Veilig en open internet vereist harde afspraken
Hebzuchtige bedrijven en criminele activiteiten dreigen internet te koloniseren, stelt Marietje Schaake. Zij pleit daarom voor bindende beschermende afspraken.
Voorstellen om internet te reguleren, roepen gegarandeerd serieuze frictie op. De onlinewereld heeft immers kansen geboden aan miljarden gebruikers, grotendeels omdat er nooit regels waren.
Maar met het groeiend belang van het internet nemen ook de risico’s toe bij een gebrek aan regelgeving. Het gevaar wordt steeds groter dat het door ons allen gekoesterde open platform gekoloniseerd zal worden door de hebzucht van bedrijven, criminele activiteiten en conflicten tussen landen – met gewone burgers als de uiteindelijke slachtoffers. Het is daarom essentieel dat er bescherming komt, en dat zowel landen als bedrijven zich houden aan principes die hen aanmoedigen om op te komen voor het algemeen belang.
De utopische visie dat regeringen en andere instituten zich er niet mee moeten bemoeien, miskent de rol die landen al spelen op internet – vaak in het geheim. Ook houdt die visie geen rekening met het feit dat grote bedrijven deze grotendeels ongereguleerde omgeving gebruiken om zichzelf op te werpen als nieuwe machthebbers.
Verantwoordelijk
Als een staat op grote schaal onlinecontent censureert, of op ongelimiteerde manier gebruikmaakt van achterdeuren in hard- en software om burgers in de gaten te houden, komt die infrastructuur in het gedrang. Het is op dit moment niet duidelijk wie bedrijven ter verantwoording kan roepen, als wereldwijd miljarden gebruikers te maken krijgen met datalekken of als bedrijven het najagen van winst laten prevaleren boven het eerbiedigen van mensenrechten.
Mensenrechten kunnen niet ”in balans” gebracht worden met de belangen van commerciële bedrijven. Het handhaven van kernprincipes vraagt om een systeem van checks and balances – mechanismen die kunnen garanderen dat mensenrechten, inclusief privacy, gewaarborgd zijn. Hiervoor moeten de belangrijkste spelers die verantwoordelijk zijn voor open internet zich houden aan vrijwillige en bindende afspraken, waarmee de sfeer van een rechtsstaat ontstaat.
Vertrouwen
Tot nu toe hebben discussies over het bestuur van internet vooral geleid tot het vastleggen van vrijwillige normen. Nu wordt het tijd om de weerbaarheid van internet, en de onderlinge afhankelijkheid van zijn verschillende gebruikers, ontwikkelaars en technische systemen, vast te leggen in een overeenkomst. Die moet ervoor zorgen dat zowel de technische infrastructuur van internet als het gedrag van overheden en bedrijven gebaseerd is op regels die de fundamentele rechten van mensen ook online beschermen.
De essentiële technische infrastructuur waardoor internet functioneert, moet beschouwd worden als een soort neutrale zone die overheden niet mogen betreden of verstoren. Het verbieden van misbruik van die zogenaamde ”kernprotocollen” van internet is in het belang van staten en bedrijven. Het vertrouwen van gebruikers in de diensten die op internet worden aangeboden, van onlinebetalingen tot chatten, is afhankelijk van die veilige kernprotocollen. Het voorstel van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat deze kernprotocollen gevrijwaard moeten zijn van inmenging van welke partij dan ook, verdient steun en moet een Nederlands speerpunt worden in Europa en daarbuiten.
Raamwerk
De Global Commission on Internet Governance (waarvan ik lid ben) heeft een voorstel gedaan voor een ”nieuw sociaal verdrag” tussen burgers, hun gekozen vertegenwoordigers, politie- en inlichtingendiensten, bedrijven, maatschappelijke organisaties en programmeurs en ontwikkelaars. Een van de voorstellen is de erkenning van de bescherming van privacy en data als een fundamenteel mensenrecht. Ook wordt er opgeroepen tot duidelijke, nauwkeurige en transparante regels die overheidstoezicht en gebruik van consumentendata door bedrijven beperken.
Onder dit raamwerk kan regulering de technologie waarvan internet afhankelijk is, sterker maken. Regeringen zullen niet proberen via achterdeurtjes toegang te krijgen tot data als de infrastructuur daardoor minder betrouwbaar wordt. Bedrijven die grote hoeveelheden consumentengegevens verwerken en opslaan, zullen meer verantwoordelijkheid nemen voor illegale inbraken, schade of verlies van gegevens. Internetgebruikers hebben het recht om versleutelde berichten te versturen die alleen gelezen kunnen worden door de ontvanger en bedrijven moeten aangemoedigd worden dat recht mogelijk te maken.
Zo’n sociaal verdrag waarbij diverse partijen betrokken zijn, is geen vervanging van toezicht door justitie en de internationale mensenrechtenwetgeving. Bestaande instituten moeten zo veel mogelijk betrokken worden bij internetregulering. Maar gezien de enorme uitdagingen die dit met zich meebrengt, is het ook noodzakelijk om alle actoren aan te moedigen te handelen in het belang van het internet-ecosysteem als geheel. De gevaren zijn eenvoudigweg te groot als dat niet gebeurt.
De auteur is namens D66 lid van het Europees Parlement, oprichter van de Intergroup on the Digital Agenda for Europe en lid van de Global Commission on Internet Governance.