Plannen voor zo’n eenduidig patent voor heel Europa werden in 2013 na jaren van politiek en juridisch gesteggel voltooid. Nu is het aan de tot dusver 25 betrokken landen om het verdrag te bekrachtigen. Onder meer Nederland moet dat nog doen. „Wij verwachten dat dit ergens in de komende maanden gebeurt”, zei Battistelli.

Vanaf 2016 moeten bedrijven dan kunnen profiteren van een aanzienlijke vermindering van de rompslomp die komt kijken bij de juridische bescherming van hun investeringen in nieuwe uitvindingen. Battistelli schat dat de kosten met zo’n 70 procent dalen, wat per patent neerkomt op enkele duizenden euro’s.

Vooral kleine en middelgrote bedrijven zullen daarmee geholpen zijn. Daar vormen de hoge kosten een drempel, omdat zij een door het EOB verleend patent nu nog in elk land afzonderlijk moeten laten goedkeuren. In totaal dienden Nederlandse bedrijven vorig jaar 8100 patentaanvragen in bij het octrooibureau, op een totaal van 274.000.

„Als je samen één markt vormt heb je ook gezamenlijke regels nodig over intellectueel eigendom”, zei Battistelli. Dat dit lang op zich heeft laten wachten, komt onder meer doordat Italië en Spanje zich er lange tijd tegen verzetten dat het Europees patent alleen in het Engels, Duits en Frans zou worden gepubliceerd.

Behalve besparingen voor bedrijven en extra ruimte voor innovatie, levert de stevigere rol voor het EOB Nederland mogelijk ook nieuwe banen op voor met name hoogopgeleiden. „Wij krijgen het drukker, dat kan ook tot meer werkgelegenheid leiden op ons kantoor in Rijswijk”, zei Battistelli. Aantallen wilde hij niet noemen.

Recente berichten over de naar verluidt slechte werkomstandigheden bij het octrooibureau verwees de topman naar het rijk der fabelen. „Wij zijn een aantrekkelijke werkgever”, zei hij. Hij wees erop dat de organisatie een efficiëntieslag aan het doorvoeren is. „Daar komen altijd conflicten bij kijken.”