Kerk & religie

Prunusbende: veilige thuisbasis voor christelijke student

Jong en onbekend met het studentenleven in de grote stad, kwamen ze voor hun studie naar Groningen. Arie de Wit van Urk en Gelske Sieperda uit Bolsward vonden een kamer in studentenhuis De Prunus, een initiatief van de stichting Diakonale Jongeren Huisvesting Groningen (DJHG).

Michiel Bakker

8 May 2015 09:48Gewijzigd op 15 November 2020 18:47
Leon van der Werf (l.) van de stichting Diakonale Jongeren Huisvesting Groningen in studentenhuis De Prunus. Links op de bank Gelske Sieperda, rechts op de voorgrond Arie de Wit. beeld Harrie Kannegieter
Leon van der Werf (l.) van de stichting Diakonale Jongeren Huisvesting Groningen in studentenhuis De Prunus. Links op de bank Gelske Sieperda, rechts op de voorgrond Arie de Wit. beeld Harrie Kannegieter

Welkom in het lekkerste studentenhuis van Groningen, staat er met wit krijt geschreven op een schoolbord in de gang, kennelijk doelend op de kookkunsten van de bewoners. „Liefs, de Prunusbende.” De Prunus bestaat uit twee aaneengesloten woningen boven een supermarkt in de Prunusstraat in de wijk Selwerd. Er wonen zeven christelijke eerstejaarsstudenten en twee hoofdbewoners.

Een van de ‘bendeleden’ is Gelske Sieperda (18), eerstejaarsstudent aan de academische pabo. Ze neemt plaats op een comfortabele bank in de gezamenlijke woonkamer. Die telt twee zithoeken, één met en één zonder televisie. Aan de wand hangt een verzameling oude elpees. Op een plank boven de ingang van de keuken springt een lange rij bierflesjes in het oog.

Thuisgevoel

Sieperda begon in augustus aan haar studie. In De Prunus kon ze de plek innemen van een student die na zijn eerste jaar doorstroomde naar een kamer elders. „Ik was blij dat ik hier terechtkon. Elke dag op en neer reizen vanuit Friesland zag ik vanwege de reistijd niet zitten”, zegt Sieperda. Ze vindt het prettig om na een collegedag niet in een stil huis te komen. „Er is altijd wel iemand met wie je een praatje kunt maken, bij wie je je verhaal kwijt kunt. Dat geeft een beetje een thuisgevoel.”

Arie de Wit (23) nam vier jaar geleden zijn intrek in De Prunus, toen hij zijn studie vastgoed en makelaardij aan de Hanzehogeschool begon. „Ik had daarvoor een jaar aan de CHE in Ede gestudeerd. Daar woonde ik zelfstandig, maar dat beviel me niet zo. Het leek me fijn om samen met andere christenstudenten in een huis te zitten. Via een familielid hoorde ik van De Prunus. Ik had geluk dat er onverwachts een plek vrijkwam doordat een van de toekomstige bewoners gezakt was voor zijn eindexamen en daarom toch niet kwam.”

Het eerste jaar in De Prunus beviel De Wit zo goed dat hij zich aanmeldde als hoofdbewoner, toen er een vacature ontstond. „Als hoofdbewoner heb je een grotere kamer en je betaalt iets minder huur omdat je wat zaken in huis regelt. Intussen trek je op met een leuke groep studenten.”

De twee hoofdbewoners zijn aanspreekpunt voor de eerstejaarsstudenten en onderhouden het contact met het bestuur van de stichting DJHG. Deze werd 25 jaar geleden opgericht vanuit de diaconie van de christelijke gereformeerde kerk in Groningen. „Doel was eerstejaarsstudenten een veilige thuisbasis te bieden, zodat ze rustig kunnen wennen aan de studie, de stad en het studentenleven”, zegt voorzitter Leon van der Werf (30).

Alle bestuursleden zijn christelijk gereformeerd. De bewoners komen uit diverse kerkelijke richtingen. „We hebben zelfs buitenlandse studenten gehad, uit Duitsland en Zweden. Ook dan geldt dat het christenen zijn. Die voorwaarde laten we niet los.”

Elk jaar voert het bestuur samen met de (toekomstige) hoofdbewoners een gesprek met nieuwe kandidaten. Van der Werf: „Dit jaar komen de aanmeldingen vrij laat op gang. We hebben voor komend seizoen nog plaats.” Als er te veel gegadigden zijn, moet er een selectie worden gemaakt. „We hebben zeven kamers. Meer kunnen we er niet van maken. Soms zitten er mensen tussen die al een sociaal netwerk in Groningen hebben. Die vallen dan vaak als eerste af. We letten ook op een goede match in de groep”, aldus de voorzitter.

Huisregels

De Prunus hanteert een serie huisregels die zijn gebaseerd op Bijbelse normen. „Bijvoorbeeld rekening houden met elkaar, een beroep op elkaar kunnen doen bij problemen en het vieren van de zondag.” De studenten zijn „meer dan een verzameling individuele kamerbewoners”, stelt de DJHG. Van hen wordt verwacht dat ze in het studentenhuis op elkaar betrokken zijn.

Juist het contact met medestudenten sprak De Wit indertijd aan. „Het is supergezellig. Je zit niet alleen in een hokje en je maakt nieuwe vrienden.” ’s Avonds eten de bewoners met elkaar. Ook brengen ze behoorlijk wat tijd door in de gezamenlijke huiskamer. Dat is volgens De Wit een verschil met veel studentenhuizen. „Daar is je kamer je leefwereld. Andere studenten kom je alleen in de keuken tegen.”

De hoofdbewoners letten erop dat de huisregels worden nageleefd. De Wit: „Ik voel me geen politieman die alles controleert. Als er iets is, kunnen de eerstejaars bij me terecht. En als het nodig is, geef ik een hint: het wordt een beetje smerig hier.”

De Wit blijft evenals enkele andere studenten regelmatig een weekend in Groningen. „Soms gaan we samen naar de kerk.” Sieperda vertrekt op vrijdag steevast naar Bolsward. „Ik volg daar de belijdeniscatechisatie in de protestantse gemeente en help mee in de kindernevendienst.”

De Wit zit in de laatste fase van zijn studie en verlaat eind dit seizoen De Prunus. Hij vindt het mooi zijn periode als hoofdbewoner dan af te sluiten. „Ik ben nu 23, terwijl de meeste eerstejaarsstudenten 17 of 18 zijn. Het leeftijdsverschil wordt steeds groter.”

Sieperda stroomt tegen de zomer door naar de functie van hoofdbewoner. „Ik heb de hulp door een oudere student als prettig ervaren. Het lijkt me leuk straks nieuwe eerstejaars op weg te helpen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer