VS en Irak kibbelen over val Ramadi
RAMADI (ANP/RTR). De Amerikaanse minister van Defensie Ashton Carter heeft zich de woede van Irak op de hals gehaald, nadat hij zondag in een tv-interview zei dat de val van Ramadi te wijten is aan het falen van Irakese militairen. „Ze waren absoluut niet in de minderheid, maar in plaats van te vechten, vluchtten ze weg.”
Volgens Carter hadden de Irakese militairen „niet de wil hadden om te vechten” in de strijd om Ramadi. De Irakese stad viel vorige week in handen van Islamitische Staat (IS). De Verenigde Staten probeerden samen met Irakese strijdkrachten de verovering van Ramadi tegen te houden, maar dat mislukte.
Het Iraakse parlementslid Hakim al-Zamili, die ook voorzitter is van de defensiecommissie, vindt de opmerking van Carter „nergens op gebaseerd.” Dat schrijft de Britse krant The Guardian zondag. De door de Amerikaan geschetste situatie komt volgens al-Zamili „niet overeen met de werkelijkheid. Ze proberen de schuld in iemand anders schoenen te schuiven.”
Carter hoopt dat als de Irakezen meer training en materieel krijgen, ze meer doen om de opmars van IS tegen te houden. Al-Zamili beschuldigt juist de Amerikanen ervan dat ze het Irakese leger niet hebben voorzien van „voldoende materieel en goede wapens”. Ook had het Amerikaanse leger, dat luchtaanvallen uitvoerde, meer steun vanuit de lucht moeten bieden.