Een twist met Schotland
De Heilige Geest trekt Zich steeds meer terug uit Schotland, stelt de Schotse predikant dr. J. R. Tallach. „Er worden weinig bekeringen gevonden, al is dat niet iets nieuws in de geschiedenis van de kerk. Maar ook predikanten moeten zich de vraag stellen: Zijn we nog wel zo vurig en geestelijk gezind als onze voorgangers?”
Dr. Tallach, predikant van de Free Presbyterian Church of Scotland (FPCS) in Stornoway, in de Schotse Hooglanden, was deze week enkele dagen in Nederland vanwege zijn spreekbeurt op de Mbuma-zendingsdag. Het was de vierde keer dat hij het woord voerde op de zendingsdag. De eerste keer was dat in 1974. „Er waren toen 6500 bezoekers, drie toespraken in de morgen en drie in de middag. We worden steeds bemoedigd door de aanwezigheid van zo veel mensen in Nederland. We voelen een bijzondere band met hen en met de predikanten die daar voorgaan.”
Stichting Mbuma-Zending wordt gedragen door de FPCS in samenwerking met de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Hersteld Hervormde Kerk en andere gemeenten en personen. Al ruim honderd jaar wordt er zendingswerk verricht in onder andere Mbuma in Zimbabwe. Er zijn zendingsposten, scholen, een kindertehuis, een ziekenhuis en een middelbare school. Daarnaast bedrijft men zending in Kenia.
Deze week had de 52e zendingsdag plaats. De ongeveer 3500 bezoekers zijn er net zo veel als het totaalaantal leden van de FPCS in Schotland (het kerkverband kent ook een aantal gemeenten in de VS, Canada, Australië, Oekraïne, Engeland, Nieuw-Zeeland en Zimbabwe). De kerk ontstond in 1893 als afsplitsing van de Free Church of Scotland, vanwege bezwaar tegen „ongereformeerde besluiten” van deze kerk.
„We zijn een erg kleine kerk met in Schotland zo’n dertig gemeenten en vijftien predikanten”, vertelt ds. Tallach. „We willen gereformeerd zijn in leer, eredienst en praktijk. Dat wil zeggen: qua leer staan we achter de vijf hoofdpunten van het calvinisme, de Dordtse Leerregels. In de eredienst volgen we alleen wat expliciet in de Heilige Schrift is voorgeschreven. In de praktijk betekent dit dat we alleen psalmen zingen, geen muziekinstrumenten gebruiken en geen feestdagen kennen, zoals Kerst, Pasen of Pinksteren.”
In het Oude Testament is er wel sprake van muziekinstrumenten en koren, erkent ds. Tallach, maar het Oude Testament is volgens hem toch een uiterlijke vorm van eredienst die in het Nieuwe Testament op geestelijke wijze is vervuld. „We maken nu muziek in ons hart en hebben daarvoor geen muziekinstrumenten nodig.”
En de kerk gebruikt nog steeds het woord sabbat in plaats van zondag voor de eerste dag van de week?
„Dat klopt, het is een term die regelrecht terug te vinden is in de Bijbel. Het woord zondag heeft te veel de betekenis gekregen van een dag van ontspanning en allerlei activiteiten die ons juist afhouden van de viering van de dag des Heeren. Gods kinderen moeten afgezonderd van de wereld leven. Het is een van de grote zonden in de kerk in Schotland dat dit niet meer gebeurt.”
Waaruit blijkt dat?
„We zien dat op het punt van de acceptatie van homoseksualiteit in de Church of Scotland, de gevestigde nationale kerk. In de samenleving is er steeds meer een roep om gelijke erkenning van de rechten van homoseksuelen. Die trend zet door in de kerk, evenals die van het toelaten van vrouwen tot het ambt. Wie de Schrift loslaat, wordt beïnvloed door de wereld. Het is allemaal des te pijnlijker omdat de Bijbel juist het huwelijk noemt als voorbeeld van de intieme band tussen Christus en Zijn kerk. De acceptatie van homoseksuelen is niet alleen een belediging voor Christus en de kerk, maar brengt de samenleving ook schade toe omdat gezin en huwelijk de hoekstenen daarvan zijn. Als het fundament van een huis verdwijnt, zakt het hele gebouw in elkaar.”
Uw kerk spreekt van belijdende leden als kern van de kerk. Daarnaast zijn er nog toehoorders. Zijn die dan geen lid?
„De situatie is zo dat de Schotse kerken degenen die gedoopt zijn als kerkleden beschouwen. Dat is voor ons niet de juiste Bijbelse visie. Wie bij ons lid wil worden, meldt zich bij de kerkenraad en zegt dat hij belijdenis van zijn geloof wil doen en daarmee wil deelnemen aan het avondmaal. De kerkenraad onderzoekt dan het geloof van degene die zich meldt, en als hij vindt dat er sprake is van een zaligmakende verandering en wedergeboorte krijgt zo iemand een penning die op de zaterdagavond voor de avondmaalsbediening uitgereikt wordt. Deze moet hij afgeven tijdens de bediening van het sacrament op de zondag. Dat is een oude Schotse traditie die nog steeds in gebruik is.”
De kerk maakt zich zorgen over de geestelijke toestand van het kerkverband, zo blijkt uit het recente visitatierapport.
„We zien geen bekeringen meer zoals we die graag willen zien, althans wanneer we het vergelijken met veertig jaar geleden. In mijn gemeente in Stornoway zijn er de afgelopen zes jaar slechts twee nieuwe leden bij-gekomen. We hebben nu dertig leden en evenzoveel toehoorders. Die stilstand bedroeft ons.”
Hoe komt dat? Werkt de Geest niet meer?
„Ik geloof dat de Heilige Geest Zich uit Schotland heeft terugtrokken en niet meer zo krachtig werkt zoals in het verleden. Dat is niet alleen de ervaring in mijn gemeente, maar in heel het kerkverband. De voorgangers prediken trouw het Evangelie, zoals in het verleden, maar er is nauwelijks vrucht. Tegelijkertijd is dat niet iets nieuws, want de Bijbel leert ons al dat Jakob dun is geworden. We moeten geen grote dingen zoeken en de dag van de kleine dingen niet verachten.”
Kan men ook zeggen: de Geest werkt wel maar wordt tegengestaan of bedroefd?
„Dat is ook zeker het geval. Er is altijd een concrete reden waardoor de Geest niet meer zo werkt. Dat komt vooral door eigen schuld, ons opgaan in de wereld. Vergelijk het met licht en duisternis. Als het licht komt, moet de duisternis wijken, en omgekeerd. Ook Gods kinderen kunnen de Heilige Geest bedroeven zodat Hij wegtrekt. David bad God of Hij Zijn Geest niet van hem wilde wegnemen, hoewel Hij een kind van God was. Voorgangers moeten zich ook afvragen of zij het Evangelie wel getrouw genoeg prediken, werkelijk zo geestelijk zijn als hun voorgangers in het verleden en ook werkelijk in gebed zijn voor kerk en volk. Anderzijds zien we Gods soevereiniteit ook in Zijn níét-werken.”
Uw kerkverband wordt vaak vergeleken met de Gospel Standardbaptisten, ook een kleine minderheid die steeds meer te kampen heeft met vergrijzing.
„Er komen regelmatig leden van deze gemeenten in onze diensten. We voelen geestelijke verwantschap met hen, maar de grote verschillen zijn er ten aanzien van de kinderdoop en het vrije aanbod van genade. We prediken het Evangelie zonder onderscheid aan allen en maken geen verschil ten aanzien van de toehoorders. Alle zondaren hebben het Evangelie nodig en worden tot Christus genodigd.”
In 1989 voltrok zich een scheuring binnen uw kerkverband vanwege het bezoek van Lord Mackay, voorzitter van het Britse Hogerhuis en ouderling van uw kerk, aan een rooms-katholieke mis. Een substantieel deel verliet de kerk na zijn schorsing en ging verder als de Associated Presbyterian Church. Was de scheuring nodig en is zij nog te helen?
„De scheuring was onvermijdelijk en ging eigenlijk om veel meer dan een bezoek aan een mis of de houding ten opzichte van Rome. Veel leden kenden Lord Mackay zelfs niet eens. Het ging ten diepste om het gezag van de classis, dat Lord Mackay niet erkende. In onze traditie heeft de classis bindend gezag. We verwachten niet dat de breuk geheeld wordt. De Associated Presbyterian Church hecht minder aan de oude beginselen en benadrukt meer de rechten van de lokale gemeente. Ook zien we dat zij bepaalde gewoonten minder serieus nemen, zoals het dragen van een hoofddeksel door vrouwen tijdens de eredienst of het vasthouden aan de King Jamesvertaling. De gevolgen van de scheuring zijn groot geweest, omdat een grote middengroep die midden in de samenleving stond en een aantal jonge gezinnen onze kerk verlieten. Wat overbleef, bestond vaak uit jonge kinderen en oudere mensen.”
Uw kerk steunt al lange tijd zending in Zimbabwe. Hoe gaat het in het land van president Mugabe?
„De situatie is momenteel rustig en stabiel. We worden op geen enkele wijze gehinderd in ons werk. De grote vraag is wel wat er gebeurt na het overlijden van de president. Daar zijn we bezorgd over. De kerk groeit echter. In Bulawayo zijn nu twee gemeenten en een derde is in oprichting. De John Tallachschool voor middelbaar onderwijs draait erg goed en behoort zelfs tot de top in deze klasse in Zimbabwe. Zij kan zich nu financieel bedruipen. Het Mbumaziekenhuis is nog wel afhankelijk van externe steun, maar we zien zelfs dat de regering het ziekenhuis in toenemende mate steunt. Mugabe weet hoeveel hij aan zending te danken heeft gehad, omdat hij opgroeide onder de rooms-katholieke missie. Hij merkt ook hoe belangrijk de gezondheidszorg is voor de bevolking. Het zendingswerk in Mbuma en Kenia is voor 85 procent afhankelijk van steun in Nederland. We zijn nu bezig het werk zo te organiseren dat het steeds onafhankelijker wordt. Het is niet goed om jaren aaneen grote bedragen te geven zonder een prikkel tot zelfstandigheid. Het besluit tot verzelfstandiging is genomen en we hebben alle hoop dat het ook zal werken.”
Ds. J. R. Tallach
Ds. Tallach studeerde in 1967 in Schotland (Aberdeen) af in de geneeskunde en vertrok in 1969 naar het Mbumaziekenhuis in Zimbabwe, het toenmalige Rhodesië. Tallach trouwde in 1976 met Mairi, een Schotse onderwijzeres van de Ingwenyazendingsschool, en keerde naar Schotland terug voor de studie voor predikant. Het echtpaar vertrok in 1980 weer naar Mbuma en werkte daar drie jaar in het ziekenhuis en voor de plaatselijke gemeente in Mbuma. In 1983 werd ds. Tallach predikant in het Schotse Raasay en zes jaar later in Stornoway. Ds. Tallach was onder meer voorzitter en scriba van de algemene synode van de FPCS en is secretaris van de commissie voor buitenlandse zending. Het echtpaar Tallach heeft twee dochters en acht kleinkinderen.