Werk geheime diensten onder vuur
Gevaarlijke missies, gevoelige informatie en geheimzinnigheid alom. Enkele elementen uit het dagelijks werk van inlichtingendiensten. Die opereren veelal in het verborgen. De laatste tijd liggen ze echter openlijk onder vuur.
Minister Bot van Buitenlandse Zaken moest vanmiddag na aankomst op Schiphol rechtstreeks naar de Tweede Kamer om daar met spoed verantwoording af te leggen over het werk van de Nederlandse inlichtingendiensten.
GroenLinks-kamerlid Karimi kreeg dinsdag een kamermeerderheid achter haar verzoek om het kabinet nog deze week aan de tand te voelen over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Aanleiding voor haar verzoek is een rapport van David Kay, voormalig hoofd van Amerikaanse wapeninspecteurs in Irak, over massavernietigingswapens in Irak. Of liever gezegd: over het ontbreken daarvan.
Maandenlang onderzoek door de VN en door de Verenigde Staten leverde tot nu toe geen enkel bewijs voor de aanwezigheid van dergelijke strijdmiddelen in Irak. En dat terwijl het gevaar dat uitging van die wapens in handen van de inmiddels gevangengenomen Saddam Hussein de belangrijkste reden was voor de VS en Groot-Brittannië om Irak aan te vallen. Een oorlog die politieke steun kreeg van Nederland.
De Amerikaanse en de Engelse inlichtingendiensten hebben hun werk mogelijk dus niet goed gedaan. De Nederlandse inlichtingendiensten wellicht evenmin. En dat terwijl zij de Nederlandse regering tijdens de besluitvorming over Irak van informatie voorzagen. Ze baseerden zich daarbij deels op eigen bronnen, maar vooral op hun zusterdiensten.
Karimi en haar collega Koenders (PvdA) willen daarom van het kabinet weten wat de consequenties hiervan zullen zijn voor de beoordeling van informatie door de Nederlandse inlichtingendiensten en zijn benieuwd of dit aanleiding vormt tot een onderzoek naar het werk van deze instanties. Premier Balkenende liet tijdens zijn persconferentie vrijdag al laten weten dat dat wat hem betreft niet nodig is.
Zijn weigering doet niets af aan de belangrijke rol die MIVD en AIVD het afgelopen jaar speelden. Bij de afweging die het kabinet in maart vorig jaar maakte om de oorlog tegen Irak politiek te steunen, was informatie over de aanwezigheid van massavernietigingswapens cruciaal. „De regering heeft, gezien de reële dreiging die uitging van het bezit door Irak van massavernietigingswapens, zelf vanaf het eerste begin militair ingrijpen niet willen uitsluiten, na aflopen van het VN-traject als ”ultimum remedium”, om een einde te maken aan de inbreuken van Irak op de verplichtingen die dit land door de Veiligheidsraad waren opgelegd”, antwoordde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken De Hoop Scheffer in juni vorig jaar op kamervragen van Koenders.
Doorslaggevend was de vermeende aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak echter niet om de aanval op Hussein en de zijnen te steunen. Het belangrijkst was „vooral de voortdurende niet-naleving door Irak van door de Veiligheidsraad opgelegde, dwingende ontwapeningsverplichtingen”, stelde De Hoop Scheffer in augustus in een brief aan de Kamer.
De regering ging er in maart vorig jaar overigens wel van uit dat Irak „nog steeds de intentie heeft zijn massavernietigingswapencapaciteit te behouden en die bovendien op een geschikt moment uit te bouwen.” Dat bleek volgens de minister uit tal van inlichtingenbronnen, zoals informatie van wapeninspecteurs, gegevens van inlichtingendiensten van andere NAVO-lidstaten, de presentatie van de Amerikaanse minister Powell in de Veiligheidsraad op 5 februari vorig jaar en uit eigen bronnen van MIVD en AIVD.
In zijn brief van augustus onderstreept De Hoop Scheffer dat die diensten de informatie van de VS en Groot-Brittannië, waaronder het beruchte rapport waarin staat dat Irak zijn massavernietigingswapens binnen drie kwartier zou kunnen ontplooien, „zorgvuldig” hebben getoetst, voordat de regering deze informatie bij haar uiteindelijke oordeelsvorming betrok.
Bij die toetsing zetten Karimi en Koenders hun vraagtekens. Er zijn nog steeds geen aanwijzingen voor massavernietigingswapens in Irak en de hoop daarop is vrijwel vervlogen. De conclusie zou daarom kunnen zijn dat de inlichtingendiensten in de VS en Groot-Brittannië hebben gefaald, en in hun kielzog ook de MIVD en de AIVD. Anderzijds is het ook mogelijk dat de regeringen te gretig zijn geweest inlichtingen te vertalen naar oorlogshandelingen.
In de VS en het Verenigd Koninkrijk zijn inmiddels onderzoeken gestart naar de gang van zaken. Begin deze maand drongen PvdA, GroenLinks en SP aan op een dergelijke speurtocht in Nederland. Het is er nog niet van gekomen, maar wellicht krijgen ze het kabinet en de Kamer vanavond toch over de streep.