Werkloosheid loopt hard op
Nederland telde van begin november 2003 tot eind januari van dit jaar 444.000 werklozen. Dat zijn er 126.000 meer dan in dezelfde periode een jaar eerder, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. Gemiddeld was 5,9 procent van de beroepsbevolking de afgelopen drie maanden werkloos. Een jaar ervoor was dat nog 4,3 procent.
De groei van de werkloosheid doet zich voor over de hele linie, aldus het CBS. Bij zowel mannen als vrouwen en in alle leeftijdsgroepen is de werkloosheid opgelopen. Volgens de CBS-cijfers zit 5,4 procent van de mannen en 6,6 procent van de vrouwen zonder baan.
Na correctie voor seizoensinvloeden is de werkloze beroepsbevolking in de periode november tot en met januari uitgekomen op 458.000. De afgelopen zes maanden steeg het aantal werklozen gemiddeld met 10.000 per maand.
Ook uit cijfers van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), dat een andere definitie dan het CBS hanteert, blijkt een forse toename van de werkloosheid. In januari steeg het aantal werkzoekenden zonder baan met 3,9 procent tot 705.200, aldus het CWI.
„Het cijfer dat nu naar buiten komt, is een flinke sprong voorwaarts”, aldus een CBS-woordvoerder. „Er zit een behoorlijk tempo in.” Volgens het CBS is het groeiend aantal werklozen voornamelijk „het gevolg van de economische slapte in 2003”. Zolang er geen sterke opleving komt van de economie zal de stijgende lijn in de werkloosheid waarschijnlijk doorzetten.
De stijging was volgens de CWI-cijfers het grootste onder jongeren onder de 23 (plus 6,8 procent). Bij 57-plussers (1,6 procent) lag de toename beduidend onder het gemiddelde van 3,9 procent. In de regio Rijnmond steeg het aantal werkzoekenden het meest (met 6,3 procent), en in Midden-Brabant (2 procent) het minst, aldus het CWI.
Het werkloosheidscijfer van het CBS verschilt van de CWI-cijfers. Het CBS telt alle werklozen die actief zoeken naar een baan van minstens 12 uur per week. Het CWI kijkt naar alle geregistreerde werkzoekenden zonder baan.
Het CWI signaleert een forse stijging van het aantal werkzoekenden in de bouw (10 procent). De belangrijkste verklaring daarvoor is de stagnatie in de markt voor kantoren en woningen. Ook in de ICT-sector loopt het aantal werkzoekenden weer op.