Arafats muur
De Israëliërs zijn er nog niet uit hoe ze hem zullen noemen. Het rechtse dagblad Jerusalem Post vroeg aan meer dan 3000 lezers hoe het gevaarte dat tussen Israël en de Palestijnse gebieden verrijst moet gaan heten. ”Antiterrorismehek” scoort met 41 procent het best. ”Veiligheidshek” doet het met eenderde van de stemmen ook niet slecht. ”Arafats muur” heeft nog altijd de steun van 18 procent.
Gek genoeg is slechts 7 procent van de Post-lezers voor de term ”Scheidingsbarrière”. Dat is vreemd. Want dat is nu precies waar de ruim 600 kilometer staal en beton voor is bedoeld. Ariel Sharon heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij Israëliërs en Palestijnen fysiek van elkaar wil scheiden. Vorig jaar december nog dreigde hij de Palestijnse gebieden van Israël af te snijden als het Palestijns gezag geen haast maakte met het aanpakken van terreurorganisaties als Hamas en Islamitische Jihad. Dat afsnijden zou gebeuren door de bouw van het omstreden hek tussen Israël en de Palestijnse gebieden te versnellen.
Aanstaande maandag begint het Internationaal Gerechtshof in Den Haag met een serie hoorzittingen over de veiligheidsbarrière. De procedure heeft al voor aanvang het nodige stof doen opwaaien. Diverse demonstraties tegen de „onmenselijke maatregelen van Sharon” staan op het programma. Enkele tientallen (meest Arabische) staten hebben gretig van de gelegenheid gebruikgemaakt om als getuige à charge op te komen draven. Merkwaardig genoeg heeft een aantal van deze landen een soortgelijke scheidingsmuur op eigen grondgebied.
Maar ook de vrienden van Israël roeren zich. De Israëlische organisatie Zakat heeft het wrak van een opgeblazen bus naar Den Haag gestuurd om rechters en publiek met de neus op de ernst van terreur te drukken. Christenen voor Israël heeft al een „stille tocht” langs het Vredespaleis aangekondigd. De organisatie wil laten zien „dat wij solidair zijn met Israël en in het bijzonder met de familieleden en vrienden van de slachtoffers van deze afschuwelijke moordpartijen met honderden doden en duizenden gewonden.”
Nu is die solidariteit met het Joodse volk bepaald niet afkeurenswaardig. De gruwelijke Palestijnse zelfmoordaanslagen moeten in de krachtigst mogelijke bewoordingen worden veroordeeld. De Palestijnse Autoriteit laadt een zware verantwoordelijkheid op zich door te weigeren radicale terreurgroepen aan te pakken.
De kwestie van het zogenaamde antiterrorismehek gaat echter ten diepste niet over veiligheid en ook niet over morele en juridische vragen rond die paar vierkante kilometer Palestijns grondgebied die Israël zich met de bouw van de muur toe-eigent. Premier Sharon heeft, tegen de achtergrond van de -terechte- publieke angst voor terreur, een prachtig middel in handen om eenzijdig de grenzen tussen Israël en een toekomstige Palestijnse staat vast te stellen. Een tactisch middel om een strategische oplossing te bereiken.
Hoe strategisch die oplossing zal zijn, is maar zeer de vraag. Duurzame vrede en goed nabuurschap laten zich nu eenmaal niet met staal en beton afdwingen.
Anderzijds moet ook zeker niet uit het oog worden verloren dat de sleutel tot enige normalisering van de betrekkingen tussen Israëliërs en Palestijnen in eerste instantie bij het Palestijns gezag ligt. Pas als er daadwerkelijk een einde aan het zinloze bloedvergieten wordt gemaakt, ligt de weg naar serieuze onderhandelingen en een duurzame vrede open. Misschien moet het veiligheidshek voorlopig toch maar ”Arafats muur” gaan heten.