Kerk & religie

Een blinde vlek voor „het summum van het kwaad”

APELDOORN. Voor tal van gevaren waarschuwden zij, in de jaren voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog: socialisme, communisme, Rome. Maar voor de ideologie van het nationaalsocialisme, als „het summum van het kwaad”, had bijna niemand van de bevindelijk gereformeerde voormannen destijds écht oog. Hoe valt dat te verklaren?

Van onze verslaggever
4 May 2015 10:26Gewijzigd op 15 November 2020 18:41
Beeld ANP
Beeld ANP

Het is voor dr. R. Bisschop een „prangende vraag. Ik constateer hier toch een soort van blinde vlek.”

Het Tweede Kamerlid voor de SGP was zaterdag een van de sprekers tijdens het symposium ”Bevindelijk gereformeerden en het nationaalsocialisme 1920-1950” in Apeldoorn, georganiseerd door de Erdee Media Groep. Aanleiding vormde het proefschrift van dr. E. G. Bosma, ”Oude waarheid en nieuwe orde”, waarop die donderdag aan de Vrije Universiteit in Amsterdam promoveerde.

Dat de thematiek die Bosma in zijn studie aan de orde stelt leeft, bleek niet alleen uit de grote belangstelling voor de bijeenkomst, maar ook uit de forumbespreking – die overigens op waardige wijze verliep. Dat laatste was 25 jaar geleden, rond de verschijning van de dissertatie van dr. W. Fieret over de SGP in de periode 1918 tot 1948, wel anders, memoreerde W. B. Kranendonk, hoofdredacteur van deze krant. „Op dit punt lijken we met elkaar wel enige vooruitgang te hebben geboekt.”

Voor Bisschop zelf ligt een deel van het antwoord op zijn „prangende vraag” in de „jeugdigheid” van de bevindelijk gereformeerde ‘zuil’ indertijd. „Het besef dat men ook in het publieke domein een verantwoordelijkheid had, was nog maar net opgekomen. Er was sprake van een zekere jeugdigheid, politieke naïviteit. Er was ook nauwelijks kader. En men besefte wel dat er een geestelijke strijd gaande was, maar dat die strijd ons ook omríngt – daar was nog weinig oog voor.” De SGP’er riep dan ook op tot „begrip.”

Maar, zei W. Kok uit Veenendaal, een beperkte groep voormannen doorgrondde het karakter van het nationaalsocialisme wel degelijk. „Ik noem ds. R. Kok uit Veenendaal, die zijn leven in de waagschaal stelde.”

Bisschop: „Zeker. Maar in verzet gaan is toch nog iets anders dan het duivelse karakter van het nazisme doorgronden. Niet elk verzet kwam voort uit de diepe overtuiging dat zich hier het kwaad manifesteerde.” Ds. L. W. van der Meij (Driebergen): „Ik weet dat ds. Kok zeer overtuigd was van het demonische karakter van het nationaalsocialisme.”

Ds. J. J. van Eckeveld (Zeist): „Heeft het feit dat men het satanische karakter van het nazisme niet doorzag ook niet te maken met de visie die men had op de Joden? Ik ben als kind opgegroeid met de gedachte dat wat de Joden overkomen was, zij aan zichzelf te danken hadden: „Zijn bloed kome over ons en onze kinderen.” Dat leefde breed onder ons. Ligt hier ook niet een verklaring?”

„We moeten niet vergeten dat wij ná Auschwitz leven”, merkte Bosma op. „Zij leefden ervoor. Wat konden zij weten, of wílden ze weten, ook als het ging om de Jodenvervolging?”


Lees ook

Geen helden, geen schurken

Ook bevindelijken waren in oorlog „gewoon mensen”

„Zuivering ds. Kersten slordig maar niet onterecht”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer