen bijdragen van de vroegere Russische president Gorbatsjov en de latere minister Voorhoeve.
Hoe doet u dat nou, zo’n man als Gorbatsjov voor een boek strikken?
„Door naar de Gorbatsjov Foundation te bellen, die een kantoor had in Nederland. Hij wilde wel meewerken, hoorde ik. Pas later, na verschijning van het boek, heb ik hem persoonlijk gesproken.”
Dat boek dat u maakte gaat over spiritualiteit, een andere economie, denken vanuit de basis… Met permissie, maar dat klinkt vaag, haast new age-achtig.
„Er is wel wat overlap met new age, maar toch zat ik zelf niet in die stroming. Het is bovendien steeds verder van me vandaan komen te staan. Je kunt het afdoen als zweverig, maar ook als een visie waar je aan werkt. Idealistisch, noem ik het zelf liever.”
Het doet denken aan de illusie van maakbaarheid.
„Mensen hebben vaak tegen me gezegd: Je kunt geen vrede brengen, dat kan alleen Jezus. Daar heb ik het een periode erg moeilijk mee gehad. Ben ik wel een goede christen? Maar Jezus zegt ook: Zalig zijn de vredestichters. Ik hoef niet rationeel te bedenken hoe dat tot achter de komma moet, die vrede. Maar dat weet God wel. Het is genoeg als ik me ervoor inzet.”
U wilt Joden, christenen en moslims met elkaar verbinden. Daar heeft u wel de ideale naam voor: Abraham.
„Ja, die naam komt van de familie van mijn vader. Aan moeders kant vonden ze het wel een heel grote naam met een heel grote geschiedenis voor een baby. Als kind schaamde ik me altijd voor mijn naam. Mijn roepnaam werd Dick, omdat ik als baby dik was.
Pas later, tijdens een reis in de Verenigde Staten, ontmoette ik mensen die veel waarde hechtten aan het gebruik van een naam met een spirituele lading. Toen dacht ik: Wacht eens, ik héb al zo’n naam. Pas vanaf dat moment ben ik mijn naam gaan gebruiken.”
In 2009 vertrok u voor het eerst naar het Midden-Oosten, gewoon op persoonlijke titel. Hoe pakte u dat aan?
„Ik had in 2004 al een vredesvoorstel gemaakt. Dit plan ben ik gaan brengen. Ik koop een ticket, ga er gewoon naartoe. Je kunt wel vanuit Zoetermeer bellen en zeggen: „I am Abraham de Kruijf, kan ik een afspraak maken”, maar dat werkt niet. Je moet gewoon gáán. Ieder bezoek leverde kleine stappen op. Vorig jaar ben ik nog bij Saeb Erekat geweest, de onderhandelaar over vrede namens de Palestijnen. En ik heb mijn plan aan de Israëlische opperrabbijn Yona Metzger voorgelegd.”
Hoe reageerden zij?
„Uiteindelijk heeft iemand van de PLO het zelfs ondertekend. En ook aan Israëlische kant is er waardering voor.”
Of het is beleefdheid van hun kant. Loopt u het gevaar zichzelf te overschatten?
„Waar ik tegen aanloop, is dat mensen mij als een los figuur zien. Ik heb een groot netwerk, maar als het heel concreet wordt, blijft iedereen op iedereen wachten. Ik heb geprobeerd Christenen voor Israël en de Protestantse Kerk in Nederland bij elkaar te brengen op dit punt, maar dat lukte niet.”
Wat moet er nu concreet gebeuren om de wereldvrede tot stand te brengen?
„Je moet je best doen om alle mensen bij de samenleving te betrekken. Je kunt het niet iedereen naar de zin maken, maar je kunt wel de pijn verdelen. Dat geldt voor het Midden-Oosten, maar net zo goed voor Nederland. Kijk naar de bezuinigingen in de ouderenzorg: het is dramatisch wat daar gebeurt. Mijn vrouw werkt in de thuiszorg en zij komt bij ouderen die thuis zitten te huilen. Ik vind dat onbegrijpelijk. Als dit in het bedrijfsleven zou gebeuren, waren er allang maatregelen genomen.”
Wat is er terechtgekomen van uw idealen?
„Het is een project van lange adem. Het enige wat écht helpt, is dat God harten verandert, daar ben ik diep van overtuigd. Maar in mijn visie is Hij daar al mee bezig. De huidige confrontatie tussen Rusland en het Westen zou in vroeger tijden veel harder zijn geweest. Ik zie zelfs een vorm van toenadering tussen Israël en de Palestijnen.”
Is dat geen wensdenken? De wereld is er geen betere plek op geworden.
„Islamitische Staat past niet in dat plaatje, inderdaad. Maar die ontwikkeling kan weer doodbloeden of uitzieken. Ik vertrouw erop dat God de tijd kan inkorten. Ik blijf hopen en geloven dat de mensheid aan het veranderen is, dat we tot inzicht komen dat we het met elkaar moeten doen.”
U was lid van zeker drie partijen en probeerde meermalen in het Europees Parlement te komen – de laatste keer met de Partij Aandacht en Eenvoud. Nooit meer iets van gehoord.
„Dat is de realiteit. Ik ben gewoon vroeg met dingen. Aandacht en eenvoud, het was een mooi idee. Ik was zelf lijsttrekker. Op nummer twee stond iemand die niet gelooft, op drie een Joodse vrouw en op vier een islamitische man. Maar het is niet gelukt.”
Raakt u niet zwaar ontmoedigd van al die teleurstellingen?
„Soms. Er gaat bovendien ook veel geld in zitten.” Hij wijst om zich heen, naar zijn bescheiden tweekamerappartement. „Ik heb AOW en een klein pensioen. Mijn vrouw werkt in deeltijd. Dat is geen vetpot.”
Staat uw vrouw achter al uw plannen?
„We bidden er steeds samen voor. Maar vorig jaar, na de geschiedenis met de Partij Aandacht en Eenvoud, vond ze het wel even genoeg. Dat vind ik trouwens zelf ook. Ik ga altijd maar door, maar dat gaat niet meer.”
Had u gewild dat u anders in elkaar had gezeten? Dat u gemakkelijker los kon laten?
„Tsja. Stel, ik had politicologie gestudeerd, dan had ik me misschien meer binnen de gebaande paden begeven. Dan zou er misschien meer geluisterd worden. Maar het gaat zoals het gaat.”
Maakt u het nog mee, vrede in het Midden-Oosten?
Het is even stil. Dan: „Ik ben nu 68, hè? Het is te makkelijk om ja te roepen. Maar toch – het kan wel.”
Levensloop Abraham de Kruijf
Abraham de Kruijf werd in 1947 in Den Haag geboren. Hij groeide op in het Laakkwartier en kerkte met zijn ouders en zusje in een hervormde gemeente in de wijk.
Na een studie economie werkte De Kruijf in goedbetaalde banen als ict-deskundige bij IBM en bedrijfs- en ict-adviseur voor onder meer het ministerie van Landbouw. Na een bekeringservaring richtte hij zich volledig op zijn ontluikende droom: werken aan vrede in de wereld.
De Kruijf is sinds dertien jaar getrouwd met de van origine Colombiaanse Villaldina en heeft geen kinderen. Hij is diaken in een internationale evangelische gemeente.