„Verveling is dagelijkse realiteit op Franse school”
PARIJS/AUBERVILLIERS. Meer uren voor persoonlijke begeleiding, onderwijs in kleinere groepen en voor iedereen een tweede vreemde taal vanaf de tweede klas. De hervorming van het Franse collège beoogt vooral de zwakkere leerlingen te helpen. In Frankrijk wekken de beoogde maatregelen echter veel beroering. Docenten zijn de vernieuwingen moe.
Het was vooraf moeilijk te zeggen wie er gehoor zou geven aan de oproep om te gaan staken vandaag. Docenten klassieke talen zouden zeker niet ontbreken. Het is onduidelijk welke invulling er in de hervormingsplannen aan die vakken gegeven zal worden. Mogelijk komen Latijn en Grieks terug in een nieuw vak gericht op de talen en cultuur van de oudheid, maar niets is zeker.
Veel docenten zijn het er wel over eens dat een hervorming nodig is, maar kunnen zich niet vinden in de huidige uitwerking. Ook vakbonden verwijten de minister van Onderwijs, Najat Vallaud-Belkacem, dat ze te weinig gehoord zijn. De voorstellen van Vallaud voor het collège, een middenschool voor leerlingen van 11 tot 15 jaar, wekken daardoor al weken beroering in Frankrijk.
Kwaad bloed
Emilie, die niet met haar volledige naam in de krant wil, is docent Frans in Aubervilliers, de noordelijke banlieue van Parijs. De hardnekkige problemen van de leerlingen kent ze wel. Het pijnpunt zit voor haar echter bij het werk van de docenten. „In hun dagelijkse praktijk zijn mijn collega’s constant bezig met vernieuwingen. En dan krijgen ze van het ministerie te horen dat ze niets uitvoeren.”
Ze heeft dan ook de indruk dat er een kloof zit tussen de theorie op het ministerie en de praktijk. „Wist je dat hier in Aubersvilliers het aantal scholieren dat Latijn en Grieks heeft gekozen met 20 procent is gestegen? Valt dat te rijmen met de bewering dat deze vakken te elitair zou zijn? Vervolgens komt het ministerie met dit soort opgelegde hervormingen. Bij veel docenten zet dat kwaad bloed.”
De meeste docenten kennen de verschillende onderzoeken naar de kwaliteit van het onderwijs wel. Al jaren zijn de conclusies min of meer dezelfde: zwakke leerlingen komen slecht mee en de achterstand bij elementaire vakken zoals wiskunde en Frans zorgt voor onoplosbare problemen later in het schooltraject. Alleen hoe die hervorming er dan uit moet zien, daarover verschillen de meningen.
Realiteit
Anne-Marie Caumont geeft al jaren Frans op het collège Léo Ferré in Gourdon, een klein stadje tussen Brives-la-Gaillarde en Cahors. De verveling waar de minister de afgelopen weken herhaaldelijk over sprak komt haar niet vreemd voor. Anne-Marie: „Nee, dat is niet overdreven. Die verveling bij de leerlingen is een dagelijkse realiteit. Daarbij kunnen we de leerlingen die al zijn afgehaakt omdat ze de stof niet begrijpen, ook niet een jaar over laten doen. Sommigen zijn echter niet eens in staat om gewone Franse woorden foutloos te schrijven.”
Het brevet, het diploma waarmee de vier jaar collège wordt afgesloten, is voor veel leerlingen al te hoog gegrepen. Anne-Marie: „Ik zie vooral kinderen die moe zijn door de overvolle lesprogramma’s. En dat zie je niet alleen op het collège, het begint al op de basisschool. Ze moeten daar in een kort tijdsbestek heel veel leren. Dat gaat veel te snel. Als je hen er een paar jaar later naar vraagt, hebben ze er niets van onthouden. Er is geen tijd om de dingen in een langzamer tempo te leren. En aan het einde blijkt dat ze de basisstof niet onder de knie hebben. Je zou hen wel willen helpen, maar het kan gewoon niet. Je hebt er zelf ook de tijd niet voor.”
Om het werk enigszins te verlichten beloofde president François Hollande bij zijn aantreden daarom meer mensen voor de klas te zetten. Emilie: „De regering moest iets doen om die belofte na te komen. En dat is een deel van het verhaal achter de hervormingen: het onderwijs is zo onaantrekkelijk geworden dat er nu onvoldoende kandidaten zijn. Let maar op: die docenten klassieke talen gaan straks als docent Frans aan de slag.”
Hervorming moet schooluitval terugdringen
Het was een belofte die Hollande deed in 2012: het aantal scholieren dat zonder diploma de school verlaat –het gaat jaarlijks om zo’n 140.000 leerlingen in de leeftijd van 16 tot 25 jaar– moet met de helft naar beneden.
Drie jaar is er daarom gewerkt aan een hervorming van het collège. Deze middenschool, waarop leerlingen tussen hun elfde en hun vijftiende jaar zitten, gaat vooraf aan ofwel een korte vakopleiding, ofwel het lycée. In het huidige systeem lukt het ruim driekwart van de leerlingen (77,3 procent) om na drie jaar het bijbehorende diploma, het baccalauréat (bac), te behalen. Een percentage dat de socialistische regering graag hoger ziet. Alleen een diploma biedt kansen op de arbeidsmarkt.
Minister van Onderwijs Najat Vallaud-Belkacem wil vanaf het nieuwe schooljaar een aantal veranderingen doorvoeren. Die moeten vooral voorkomen dat scholieren afhaken en zich gaan vervelen. Het huidige onderwijsprogramma op het collège zou namelijk gunstig zijn voor de goede leerlingen, maar de zwakkeren te weinig kansen bieden.
De scholen mogen volgend jaar zelf 20 procent van de lestijd besteden aan onderwijs in kleine groepen. Ook komt er meer persoonlijke begeleiding voor alle leerlingen en wordt vanaf het tweede jaar het leren van een tweede vreemde taal (Duits of Spaans) naast het Engels verplicht. Die tweede taal werd tot nu toe alleen gegeven in zogenaamde ”bilangue” klassen. Die worden nu echter te elitair geacht en daarom verdwijnen ze, net als de zelfstandige vakken Grieks en Latijn.
In de plannen van de minister staat dat er 4000 banen in het onderwijs bij komen. Die zouden vooral gaan naar docenten Spaans en Duits.