Op zee in Zuidoost-Azië is een vluchtelingencrisis ontstaan doordat duizenden moslimmigranten hun overwegend boeddhistische thuisland Myanmar zijn ontvlucht maar door Indonesië, Thailand en Maleisië worden weggestuurd en sindsdien op zee drijven. De vluchtelingen maken deel uit van de Rohingya die in Myanmar niet wordt erkend als bevolkingsgroep.

Meer dan 3000 vluchtelingen is het inmiddels wel gelukt aan land te komen. Woensdagochtend kwamen nog honderden bootvluchtelingen uit Myanmar en Bangladesh aan land in de provincie Atjeh, in het noorden van het Indonesische eiland Sumatra. Een Indonesisch reddingsteam vond vijfhonderd migranten op zee en bracht een deel van hen met bootjes naar de stad Kuta Binje. Meer dan 350 vluchtelingen werden naar de kust gebracht door vissers.

Het reddingsplan van Maleisië en Indonesië gaat uit van hulp van de internationale gemeenschap. Die moet het terugbrengen van de vluchtelingen naar hun vaderland namelijk uitvoeren. Het idee voor tijdelijke opvang kwam op tafel tijdens overleg woensdag tussen Indonesië, Thailand en Maleisië. Ook de financiering van de opvang moet internationaal worden opgehoest. De Maleisische minister van Binnenlandse Zaken riep hulporganisaties op een steentje bij te dragen.

De Myanmarese Nobelprijswinnares en vrijheidsicoon Aung San Suu Kyi weigert zich ondertussen zich te uiten over de vluchtelingencrisis. Haar partij volgt de harde lijn van de regering ten aanzien van het burgerrechtenvraagstuk voor de Rohingya-minderheid in het land. „Het is een zaak van de regering om zich met dit thema te bemoeien. U kunt het beter aan de regering vragen”, zei de voorvechtster van mensenrechten tegen lokale media.