De toonaangevende Dow-Jonesindex stond een goed halfuur voor het slot een fractie lager op 18.295 punten. De bredere S&P 500 stond 0,2 procent in de min op 2125 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq daalde 0,3 procent tot 5065 punten.

De nieuwbouw in de Verenigde Staten zat in april fors sterker in de lift dan economen hadden voorzien. Het aantal in aanbouw genomen woningen steeg op jaarbasis met ruim een vijfde, waar gemiddeld op een groei van een krappe 10 procent werd gerekend. Het was de sterkste toename sinds november 2007.

Beleggers kregen de laatste tijd een aantal tegenvallende economische cijfers te verwerken. De sterke nieuwbouwcijfers bieden mogelijk enig tegenwicht.

Supermarktconcern Wal-Mart boekte afgelopen kwartaal minder winst terwijl de omzet stagneerde. Dat kwam met name door de sterke dollar. Het aandeel verloor 4,5 procent en was daarmee de sterkste daler onder de hoofdfondsen.

Doe-het-zelfketen Home Depot zag de omzet en winst wel toenemen en verhoogde bovendien zijn jaarprognoses. Desondanks daalde het aandeel 1,5 procent waarmee het het ook onderin de Dow stond. Verder stond de koers van olieconcern Chevron (eveneens min 1,5 procent) onder druk doordat de olieprijzen daalden.

Bovenaan bij de hoofdfondsen stond hamburgerketen McDonald’s met een koerswinst van 2,9 procent. Ook chemieconcern DuPont was in trek met een plus van 1,6 procent terwijl creditcardaanbieder American Express er 1,4 procent bij kreeg.

De euro was 1,1155 dollar waard, tegen 1,1160 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dinsdag. De prijs van een vat Amerikaanse ruwe olie zakte 3,7 procent tot 57,26 dollar. Brentolie werd 3,1 procent goedkoper en bracht per vat van 159 liter 64,22 dollar op.