Reformatieonderzoekers bijeen in Leuven
Door vertaling van rooms-katholieke auteurs kwam hun gedachtegoed in Engelse protestantse kringen terecht. Die ontdekking deed dr. Alexandra Walsham van de universiteit van Cambrigde. Ze sprak erover op de jaarlijkse conferentie van RefoRC.
Na Zürich, Berlijn, Oslo en Bologna, is dit jaar Leuven de plaats waar de conferentie van RefoRC –de academische afdeling van Refo500– plaatsvindt. Reformatiedeskundigen uit heel de wereld ontmoeten elkaar van donderdag tot zaterdag. Velen van hen zijn gekomen om in een korte presentatie een lezing geven of hun project voorstellen. Er zijn acht hoofdlezingen, er staan een aantal boekentafels, er vindt een concert plaats, er is een tentoonstelling te zien en er is vooral veel ruimte voor contact.
De Katholiek Universiteit (KU) Leuven werd in 1425 gesticht en behoort tot de oudste universiteiten van Europa. Samen met de universiteit van Keulen was zij ook de eerste die in 1519 de opvattingen en het optreden van Maarten Luther veroordeelde.
Opmerkelijk is het dat juist deze instelling naam heeft gemaakt met onderzoek naar de zestiende-eeuwse reformaties, waarbij in Leuven de rooms-katholieke reactie op Luther als de rooms-katholieke reformatie wordt gezien. De productiviteit en bekwaamheid van onderzoekers als Violet Soen, Wim Francois en Matthijs Lamberigts, die de deelnemers bij de opening welkom heetten, zijn bij wetenschappers van alle confessies bekend.
Vertalen over de grens
Het thema voor de hoofdlezingen is ”Crossing borders”. De eerste spreker was dr. Alexandra Walsham van de universiteit Cambridge. Zij gaf een overzicht van rooms-katholieke en protestantse werken die bijvoorbeeld in Vlaanderen of Italië verschenen en in een Engelse vertaling in Engeland op de markt kwamen. Bijzonder is dat deze vertaalde werken inhoudelijk wat bijgewerkt werden om de inhoud meer op de locale situatie toe te passen. Nog meer bijzonder is dat in Engelse gereformeerde kringen werken van rooms-katholieke auteurs vertaald werden, waarbij dan de ‘paapse’ zaken weggelaten werden en de ‘vrome’ zaken –voor zover ze voor reformatorische mensen aanvaardbaar waren– bleven staan. Zo kwam bepaald rooms-katholiek gedachtegoed toch weer in protestantse kring terecht.
China
Een voor veel Reformatieonderzoekers onverwachte invalshoek koos Prof. Nicolaes Standaert van de KU Leuven. Hij is Chinadeskundige en ging in op de vraag wat de ontmoeting met China betekende voor het katholicisme in Europa en andersom. Dat leek een wat vergezocht thema, totdat Standaert begon te vertellen. Allereerst wees hij erop dat in China in de negende eeuw al literatuur gedrukt werd, terwijl dat in Europa tot in de vijftiende eeuw duurde. Voor de zending betekende dit dat de kerk in China gebruik kon maken van deze lange traditie van drukken. Dit hielp de verbreiding van het Evangelie zeer.
De Chinezen hadden zich ook al lange tijd met de geschiedenis van de mensheid beziggehouden. Hun jaartallen klopten echter niet met die van Europa. Zodoende werd in Europa het jaartal waarin men dacht dat de zondvloed plaatsvond bijstellen.
Shortpapers en muziek
Na de eerste hoofdlezingen gingen de meer dan honderd deelnemers uiteen. Ze konden kiezen uit een breed scala van korte presentaties. De eerste dag eindigde met een concert met zestiende-eeuwse muziek in de St. Michielskerk.