De antialcoholcampagne was van 1985 tot 1987. Alcohol werd niet verboden, maar de prijs van drank ging omhoog en de verkoop ervan werd aan banden gelegd. In Moskou moesten er extreem veel winkels sluiten’’, zei Gorbatsjov. „Er waren lange rijen. Er was een toename van illegale stokerijen. Er was geen suiker meer verkrijgbaar.”

„We hadden beter een lange strijd kunnen voeren om alcoholisme terug te dringen, in plaats van de campagne”, aldus Gorbatsjov. De campagne moest stoppen vanwege overheidstekorten en gebrek aan steun van de bevolking.

Gorbatsjov was niet de eerste Russische leider die overmatig alcoholgebruik probeerde terug te dringen. In 1914 verbood tsaar Nicolaas II per decreet de verkoop van alcohol. Dat was nodig voor de mobilisatie van Rusland in de Eerste Wereldoorlog, maar ook om de gezondheid van de Russen op peil te houden. In 1925 hieven de nieuwe machthebbers, de Bolsjewieken, het verbod op, omdat ze de inkomsten van accijnzen wilden gebruiken voor het moderniseren van de unie.

Tijdens de Sovjet-Unie zijn er drie antialcoholcampagnes geweest, waarvan die van Gorbatsjov de meest drastische was. Vaak werden tijdens die campagnes cafés en drankwinkels kort en klein geslagen door boze alcoholisten. De huidige Russische regering probeert het alcoholgebruik terug te dringen door de prijzen stukje bij beetje te verhogen.