Hoe de kerk in Rusland het communisme verving
De Russisch-Orthodoxe Kerk laat zich steeds meer gelden in de Russische maatschappij. Door het hele land verrijzen er nieuwe kerken en de Russisch-Orthodoxe Kerk opereert als gids voor het volk. Hand in hand met de overheid. De kerk als het nieuwe communisme.
Het is maandagochtend en mensen schuifelen stil naar binnen voor de dienst in de Aartsengel Michaëlkerk uit 1874, de oudste Russisch-Orthodoxe kerk van Sotsji. Voordat de dienst begint, poetsen twee vrouwen de kandelaren en de vloer alsof hun leven ervan afhangt. Sommige kerkgangers volgen de dienst van het begin tot het einde. Anderen wippen langs en zijn binnen een minuut weer vertrokken.
Of je nu wel of niet religieus bent, de mystiek van een orthodoxe dienst bevangt iedereen. Zo ook deze ochtend in de Aartsengel Michaëlkerk aan de Russische Zwarte Zee. Het goud, het gezang van het koor vanaf het balkon, de warme lucht van walmende kaarsen, de donkere stem van de priester die de dienst leidt, het publiek dat kruisjes slaat, opzij stapt en deemoedig het hoofd buigt als de priester met wierook langsloopt.
Na afloop vertelt de 55-jarige vader Ivan –een kruis hangt op zijn buik– buiten over de moeilijke jaren onder het atheïstische communisme, toen de Aartsengel Michaëlkerk werd gebruikt als graanschuur. Over de huidige periode klinkt hij een stuk opgetogener. Na het einde van het Sovjetrijk in 1991 zag hij dat de Russen zich massaal tot het orthodoxe christendom wendden. In elke wijk in het Zuid-Russische Sotsji kwam er een kerk, met dank aan donaties van burgers. De diensten zitten vol. Mensen verlangen naar herstel van de band met de kerk, meent vader Ivan. Ze eisen het, want Rusland is altijd een christelijke natie geweest.
Het orthodoxe geloof zat altijd al in de Russen sinds de bekering in 988 door grootvorst Vladimir. Tot de donkere Sovjetjaren in de vorige eeuw. Toen werd religie ingeruild voor het communisme. Niet God wees de weg, maar leider Lenin. Religie ondermijnde de macht en werd verboden. Priesters werden vervolgd en geëxecuteerd. Kerken werden gesloopt of gebruikt als opslagplaatsen. Alleen bij de mensen thuis hingen verstopt in een kast nog iconen.
Toen het in 1991 afgelopen was met de communistische droom werd religie weer openlijk omarmd. Genietend van de herwonnen vrijheid grepen Russen hun kans. Als lucht die ontsnapt uit het ventiel van een fietsband. Beschouwde volgens opiniebureau Levada in april 1989 17 procent van de Russen zich orthodox, in november 2013 bleek dat te gaan om 68 procent van de Russen.
Rol overheid
De overheid helpt een flinke hand mee aan de stevige opmars van de Russisch-Orthodoxe Kerk. Zo is het vaker geweest in Rusland. Tsaren voelden zich verbonden met het Russisch-orthodoxe geloof. De eerste Russische president Boris Jeltsin liet de door Sovjetleider Stalin vernietigde Christus Verlosserkerk in Moskou herbouwen.
Onder Jeltsins opvolger Vladimir Poetin gaat de opmars in een hogere versnelling door. Het Russisch-orthodoxe geloof is onlosmakelijk verbonden met zijn Rusland. In het hele land verschijnen nieuwe kerken met hun kenmerkende gouden koepels.
In Sotsji kreeg de wereld vorig jaar tijdens de Olympische winterspelen Poetins Rusland te zien. Ze toonden de herrijzenis van Rusland na de val van de Sovjet-Unie, na de vernederingen en onzekerheden van een inkrimpend rijk, gevolgd door de chaos en de crises. Duizenden arbeiders werkten dag en nacht aan moderne stadions, hotels, appartementen, spoorwegen, een vliegveld, tunnels, wegen en skipistes. En aan het Heilige Gezicht van de Christus Verlosserkerk, die staat aan de rand van het olympische park. De koepels vielen niet te missen voor de olympische sporters en bezoekers.
In deze creatie van Poetin is de aanwezigheid van de kerk niet verrassend. Precies een maand voor de openingsceremonie van de spelen woonde de president de kerstdienst bij in de Heilige Gezicht van de Christus Verlosserkerk. Vroom stak hij een kaars aan. Kerk en staat smolten samen. Terwijl Poetin terugliep, bogen de vrouwen vooraan hun hoofden voor de president.
Het was niet de eerste keer dat Poetin een dienst bezocht, hoewel Rusland volgens de grondwet geldt als een seculiere staat. Met Pasen (voor orthodoxe gelovigen belangrijker dan Kerst) laat de president zijn gezicht zien in de kerk – dit jaar in de Moskouse Christus Verlosserkerk. Patriarch Kirill, de hoogste baas van de Russisch-Orthodoxe Kerk, leidde de dienst.
Vaderland
In Poetins Rusland speelt de kerk de rol van opvoeder van het volk, van gids voor het vaderland, van hoeder van conservatieve waarden. Ze mengt zich in het publieke debat. De kerk brengt het volk manieren bij: drink en rook niet, pleeg geen abortus en heb het vaderland lief.
Kirill noemde Poetin in de aanloop naar de presidentsverkiezingen drie jaar geleden een godswonder. De patriarch maande de Russen tot kalmte rond de val van de roebel afgelopen winter. Dit jaar bezocht hij de Doema, het Russische parlement, en riep de parlementariërs ertoe op om zich tegen abortus te keren. Dat laatste, stelden critici, vormde opnieuw het bewijs van de oprukkende macht van de Russisch-Orthodoxe Kerk.
De jongste rel over de invloed van de Russisch-Orthodoxe Kerk speelde zich af rond de uitvoering van Wagners opera Tannhäuser in de Siberische stad Novosibirsk. Metropoliet Tichon beklaagde zich ervoor dat het stuk pornografische elementen bevatte. Schadelijk voor het heilige Rusland, dat gered moet worden van westerse invloeden zoals euthanasie en homohuwelijk. Openbare aanklagers begonnen een proces, maar de rechter vond niet dat het theater zich schuldig maakte aan het beledigen van gelovigen. Tichon kreeg wel steun van minister Vladimir Medinski van Cultuur. Vorige maand ontsloeg de bewindsman de directeur van het theater. Zie je wel dat staat en kerk met elkaar samenwerken, zeiden de critici opnieuw.
Belasting
In Sotsji spreekt vader Ivan dat tegen. Ja, de overheid ontziet de kerken in Sotsji door over donaties geen belasting te vragen, zegt hij. Maar van een verbintenis tussen kerk en staat is geen sprake. De grondwet wordt gehoorzaamd.
En de prijzenswaardige uitspraak van Kirill over Poetin, was dat geen stemadvies? Die woorden heeft vader Ivan niet gehoord. Kirill wilde hiermee vast benadrukken dat Poetin zorgt voor stabiliteit, geeft hij als verklaring. Kijk maar naar Spanje, Griekenland en Cyprus. Landen die zwalken. En het patriarchale spreken over abortus in de Doema? Kan dat wel? Dat was puur om de parlementariërs bij te praten, kaatst Vader Ivan terug. Ze hebben weinig verstand van dit onderwerp.
De Russisch-Orthodoxe Kerk laat nadrukkelijk van zich horen, maar helpt ze het volk daadwerkelijk in de praktijk? Jazeker, antwoordt vader Ivan. Hij vertelt dat de Russisch-Orthodoxe Kerk in Sotsji Oekraïense oorlogsvluchtelingen opvangt. En op het territorium van het Heilige Gezicht van de Christus Verlosserkerk bij het olympische park komt een ouderencomplex.
Die avond bidden in een afkickcentrum in Sotsji ex-drugs- en -alcoholverslaafden voor het eten. In hun slaapkamers liggen bidprentjes op het nachtkastje, de Bijbel staat in de kast en op de schouw hangen verschillende beeltenissen van Jezus. Van de kerk leren de verslaafden zichzelf en de medemens lief te hebben, klinkt het uit de mond van Maksim Minakov (28). De Bijbel wijst hun de weg naar een beter leven. Ze assisteren bij de zondagsdiensten en elke week komt er iemand van de kerk op eigen initiatief om hun te vertellen over het Russisch-orthodoxe geloof.
Maar de liefde komt vooral van één kant, verduidelijkt ex-verslaafde en gelovige Vitali Martjanov (35) de avond ervoor in een sushibar in Sotsji. Hij is directeur van het afkickcentrum. De Russisch-Orthodoxe Kerk biedt geen helpende hand aan de samenleving. Want dit is Rusland. In tegenstelling tot Europa zijn er geen kerkenof overheidsinstellingen die de burgers helpen, vertelt hij. Verslaafden worden niet gezien als mensen, maar als misdadigers. Ze stelen geld, is het beeld, en daarom horen ze in de gevangenis.
De kerk is er lang niet altijd voor het volk, beaamt Pjotr Tsjistjakov in een Moskouse koffiebar. Er is binnen de Russisch-Orthodoxe Kerk een afdeling sociale hulp, maar die loopt niet gestructureerd en er is te weinig geld. Of een lokale kerk zich inzet voor de bevolking hangt volledig af van de desbetreffende priester, die daar wel of geen zin in heeft.
Staatsideologie
En als de kerk zich het lot van de bevolking aantrekt, kan dat niet altijd op begrip rekenen bij de overheid. Tsjistjakov (35), werkzaam bij het Centrum voor Religieuze Studies aan de Russische Staatsuniversiteit voor Humanistiek, komt met een voorval van vier jaar geleden. Een Russisch-Orthodoxe kerk deelde in het centrum van Moskou voedsel uit aan zwervers, waardoor zich buiten op straat een lang rij van ”bomzji” verzamelde. Pal voor het stadhuis. De gemeente Moskou moest er niets van hebben en verbood de hulp. Want met alle bezoekende hoogwaardigheidsbekleders waren de zwervers slechte pr voor de stad.
Tsjistjakov wil ermee zeggen: kerk en overheid zijn er vooral voor elkaar. Ze hebben elkaar nodig als een symbiose. De overheid telt geld neer voor de bouw van kerken. Priesters preken niet alleen in de gebedshuizen, maar ook op scholen over hoe je je als een patriottische Rus moet gedragen. Hoe je je land respecteert door een christen te zijn.
Tsjistjakov ziet de kerk als het nieuwe communisme, bij gebrek aan een staatsideologie. Zodat er onder het volk een gedachte leeft en niemand hinderlijk uit de pas loopt. Om het volk te verenigen, zodat een verdere implosie van het Russische rijk uitblijft. De grote angst van het Kremlin. In plaats van hamer en sikkel bepalen nu de gouden koepels van de orthodoxe kerken het Russische landschap.
Met haar morele adviezen en uitspraken geeft de Russisch-Orthodoxe Kerk het volk houvast na de turbulente jaren en onzekerheden die volgden op het einde van de Sovjet-Unie. Van de orthodoxe Russen gaat ongeveer 5 procent naar de kerk, zegt Tsjistjakov. Statistieken bevestigen zijn woorden. Want het gaat volgens hem niet om het geloven in God. Het orthodoxe geloof is er ter identificatie. Als onderdeel van de Russische identiteit.
Dit is het vierde deel van een tiendelige serie over de toekomst van het christendom in Europa. Op zaterdag 30 mei deel 5: Frankrijk.
„Alle christendom buiten de orthodoxie is verdacht”
Er verschijnt een twinkeling in zijn ogen als Joeri Sipko terugdenkt aan de jaren negentig. Het einde van het communisme schiep toen voor alle religies in Rusland mogelijkheden. Ook voor de baptisten. „Na de val van de Sovjet-Unie kende de vrijheid geen grenzen. Het was een vrolijke tijd. Alles was mogelijk”, glimlacht de oud-president van de Unie van Evangelische Christenbaptisten in Rusland.
Hoe anders is dat volgens hem nu. Als in een partnerschap trekt de staat op met de Russisch-Orthodoxe Kerk, waarbij andere geen ruimte krijgen. „Net als de Russisch-Orthodoxe Kerk kent de Russische overheid een wrede hiërarchie met aan het hoofd een dictator. In Rusland bestaan geen vormen van concurrentie. De staat en de kerk trekken het monopolie naar zich toe. Niet alleen wat betreft religie, maar ook in de cultuur en in de politiek. Ze dulden geen vrijheid. Bang dat het volk wordt beïnvloed. Ze zien de vrije mens als een gevaar. We zijn de afgelopen vijftien jaar afgegleden.”
Deze ontwikkeling hebben de baptisten gemerkt, stelt Sipko (62) in het gebouw van de Baptistenunie in Moskou. Recht op een eigen televisiezender hebben ze niet. Voor publieke bijeenkomsten krijgen ze geen toestemming. En nog meer beperkingen lijken onderweg. De Russische regering komt mogelijk met een wet die buitenlands financiering aan kerken en religieuze gemeenschappen aan banden legt.
Baptisten in Rusland vallen buiten de gevestigde orde. Rusland kent vier officiële godsdiensten: het jodendom, het boeddhisme, de islam en het oosterse christendom. Alles wat zich daarbuiten bevindt, hoeft niet te rekenen op steun van de staat. „Alles wat niet-traditioneel is, ziet de Russische overheid als een gevaar”, zegt Sipko. „In de ogen van het Kremlin vormen baptisten de vijanden van de macht, de vijfde colonne, en zijn ze een verlengstuk van het Westen dat uit is op de vernietiging van het heilige Rusland.”
Waar de gepensioneerde president Sipko harde woorden niet schuwt, klinkt Vitali Vlasenko, hoofd externe relaties binnen de Unie van Evangelische Christenbaptisten in Rusland, een stuk gematigder, diplomatieker. Sipko en Vlasenko vormen in hun uitspraken haast twee verschillende werelden onder letterlijk één dak van het baptistengebouw.
Om de goede verhoudingen met de Russische-Orthodoxe Kerk te onderstrepen, toont de 45-jarige Vlasenko een uitnodiging voor een ontmoeting met zijn Russisch-orthodoxe collega’s. Hij wijt de gebrekkige daadkracht onder de baptisten (100.000 verspreid over Rusland) niet aan tegenwerking van de overheid, maar aan geldgebrek. „We hebben een bescheiden budget. Maar ik zie geen begrenzingen. We hebben vrijheid van handelen. We organiseren zomerkampen en bezoeken kindertehuizen en gevangenissen.”
„Misschien ben ik wel naïef”, reageert hij op de vraag waarom hij gematigder klinkt dan Sipko. Vlasenko haast zich te zeggen dat de burgemeester van Toljatti (een Russische industriestad met 718.000 inwoners, FA) baptist is. „Als we vijanden waren van de Russische overheid was dat toch niet mogelijk geweest?”