Opinie

Strijd begint niet pas bij belijdenis doen

Zeg geen „welkom in de strijd” wanneer iemand belijdenis doet, schrijft J. J. Koppe. Want die strijd is al veel langer gaande.

J. J. Koppe
18 May 2015 10:04Gewijzigd op 15 November 2020 18:59
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Rond Pasen en Pinksteren zijn er in veel christelijke gemeenten belijdenisdiensten, waarin jongeren en ouderen hun jawoord uitspreken voor het aangezicht van de Heere en Zijn gemeente. Voor velen zal het een persoonlijke bevestiging zijn van het jawoord dat hun ouders en/of verzorgers uitspraken toen ze gedoopt werden. Met hun eigen jawoord maken ze nu duidelijk dat zij de uitgestoken hand van de Heere met beide handen hebben aangegrepen. Zij willen aan Zijn hand door het leven gaan.

Meerdere belijdeniscatechisanten zullen na hun jawoord de bekende uitdrukking: „Welkom in de strijd” te horen hebben gekregen. Maar is dit feitelijk een terechte uitdrukking? De uitspraak suggereert dat je iets te wachten staat dat er voor die tijd nog niet was: strijd. En dat is niet juist. Want die strijd is er, waar het gedoopte jongeren en ouderen betreft, al veel langer. Ja, levenslang, vanaf het jawoord dat de ouders en/of verzorgers bij hun doop uitspraken.

Het is belangrijk dat we dat beseffen, opdat we waakzaam zijn. Want er is vanaf het begin al strijd, omdat Gods tegenstander het niet kan hebben dat wij en onze kinderen door de Heere „tot lidmaten van Zijn eniggeboren Zoon en zo tot Zijn kinderen” aangenomen zijn, zoals het doopformulier het zegt in de dankzegging na de bediening.

Gods tegenstander zal er alles aan doen om ons als ouders een verkeerd voorbeeld te laten zijn voor onze kinderen, zodat ze ook een verkeerd beeld van God krijgen. Hij zal ons en onze kinderen enthousiast willen maken over allerlei dingen, hoe onschuldig ook, die ons aftrekken van de eeuwige zaken. Is de Heere ons fundament? Zien de kinderen het onderscheid tussen wat blijft en wat voorbijgaat? Maar ook als we als ouders het goede voorbeeld geven, kunnen kinderen afdwalen van de kerk. Hoe kan de wereld trekken en vrolijk en onschuldig schijnen? Of de kinderen zitten wel in de kerk, maar omdat het ‘moet’.

Voleinder

Als het goed is zullen we dus ervaren wat een strijd er gestreden wordt. Hoe er getrokken wordt. Strijd om de kinderen van het verbond te weerhouden om de weg door de woestijn naar het Beloofde Land te gaan. Om te voorkomen dat ze vanuit hun hart ook zelf hun jawoord tot de Heere zullen gaan uitspreken bij de belijdenis.

Wie zal weten hoeveel strijd er gestreden is voordat het jawoord tot de Heere wordt uitgesproken? En tóch! Niet ziende op jezelf, maar ziende op de overste Leidsman en Voleinder van het geloof, Jezus. (Hebreeën 12). Wetend dat de strijd vóórtgaat, maar wel aan Jezus’ hand, dankend en biddend: „Jezus, ga ons voor, op het levensspoor.”

Laten we met hen mee danken en bidden. Maar ook bidden voor al die jongeren en ouderen die in de strijd nog niet tot het jawoord gekomen zijn, of zijn afgedwaald. Ja, ook voor hen die na hun ja-woord zijn afgedwaald. God is een God van trouw, genade en wonderen.

De auteur is lezer te Schiedam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer