De Oudshoornse Kerk, parel van Alphen aan den Rijn
Ze wordt wel „de parel van Alphen aan den Rijn” genoemd. De Oudshoornse Kerk behoort, met de kerk van ’s-Gravenland en de Oosterkerk in Amsterdam, tot de drie bedehuizen die Daniël Stalpaert ontwierp, 350 jaar geleden.
Vier man sterk is het bestuur van de Stichting 350 jaar Oudshoornse Kerk. Andries Paats, Jan Vroege, Johan van Donk en Dick Nooitgedagt (de enige die niet bij het gesprek aanwezig is) zijn alle vier lid van de protestantse wijkgemeente van bijzondere aard Oudshoornse Kerk binnen de protestantse gemeente Alphen aan den Rijn-Oudshoorn-Ridderveld. Elke zondag komt de wijkgemeente in de jarige kerk samen. De mannen zijn verknocht aan het godshuis, zoveel is wel duidelijk. Van Donk: „Er zijn drie Stalpaertkerken, maar dit is de mooiste. Kijk eens naar die glas-in-loodramen en naar het plafond.”
Vroege, die zo’n 35 jaar geleden met Van Donk bij de renovatie van de kerk betrokken was, legt uit dat de ramen allemaal in een paar jaar tijd geschonken zijn. „De kerk is gebouwd in opdracht van de Amsterdamse burgemeester Cornelis de Vlaming, heer van de heerlijkheid Oudshoorn. Hij liet zijn vrienden allemaal een raam schenken. Zo is er een raam van de stad Amsterdam, van de Staten van Holland en van de admiraliteit van Holland, je zou kunnen zeggen: de marine.”
De ramen vormen een eenheid. Twaalf van de zeventien zijn gemaakt door Pieter Janssen uit Amsterdam en hebben dezelfde kleurstelling. Bovenin worden christelijke en wereldlijke deugden verbeeld: geloof, hoop, liefde, wijsheid, rechtvaardigheid, moed en matigheid.
De kerk heeft op verschillende manieren een band met het Oranjehuis. Zo werd de heerlijkheid Oudshoorn door Cornelis de Vlaming gekocht van Margaretha van Mechelen, de vrouw bij wie prins Maurits acht kinderen had. En niemand minder dan koning-stadhouder Willem III schonk een raam. Het bevindt zich links naast de preekstoel. Toen dit raam begin twintigste eeuw gerestaureerd werd, schonken de koninginnen Wilhelmina en Emma een geldbedrag. Bijna tachtig jaar later kwam prinses Juliana de kerk heropenen na een grote renovatie. Fijntjes wees men haar op het feit dat haar moeder en grootmoeder een geldbedrag hadden gegeven, vertelt Van Donk. „Ze zei: „Dat kan wel zijn, maar ik ben er nu zelf.””
De restauratie in de jaren tachtig was zo grondig dat deze de mannen nog helder voor de geest staat. Vroege: „Die kostte 6 miljoen gulden, waarvan wij 1,3 miljoen moesten betalen. De fundering werd aangepakt, er kwamen nieuwe palen onder de kerk. Verder kregen de muren een opknapbeurt, net als de ramen, het plafond en het dak.”
Een bijzondere ontdekking deden de restaurateurs onder de preekstoel. Daar stuitten ze op de grafkelder van de familie De Vlaming. Na verwijdering van een steen wordt er een trapje zichtbaar. Beneden in de kelder is het koud. Je kunt er net niet staan. In twee hoeken van de ruimte, die zo’n 6 bij 3 meter is, staan knekelbakken. Hier liggen de beenderen van de familie die in deze ruimte gevonden zijn. Ook in de kerk lagen mensen begraven, maar deze graven zijn tijdens de restauratie geruimd. Twee zakken botten zijn achter de kerk begraven.
De gemeente die hier kerkt, is vrijzinnig te noemen. Paats, ook voorzitter van de kerkenraad, vertelt dat dit al sinds 1878 het geval is. „Soms leek de orthodoxie de overhand te krijgen, maar er is altijd een vrijzinnige meerderheid gebleven.” Het kerkvolk vergrijst. Paats: „Maar je ziet wel heel veel betrokkenheid bij de nieuwe generatie. Die betrokkenheid willen we in dit jubileumjaar graag vergroten.”
Hessorgel in Oudshoornse Kerk Alphen
Na het verschijnen van de psalmberijming van 1773 vond het kerkbestuur van de Oudshoornse Kerk dat er een orgel moest komen in het bedehuis. Lange tijd werd het instrument uit de kerken van na de Reformatie geweerd. In 1783 kreeg de zogeheten Stalpaertkerk een orgel, gebouwd door de firma H. H. Hess uit Gouda. Tot op de dag van vandaag is het grotendeels in originele staat. In 1975 onderging het een grondige renovatie, die verzorgd werd door Flentrop Orgelbouw uit Zaandam, die een vrij pedaal toevoegde. Tussen 1998 en 2001 pleegde Henk van Eeken groot onderhoud aan het Hessorgel. In de kerk worden regelmatig concerten gegeven waarbij ook het orgel dienstdoet. Het wordt volgens de Stichting Oudshoornse Kerk 350 jaar geprezen om zijn „zilverachtige klank.”
Klik {hier.www.oudshoornsekerk.nl} voor de website van de Oudshoornse Kerk.