Prof. Wisse verdient zeker geen schandpaal
Prof. Wisse hoeft niet op een voetstuk, reageert W. Remmelzwaal, maar om achteraf kritiek op hem te hebben, is wel erg makkelijk.
In RD 4-5 uit dr. C. S. L. Janse terloops kritiek op de houding van prof. G. Wisse in de Tweede Wereldoorlog, zijn „haast spreekwoordelijke ijdelheid” en „opvallend goede relaties” met Duitsers en NSB’ers. Dat komt de laatste tijd vaker voor.
Prof. Wisse was echter niet Duitsgezind of antisemitisch en heeft juist gewaarschuwd tegen het nationaalsocialisme. Dat blijkt duidelijk uit de bronnen.
Al in 1933 schreef Wisse een artikel met de veelzeggende titel ”Niet het hakenkruis, maar het Christuskruis”, waarin hij duidelijk van zijn afkeer van de „goddeloze Hitlerbeweging” blijk geeft. In oktober 1939 sprak hij over ”De hedendaagsche Jodenvervolging in de huidige wereldspanning”. „In onze dagen komt in de haat tegen lsraël de vijandschap uit tegen de God van den Jood, Die ook onze God is. En daarom kiezen wij in dit conflict de partij van den Jood.”
In 1940 verscheen de brochure ”De beste bezigheid in dagen van benauwdheid”. Hierin spreekt prof. Wisse onder andere over Gods gericht over Nederland. De Duitse bezetting werd (gelukkig maar) in de gereformeerde gezindte gezien als een roede in Gods hand om Nederland te straffen voor de zonde. Het oordeel is gekomen en de hoop wordt uitgesproken dat Nederland tot bekering mag komen. Is hier sprake van ”Deutschfreundlichkeit”? Integendeel. De bezetter werd nadrukkelijk niet gezien als een bevrijder en er werd niet gejubeld over betere tijden die nu zouden aanbreken. Als we op grond hiervan predikanten uit die tijd veroordelen, zouden we ook de profeet Jeremia als landverrader weg moeten zetten.
Dr. Janse wekt met zijn uitspraken –ongetwijfeld onbedoeld– de suggestie dat prof. Wisse collaboreerde met de Duitsers. Dat dit niet zo was, is ook door dr. Bosma nadrukkelijk aangegeven in RD 27-9-2014: „Geconfronteerd met de nieuwe werkelijkheid poogde Wisse op allerlei wijzen dingen te regelen ten behoeve van derden en ten behoeve van zichzelf. Daartoe was het nodig om contacten te onderhouden met de bezetter en met vooraanstaande NSB’ers. Deze contacten werden onder andere benut om mensen uit krijgsgevangenschap te houden, gezinnen te ondersteunen (…). Die contacten zorgden er echter ook voor dat Wisse er niet aan ontkwam zich te compromitteren. Wisse was dus zeker geen sympathisant van het nationaalsocialisme, maar maakte soms wel minder gelukkige afwegingen.”
Overgave van Walcheren
Het is interessant om eens nader te belichten welke rol Wisse gespeeld heeft bij de overgave van Walcheren. Hij schrijft hierover zelf in zijn memoires. Het Canadese leger was op komst en een bloedbad was in de maak. Wisse kwam tegen 15.00 uur langs het gebouw in Middelburg waar de Duitse staf zetelde. Hij besloot in een opwelling naar binnen te gaan en probeerde de generaal tot overgave te bewegen. Niet uit politiek oogpunt, maar „ik kom tot u in de Naam van Jezus Christus” om het leven van zo veel mensen te sparen.
De generaal geeft aan dat hij Walcheren niet mag overgeven zonder toestemming van zijn superieuren. Wisse dringt nog even aan en moet dan gaan. „Welnu generaal, zo besloot ik, ik ga heen, en straks eer de nacht daalt, zal ik in mijn avondgebed ook u gedenken, of God u verwaardigen wil ten dezen Zijn wil te betrachten. Hij reikte mij de hand en liet mij uitgeleiden. De ontroerdheid was op zijn aangezicht te lezen.”
Als 120 Canadezen om 16.30 uur de stad binnenkomen, geeft de generaal de stad over. Tweeduizend Duitsers worden door dit groepje Canadezen krijgsgevangen gemaakt. Bovendien gaat deze overgave dwars tegen alle bevelen van de Duitse legerleiding in en tot op de dag van vandaag roept het grote verwondering op.
Wisse zelf benadrukt dat allerlei factoren deze overgave zullen hebben bewerkstelligd, „maar zover ook ons woord ten deze, in de Naam van Christus gesproken, daartoe een bijdrage hebbe geleverd, leg ik daarvoor de dank der aanbidding neer aan de voeten van mijn Zender en Heere, Die mij verwaardigd had, om ook dáár van Hem te spreken, en Zijn Naam te belijden.”
Jammer
Wat je er ook van denken mag, het voorval laat op z’n minst zien op welke wijze Wisse zich tegenover de Duitse overheerser opstelde. Kritiek op Wisse is mogelijk, maar is ook wel erg gemakkelijk achteraf te geven. Zichzelf verdedigen kan hij niet meer. Wat erger is, je maakt dat mensen onwelwillend tegenover deze predikant en zijn geschriften komen te staan. Zijn rijke geestelijke nalatenschap bevat echter zo veel onderwijs dat dit op z’n zachtst gezegd bijzonder jammer zou zijn.
Wisse mag niet op een voetstuk, maar de schandpaal verdient hij ook zeker niet.
De auteur is leerkracht in het basisonderwijs.
Zie ook:
Prof. Wisse in WO II accommoderend – door drs. E. G. Bosma (Reformatorisch Dagblad, 27-09-2014)