Volgens het rapport blijkt dat vooral de schalieproductie in Noord-Amerika veel beter bestand is tegen de lage olieprijzen dan de OPEC had gedacht. De schalieproductie blijft groeien, ondanks het buiten werking stellen van veel boorplatformen in de sector.

De twaalf leden van de OPEC komen volgende week in Wenen samen om over de productie te vergaderen. Bij de laatste bijeenkomst in november besloot het oliekartel de productie onveranderd te laten, onder druk van Saudi-Arabië. Dat besluit droeg mede bij aan de sterk gedaalde olieprijzen. Op die manier wilde de OPEC de olieproductie in Noord-Amerika remmen, omdat producenten daar hogere prijzen nodig hebben om rendabel te blijven.

Het oliekartel verwacht dat de vraag naar zijn olie daalt van 30 miljoen vaten per dag in 2014 naar 28,2 miljoen vaten per dag in 2017. Momenteel bedraagt de dagelijkse productie van de OPEC circa 31 miljoen vaten. Het oliekartel voorziet in zo’n 40 procent van de totale wereldwijde oliebehoefte.

Binnen de OPEC is onenigheid over het productieniveau. Het belangrijkste lid, Saudi-Arabië, en andere Golfstaten willen de productie onveranderd houden om zo hun marktaandeel te beschermen, terwijl leden als Iran, Venezuela, Libië en Algerije die juist willen verlagen om de prijzen aan te jagen. Analisten denken dat de OPEC bij de komende vergadering besluit om de productie opnieuw onveranderd te houden.