Ontmoetingsdag Noordhorn: Hoop op een reveil in Noord-Nederland
NOORDHORN. „Het Woord moet het doen, ook in Noord-Nederland. Ik bid om en hoop op een reveil.” Dat zei ds. L. H. Oosten donderdagmiddag op de Hemevaartsontmoetingsdag in Noordhorn.
De hervormde emeritus predikant uit Driesum sprak tijdens de jaarlijkse ontmoetingsdag in de Groningse plaats. De Hemelvaartsontmoetingsdag, die ongeveer honderd bezoekers trok, is een initiatief van de provinciale afdelingen van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Friesland en Groningen/Drenthe.
Ds. Oosten, schrijver van het boek ”Vrije Friezen. Momenten uit de kerkgeschiedenis van Friesland”, sprak over de kerkgeschiedenis van Noord-Nederland. Groningen en Friesland zijn sterk beïnvloed door de Reformatie, mede dankzij samenwerking tussen kerk en overheid. Ook de aanwezigheid van twee goede gereformeerde universiteiten (Groningen en Franeker) speelde een belangrijke rol. Beide instellingen zorgden voor de opleiding van de predikanten.
In Drenthe heeft de Reformatie in veel mindere mate wortel geschoten. Er wordt wel verondersteld dat Drenthe tijdens de Reformatie nog niet echt gekerstend was.
Nadere Reformatie
Ook de Nadere Reformatie had veel aanhang in de twee noordelijke provincies, aldus ds. Oosten. Hij noemde onder anderen Theodorus en Wilhelmus à Brakel, Herman Witsius, Wilhelmus Themmen en Johannes Conradus Apelius. Deze beweging laat volgens hem het grote belang zien van Gods Woord en de zuivere gereformeerde prediking.
De verlichting, die in de achttiende eeuw opkwam, had ook in het noorden van Nederland grote invloed, vooral toen de universiteiten meegingen met het rationalisme. In Friesland kwamen de vrijzinnige en orthodoxe kerken scherp tegenover elkaar te staan.
In tegenstelling tot Groningen, waar de Afscheiding van 1834 begon, keerden in Friesland maar weinig mensen de Nederlandse Hervormde Kerk de rug toe. Dat de Doleantie van 1886 diepe sporen trok, had volgens ds. Oosten vooral te maken met de leidende rol van een aantal vooraanstaande predikanten.
De predikant vindt het Reveil, een opleving binnen de kerk van de negentiende eeuw, een opvallend verschijnsel in Groningen en vooral Friesland. Als voorbeeld noemde hij Anjum, waar ds. A. Werumeüs Buning stond. „Deze krachtige persoonlijkheid ging op zaterdagavond naar de kroeg om zijn gemeenteleden te zoeken. Als hij zag dat ze kaartten om geld verscheurde hij de kaarten en pakte hij het geld af, dat hij de volgende dag in de collectezak deed. De kerk in Anjum zat ’s zondags afgeladen vol met kerkgangers.”
Kleurloosheid
Ds. Oosten benoemde de huidige tijd als „geestelijk dor.” Hij verwees naar het Samen op Wegproces maar ook naar hervormde evangelisaties in het noorden die aan het einde van de twintigste eeuw zijn samengegaan met vrijzinnige gemeenten, wat leidde tot „kleurloosheid.” Afscheiding is volgens de hervormde predikant geen oplossing, evenmin als aanpassing. „Het Woord moet het doen, ook in het noorden. Daarvoor is de bede om de Heilige Geest noodzakelijk.”
Tijdens de vragenbespreking zei hij hoop te hebben voor de kerk. „Ik bid om en hoop op een reveil en acht het niet onmogelijk dat het komt. Ik merk ook onder jongeren dat de Heere werkt. Een opwekking komt vaak als wij het niet meer weten. Misschien moet het eerst kerkelijk nog meer vastlopen in ons land.”
Zwaartekracht
De bijeenkomst werd geopend door proponent J. A. A. Geerts, voorganger van de hervormde gemeente Westerlee-Heiligerlee, die mediteerde over de hemelvaart. Tegen de natuurwetten in ging Jezus omhoog toen Hij naar de hemel voer. „Als het God goeddunkt, wijkt Hij af van de zwaartekracht. De Heere is vrijmachtig om van de regels af te wijken. Wie zijn er dan bekrompen: christenen die dat geloven of wetenschappers die niet van de regels afwijken?”