De Amerikaanse banken Citigroup en JPMorgan Chase en hun Britse branchegenoten Barclays en Royal Bank of Scotland (RBS) bekennen schuld aan het manipuleren van valutakoersen. Het Zwitserse UBS werkte als eerste mee aan dat onderzoek en is niet bestraft, maar kreeg wel een boete opgelegd wegens fraude met rentetarieven.

De schikkingen die de vijf genoemde banken hebben getroffen met justitie, tellen op tot ruim 2,7 miljard dollar. De Federal Reserve legde daarnaast nog eens 2,9 miljard dollar aan boetes op, plus een geldstraf van 205 miljoen dollar aan Bank of America.

De Amerikaanse minister van Justitie Loretta Lynch noemde de opgelegde boetes „passend, en evenredig met de zeer forse schade die is aangericht”. Handelaren van de betrokken banken hebben doelbewust samengespannen om wisselkoersen naar hun hand te zetten, en daarmee de concurrentie buitenspel gezet.

De affaire rond de manipulatie van wisselkoersen volgde kort op een fraudeschandaal rond belangrijke rentetarieven. Ook daarvoor kreeg een aantal internationale banken, waaronder de Nederlandse Rabobank, voor in totaal vele miljarden aan boetes opgelegd.