Het leger lijkt zo ongeveer versleten
De resultaten vallen niet mee. Minister Hennis van Defensie heeft alle marineschepen, pantservoertuigen, jachtvliegtuigen en raketsystemen van de krijgsmacht tegen het licht gehouden. „Het voortzettingsvermogen en de geoefendheid van de krijgsmacht staan onder druk”, concludeert Hennis in de nieuwste inventarisatie Knelpunten Materiële Gereedheid.
Het beeld is ontluisterend. De krijgsmacht lijkt zo ongeveer op z’n laatste benen te lopen door de zware bezuinigingen van de afgelopen jaren. Het varend, vliegend en rijdend de-fensiematerieel is –op enkele uitzonderingen na– niet volledig inzetbaar door gebrekkig onderhoud en het ontbreken van onderdelen.
De krijgsmacht heeft de afgelopen decennia fors ingeteerd, onder andere op voorraden, zo schetst Hennis. Eenheden zijn beperkt inzetbaar, terwijl militairen kampen met een tekort aan munitie en materieel. Ict-problemen verergeren de situatie. Een haperend ERP-systeem houdt niet bij welke onderdelen moeten worden besteld.
Veiligheid
De beperkte inzetbaarheid van het leger is extra pijnlijk tegen de achtergrond van de verslechterende veiligheidssituatie in de wereld. Poetin rammelt aan de poort in het oosten van Europa, moslimextremisten maken de zuidgrens van Europa onveilig, terwijl de Islamitische Staat (IS) op bloedige wijze het Midden- Oosten terroriseert.
Nederland probeert ondanks alles te blijven voldoen aan z’n internationale verantwoordelijkheden. Defensie houdt –met pijn en moeite– een aantal missies op de been. Ons land is bijvoorbeeld actief in Mali om rebellen in de gaten te houden. In de Golf van Aden patrouilleert de marine onder de vlag van de EU-missie Atalanta op piraten. En in de West, het Caraïbisch gebied, speurt de marine dagelijks naar drugssmokkelaars.
Om cruciale eenheden voor deze missies op de been te houden, ziet Defensie zich genoodzaakt de nodige capaciteit weg te ha- len bij andere eenheden. Gaten met gaten vullen, heet dat. Ook al krijgt de krijgsmacht er volgend jaar naar verwachting 250 miljoen euro bij – en vervolgens 375 miljoen euro structureel, toch zijn deze bedragen een doekje voor het bloeden.
De problemen en knelpunten in de krijgsmacht zijn immers groot en divers, zo blijkt uit het overzicht van de minister per wapensysteem.
Fregatten
De Koninklijke Marine sloopt onderdelen uit het ene fregat om het andere fregat in de vaart te houden. Door het ontbreken van voldoende gasturbines voor de aandrijving zijn de luchtverdedigings- en commandofregatten minder vaak operationeel. De gasturbines kampen vaak met storingen, terwijl de onderhoudscapaciteit bij de fabrikant beperkt is. Bovendien ontbreken reserveonderdelen en is de levertijd erg lang. Sommige gevechtssystemen van de M-fregatten zijn zo verouderd dat vervanging noodzakelijk is, ook al omdat de fabrikant het systeem niet meer ondersteunt.
Onderzeeboten
De Nederlandse onderzeeërs worden een dagje ouder. De apparatuur voor het onderscheppen en analyseren van radarsignalen en de navigatieapparatuur zijn verouderd, terwijl de leverancier geen onderdelen meer levert. Tegenvallende betrouwbaarheid en lange levertijden leiden tot lagere beschikbaarheid van systemen.
CV90 en Fennek
De Koninklijke Landmacht kampt met een tekort aan CV90’s, waardoor manschappen onvoldoende kunnen oefenen. Defensie beschikt door geldgebrek over te weinig reserveonderdelen voor dit grootste rupsvoertuig na het afschaffen van de Leopardtanks. Bovendien valt de kwaliteit van onderdelen van de CV90 tegen, terwijl het herstel hiervan meer tijd kost. De landmacht kan ook met de Fennek, een pantservoertuig op wielen, niet genoeg oefenen, omdat de levering van bijvoorbeeld versnellingsbakken te lang duurt.
Bushmaster
Nederland heeft de Bushmaster aangeschaft voor de operatie in Afghanistan. Defensie gebruikt het pantservoertuig nu intensief in Mali. De inzet in het West-Afrikaanse gaat ten koste van de beschikbaarheid van de Bushmasters in Nederland. De mogelijkheden om zelf onderhoud uit te voeren, zijn beperkt. De gereedschapskisten voor de monteurs ontbreken nog altijd en de voorraden reserveonderdelen schieten te kort.
Patriot
De Patriot, het luchtafweersysteem voor de middellange afstand, is buiten dienst. Nederland heeft het raketsysteem vorig jaar in NAVO-verband ingezet in Zuid-Turkije vanwege de dreiging uit Syrië. Door groot onderhoud is de Patriot helemaal uit de lucht. Defensie kan het Agbads-luchtafweergeschut voor de lage en middelhoge afstand inzetten, maar weer niet in NAVO-verband. Het radiosysteem van de Amraam-luchtdoelraketten sluit niet aan op de NAVO-apparatuur.
Pantserhouwitser
De pantserhouwitser, het zwaarste geschut van de landmacht, kampt met een tekort aan rupsbanden, remblokken en remschijven. De PzH2000, die granaten van 155 millimeter tot 40 kilometer ver kan schieten, was hierdoor vorig jaar slecht inzetbaar. De bevoorradingsketen functioneert nog niet voldoende.
F-16
De Koninklijke Luchtmacht maakt intensief gebruik van de F-16 tegen IS in Irak. Het grote aantal vlieguren en de oplopende leeftijd van het jachtvlieg vragen een „bovenmatige onderhoudsinspanning.” Bovendien kampt de luchtmacht met een gebrek aan technisch personeel voor het onderhoud. Defensie moet het daarom noodgedwongen deels uitbesteden aan een Belgisch bedrijf.
KDC-10 en Hercules
Het vliegende tankstation van een luchtmacht, de KDC-10, is op leeftijd. De risico’s op het ontbreken van reserveonderdelen voor het grootste transporttoestel van de luchtmacht nemen toe. Bovendien duurt het onderhoud bij ingehuurde bedrijven langer dan verwacht. Ook bij de C-130 Hercules is het ontbreken van onderdelen een knelpunt.
Apache en Chinook
De Apachegevechtshelikopter kampt met achterstanden in groot onderhoud en onvoldoende voorraden. De aanvulling van reserveonderdelen verloopt traag, doordat niet alle voorraden in het ERP-computersysteem zijn opgenomen. Ook hier loopt de luchtmacht aan tegen een tekort aan technisch onderhoudspersoneel. Ook de Chinook, het werkpaard van de luchtmacht, lijdt onder achterstallig groot onderhoud.
NH-90
De NH-90 vraagt door mankementen blijvende aandacht. De nieuwe, tweemotorige marinehelikopter voor twintig man of twaalf brancards, blijkt bijvoorbeeld erg snel te roesten. Minister Hennis heeft daarom de levering van de laatste zeven van de in totaal twintig toestellen tijdelijk opgeschort. Medio december is de levering hervat. De problemen hebben 100 miljoen euro gekost.