TPG-topman Bakker ziet brood in China
Buitenlandse bedrijven verdringen elkaar voor de Chinese grens. Wereldwijd blikken multinationals begerig naar de onstuimige groeimarkt. Ook het post- en logistiekbedrijf TPG breidt zijn activiteiten in het land met de lange muur uit.
TPG moet maatregelen nemen. Het postbedrijf ziet zich geconfronteerd met een winstdaling van 40 procent over 2003. Het nettoresultaat is in een jaar tijd gezakt van 599 miljoen naar 359 miljoen euro. Geen enkel bedrijf kan zoiets over zijn kant laten gaan.
Op zich vallen de problemen bij TPG mee. Behalve wat persoonlijke perikelen in de top van het concern, een onverwacht boekhoudkundig probleem bij een dochteronderneming in Engeland en de nodige financiële misère bij de divisie logistiek, hangt de vlag er vrolijk bij. Het concern presenteert al jaren fraaie resultaten. Fraaier dan tal van concurrenten.
Toch moet het anders, het moet beter. Want behalve met de huidige economische recessie kampt het bedrijf de komende jaren met dalende postvolumes. TPG rekent zelf op een vermindering van 20 procent tot 2010. Bovendien blijft het monopolie op de bezorging van brieven tot 100 gram niet altijd bestaan. De liberalisering loert. Kortom, daar moet iets tegenover staan. TPG zet in op twee fronten.
Topman Peter Bakker draagt de drie divisies van TPG op meer samen te werken. Post, logistiek en express moeten meer als één bedrijf opereren en zodoende de komende drie tot vijf jaar 200 tot 300 miljoen euro besparen.
Bovendien richt het post- en logistiekconcern zijn pijlen op China. TPG investeert de komende jaren in totaal 200 miljoen euro in dit deel van de wereld. Over zijn ambities is Bakker duidelijk. „China moet onze tweede markt worden na Europa.”
TPG staat niet alleen met zijn interesse voor China. Overal ter wereld richten bedrijfsdirecties hun pijlen op het stukje Azië. Multinationals hebben het afgelopen jaar dik 50 miljard euro geïnvesteerd in het communistische land. Daarvoor zijn twee redenen aan te wijzen: China levert goedkope arbeidskrachten én het land telt 1,3 miljard inwoners.
Deze enorme mensenmassa biedt een geweldige kans. China is economisch gezien bezig met een inhaalslag. De economie groeide vorig jaar met 9,1 procent, de sterkste stijging sinds 1996. Hierdoor stijgen het welvaartsniveau en de koopkracht van consumenten.
Een beetje bedrijfsdirectie wil graag een graantje meepikken van deze groei. In Nederland kan TPG aansluiten in de rij van een indrukwekkende reeks collega’s: ABN AMRO, Aegon, Akzo Nobel, Heineken, Shell en Philips. Bedrijven blijken de Chinese uitdaging vooral serieus te nemen. Philips stuurde onlangs bijvoorbeeld zijn volledige raad van bestuur op studiereis naar Sjanghai.
China staat niet onwelwillend tegenover buitenlandse investeringen. In de agrarisch georiënteerde samenleving dreigen vele honderdduizenden arbeidskrachten op straat komen te staan door voortschrijdende mechanisering en computerisering. De buitenlandse investeringen leveren de Chinezen daarom de nodige vervangende werkgelegenheid op.
TPG is al enkele jaren actief in China. Het postconcern heeft via een joint venture met Shanghai Automotive 2500 mensen aan het werk die samen jaarlijks een omzet van 250 miljoen euro leveren. De donderdag aangekondigde inzet van 200 miljoen euro en 150 managers moge dan een bescheiden stap lijken, het is wel een logische, vindt topman Bakker. „China heeft een enorme behoefte aan logistieke kennis. Wij zijn het beste logistieke bedrijf ter wereld. Dus wij gaan naar China.”
Het communistische land staat aan de vooravond van grote veranderingen. In 2010 neemt China naar verwachting 30 procent van de wereldproductie voor zijn rekening. Verder is China op dat moment de tweede autoproducent ter wereld.
Deze verwachte expansie gaat gepaard met een enorme groei van post en pakketten. Ook daarin heeft China nog een inhaalslag te maken. Een West-Europeaan krijgt gemiddeld 85 poststukken per jaar. Een Chinees komt op dit moment niet verder dan zeven stuks.
Bakker ziet brood in China. „Wij zijn daar het grootste postbedrijf. Wij willen graag die leidende positie behouden.”