De groei op jaarbasis in april is ook beduidend lager dan in het eerste kwartaal, toen die gemiddeld op 5,3 procent uitkwam. Luchtvaartmaatschappijen zijn hun vrachtcapaciteit wel blijven opschroeven. In april nam die met 5,5 procent op jaarbasis toe. De gemiddelde beladingsgraad, een belangrijke graadmeter van efficiëntie in de luchtvaartbranche, zakte van 47,8 procent naar 44,7 procent.

De toename van de vrachtvolumes in april kwam geheel voor rekening van Azië en het Midden-Oosten. In Noord-Amerika stagneerde de vraag terwijl in Europa, Latijns-Amerika en Afrika sprake was van een daling. Volgens topman Tony Tyler van IATA wint de groei van de wereldhandel het niet langer van de toename van de binnenlandse productie.

Tyler sprak van een structureel probleem. Hoewel het economische herstel op veel plaatsen aan kracht wint, is het volgens IATA onwaarschijnlijk dat de de handel en de vraag naar vrachtvervoer op korte termijn aantrekken.

Tegenover de stagnatie van de groei van de luchtvracht, nam de vraag naar vliegtickets juist toe. Het passagiersvervoer steeg in april wereldwijd met 5,9 procent in vergelijking met een jaar eerder. Volgens Tyler blijft de vraag naar connectiviteit „sterk”.

De capaciteit bij luchtvaartmaatschappijen nam met 6,1 procent toe. Gemiddeld was 79,4 procent van de stoelen aan boord bezet. Dat was 0,1 procentpunt minder dan in april 2014. In Azië (plus 9 procent) en het Midden-Oosten (Plus 8,2 procent) groeide de vraag naar tickets het sterkst. Europa noteerde een plus van 3,7 procent.