Een verhaal van oude waarheid en nieuwe orde
De gereformeerde gezindte moet door open zelfreflectie in het reine komen met het verleden, betoogt dr. E. G. Bosma.
Een onderzoek is een eenzame ontdekkingsreis die de onderzoeker door tijden, plaatsen en wereldbeelden voert die hij nog niet voldoende kent. Steeds worstelt hij met wisselende perspectieven en realiseert hij zich dat niet zijn eigen denkkader, maar de belevingshorizon van de door hem te ontdekken tijd leidend moet zijn.
Het verleden is een ver gelegen oord met wonderlijke perspectieven. Perspectieven die door de tand van de tijd zijn beproefd en meer of minder reëel zijn gebleken. Steeds moet de onderzoeker zich hoeden voor de gevaren die hem op zijn ontdekkingsreis bedreigen. Het anachronisme dient vermeden, de finalistische redenering ontkracht en de overhaaste conclusie ontmaskerd te worden.
Jaren dool je schijnbaar doelloos rond in de absurde en afstotende wereld van het nationaalsocialisme en de wondere wereld van de bevindelijk gereformeerden in de jaren twintig, dertig en veertig. Maar toen werd er een verhaal geboren. Een verhaal dat gaat over een oude waarheid en een nieuwe orde.
Onthutsend
In mijn historische zwerftocht deed ik drie onthutsende ontdekkingen, in de wetenschap, in de refozuil en in bestudeerde archieven.
De ontdekking in de wetenschap was wel dat het in de literatuur bestaande beeld van bevindelijk gereformeerden en hun houding ten aanzien van het nationaalsocialisme en de bezetter gebaseerd is op de uitzonderingen en niet op de regel. De meeste beschrijvingen zijn finalistisch en weinig historisch. Mensen worden niet beoordeeld tegen de achtergrond van hun eigen historische context. Er is nauwelijks aandacht voor de belevingshorizon van de beschreven tijd met de daarbij horende opvattingen. Het juiste wetenschappelijke zicht op de historische werkelijkheid wordt bovendien vertroebeld door het weinig vruchtbare paradigma van goed en fout. Dit zwart-witbeeld is aantrekkelijk in zijn eenvoud, maar misleidend om te komen tot begrip van het historische proces. Steeds lopen geschiedschrijving en ethiek door elkaar heen.
In de refozuil deed ik eveneens een aantal onthutsende ontdekkingen. Het verhaal van de foute Kersten en de dubieuze opstellingen van bevindelijk gereformeerden en SGP’ers is zo vaak herhaald dat we het zelf zijn gaan geloven. Ieder die dat beeld enigszins nuanceert, wordt versleten voor een prediker voor eigen parochie. Niet gehinderd door enige kennis heeft men in onze kring soms een buitengewoon aperte mening. Zeker wanneer het kanttekeningen betreft bij keuzes en gedragingen van kinderen en knechten van God.
Nu mag men nooit personen zomaar veroordelen, zeker als deze personen zichzelf niet meer kunnen verdedigen. Maar de onderzoeker is niet verantwoordelijk voor wat hij in de archieven vindt. Hooguit kan hij verantwoordelijk zijn voor de wijze waarop het gevondene naar buiten wordt gebracht.
Bovendien kwam ik erachter dat bevindelijk gereformeerden bijzonder geïnteresseerd zijn in het verleden, maar niet in de historiciteit van datzelfde verleden. Er is nauwelijks een subcultuur in Nederland die zich meer laat inspireren door het verleden dan de gereformeerde gezindte, en toch is men huiverig voor de wetenschappelijke geschiedschrijving. Die wordt als bedreigend ervaren. Deze houding brengt ons echter niet verder in het begrijpen van het historische proces. Sterker nog: zij staat een goed begrip van het verleden danig in de weg en daarmee ontnemen we onszelf de mogelijkheid om van onze eigen fouten te leren.
Zelfreflectie
In de archieven deed ik eveneens een aantal onthutsende ontdekkingen. De inhoud van de strafrechtelijke dossiers van diverse bevindelijk gereformeerden was bij tijden schokkend. Het onthutsendst vond ik echter nog niet eens zozeer de oorlogsperiode, als wel de periode direct na de oorlog. Deze chaotische periode was een tijd van weinig rechtszekerheid en rechtsstatelijkheid. De gevallen van ds. Siegers en ds. Lekkerkerker getuigen daarvan. De wijze waarop men elkaar binnen de bevindelijke wereld na de oorlog bejegende is in een aantal gevallen evenzeer schokkend. Zo bleek de ontdekkingstocht door de archieven ook een tocht met onthutsende ontdekkingen te zijn.
Het verhaal van de oude waarheid en de nieuwe orde is dan ook een verhaal dat oproept tot kritische zelfreflectie. Het is nodig dat de gereformeerde gezindte collectief in het reine komt met het verleden. Daarvoor is het nodig om openheid te betrachten.
De auteur is docent geschiedenis aan het Van Lodenstein College.