Kerk & religie

Haagse voorganger preekt voor zoekers in Vinex-wijk

Een nieuwe Vinex-wijk waar duizenden huizen zouden komen, maar geen kerk werd gebouwd. Daar streek missionair pionier Arjen ten Brinke (30) eind 2007 neer met zijn gezin. In de loop der tijd is er in de Haagse wijk Wateringse Veld een christelijke gemeenschap ontstaan.

25 April 2015 10:31Gewijzigd op 27 March 2023 16:30
Arjen ten Brinke, Peter van der Spek en Jagoda Labus (v.l.n.r.) bij het gebouw van BOEI 90 in Den Haag. Foto Dirk Hol
Arjen ten Brinke, Peter van der Spek en Jagoda Labus (v.l.n.r.) bij het gebouw van BOEI 90 in Den Haag. Foto Dirk Hol

BOEI 90, staat er met grote letters boven de deur van een pand in het hart van de Haagse wijk, grenzend aan het dorp Wate­ringen. Op de begane grond was –op nummer 90– ooit een kliniek van een dierenarts gevestigd. In 2007 werd het een ontmoetingsplek waar (christelijke) activiteiten worden georganiseerd.

„Een boei geeft houvast en is een teken van hoop. Dat geeft onze naam aan”, zegt Ten Brinke. Zeven jaar lang woonde hij met zijn vrouw Annemarie en hun vier kinderen, in de leeftijd van twee tot en met tien jaar, in een appartement boven de ontmoetingsruimte van BOEI 90. Twee maanden geleden verhuisden ze naar een ruimere eengezins­woning elders in de wijk.

In 2007 las Ten Brinke een advertentie van de IZB (voor zending in Nederland) waarin een missionair pionier werd gevraagd voor Wateringse Veld. Destijds woonde hij in Sliedrecht, werkte bij stichting Ontmoeting in Rotterdam en studeerde in deeltijd theologie aan de Universiteit Utrecht. Hij ervoer het als zijn roeping om in de Haagse Vinex-wijk met 24.000 inwoners aan de slag te gaan. „Mijn opdracht was: Leg relaties met de bewoners, kijk wat er gebeurt en of je een nieuwe christelijke gemeenschap kunt stichten.”

Barbecue

In december 2007 werd Ten Brinke bevestigd, in een gezamenlijke dienst van de protestantse en de hervormde gemeente Wateringen. „Een dag later zat ik hier. Het was stil op straat –in deze wijk wonen veel twee­verdieners– en het regende. Wat doe je dan? Ik ging kennis­maken met de directeur van de basisschool en een huisarts. We kozen er later bewust voor onze kinderen naar de dichtstbijzijnde school in de buurt te laten gaan, want dit is de plek waar God ons riep om te leven. Onze kinderen zijn de enigen in hun klas die op zondag in de kerk komen.”

Vanuit huis werd het echtpaar Ten Brinke in de wijk actief. „We organiseerden een barbecue en nodigden de buren daarvoor uit. Aan het begin zei ik dat we gewend zijn te bidden voor het eten, waarna ik een gebed uitsprak. En aan het eind las ik uit de Bijbel en zei daar kort iets over. Christen-zijn is leven met Hem. Zo willen we in deze wijk onze plek hebben, ook door gericht voor mensen om ons heen te bidden.”

Gaandeweg ontstonden er meer contacten, die leidden tot activiteiten zoals een vrouwenochtend, kinder- en tienerclub. „Stapje voor stapje zoeken we onze weg. Het kostte zeker in het begin veel moeite om vertrouwen te winnen. Nogal wat mensen hebben het helemaal gehad met de kerk. Als ik bij de kapper zat, moest ik uitleggen dat ik christen ben en tóch spoor.”

Samenkomsten

In het begin bezocht het gezin de diensten van de hervormde gemeente in Wateringen. Na vier jaar startte Ten Brinke op zondag christelijke samenkomsten in Wateringse Veld, eerst één keer per maand, later elke veertien dagen en uiteindelijk wekelijks. Omdat de ruimte van BOEI 90 te klein werd, hebben de diensten nu plaats in het Centrum voor Jeugd en Gezin. „Er komen gemiddeld honderd mensen. Ongeveer de helft is christen –vaak nog maar kort– de andere helft zoeker.”

In theologisch opzicht is BOEI „een orthodoxe gemeente met een evangelicale inslag. We geloven dat Jezus Christus gekomen is voor de vergeving van zonden, tot ons behoud. En dat Hij werkelijk is opgestaan uit de dood”, zegt Ten Brinke.

De diensten hebben een vaste liturgie. „We zingen, bidden en ik houd een preek. Daaraan voorafgaand vertoon ik een video van twee of drie minuten die met het onderwerp te maken heeft. Recent ging het over overspel. Een ander thema was ”Moet dat nou, die hel?” of ”Pasen, ja nou en?” We kijken dan wat de Bijbel daarover zegt. De preek is gericht op zoekers. Soms worden zij gelukkig vinders. Op andere momenten bieden we hun dan mogelijkheden voor verdieping.”

Het is soms werken op „keiharde grond”, ervaart Ten Brinke. „Het mooiste zou natuurlijk zijn als iedereen stond te trappelen om het Evangelie te horen, maar dat is niet zo. Dit werk vraagt veel geduld en volharding, blijven werken vanuit je roeping. Niemand zoekt uit zichzelf God. Maar Hij is naar mij toe gekomen en heeft mij gevonden. Dan kan het zeker ook voor mijn buurman.”

Dromen

Na zeven jaar is het fulltimedienstverband van Ten Brinke per januari teruggebracht tot 50 procent. „Mijn belangrijkste taken zijn het voorgaan in diensten en het leiden van een kring. Verder bewaak ik het DNA van de gemeente: we moeten echt gericht blijven op zoekers. Andere taken, onder meer pastorale, worden nu gedaan door leden van ons leiderschaps­team.”

Dromen heeft Ten Brinke na ruim zeven jaar nog steeds. „Op dit moment hebben we vooral contact met blanke, hoog­opgeleide mensen. Ik denk er weleens aan om in een andere hoek van Wateringse Veld een gemeenschap te stichten die meer op Turkse en Marokkaanse bewoners is gericht. In de wijk waar we sinds twee maanden wonen, is deze groep sterk vertegen­woordigd.”

Dat hij minder voor BOEI 90 ging werken, is volgens Ten Brinke mede „om te voorkomen dat de gemeente te veel aan mij als voorganger gaat hangen. Als we hier ooit weg gaan, is het mooiste als de mensen zeggen: Arjen en Anne­marie waren aardige mensen, maar we missen hen niet.”

Dit is het slot van een tweeluik over pioniersplekken.


„Op eigen kracht red ik het niet”

Naam: Jagoda Labus (60)

Woonplaats: Den Haag

Burgerlijke staat: getrouwd, één kind

Werk: tolk

Eerste contact met BOEI 90: september 2014

Ik ben in Kroatië, voormalig Joegoslavië, geboren en getogen. Op m’n 21e kwam ik naar Den Haag vanwege mijn huwelijk met een Nederlandse man.

Samen met mijn broer ben ik beschermd opgevoed. Mijn moeder kwam uit een rooms-katholieke familie en was heel gelovig; mijn vader was van het geloof afgevallen. In mijn jeugd ging ik op zondag met mijn moeder mee naar de kerk. Ik ben gedoopt, heb catechisatie gevolgd, eerste communie gedaan en het vormsel gekregen. Ook ben ik in de kerk getrouwd.

Als kind hield ik van Jezus, maar op een gegeven moment ging ik God als boeman zien. „God is boos op jou”, zei een oude tante als het onweerde. In de roomse kerk waarvan ik deel uitmaakte voelde ik weinig liefde. In Nederland kreeg ik veel contacten. Als het om geloof ging, zeiden sommigen: „Een intelligent persoon gelooft in deze tijd niet meer in God.” Voor mij hoefde het geloof op den duur ook niet meer.

Ik liep wel met vragen, al van jongs af aan: Waarom ben ik op aarde? Wat is het doel van mijn leven? Trouwen, kinderen krijgen, sterven: is dat het dan? Ik werd bijna depressief van die gedachte. Antwoorden op mijn vragen zocht ik onder meer in oosterse filosofieën en meditatie. Ik bezocht bewustzijnstrainingen in Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten. Daardoor leerde ik mezelf beter kennen, maar ik was nog steeds niet helemaal gelukkig en vond nog geen vrede.

Op een zondag in 2013 hoorde ik op de christelijke televisiezender Family7 een preek van een Amerikaanse dominee. Hij zei: „Geef je hart aan Jezus.” Dat raakte me. Ik dacht: Dat wil ik, een persoonlijke relatie met God, met Jezus. Vanaf die dag zat ik elke zondag aan de buis gekluisterd. Op m’n telefoon zette ik een aantal apps met Nederlandse en Amerikaanse Bijbel­vertalingen. Ik bad mee met de dominee en ging zelf ook elke ochtend bidden, bijvoorbeeld: „God, hier ben ik. Dank U voor deze dag. Wilt U me helpen als ik straks naar buiten ga om mensen liefdevol te behandelen?”

Ik merkte dat ik begon te veranderen. Vroeger vloekte ik veel, maar dat kon ik niet meer. Als ik anderen hoor vloeken, doet me dat pijn, en soms zeg ik er iets van. Ik wilde steeds meer over Jezus horen. Een dominee zei dat het belangrijk is om andere christenen om je heen te hebben, maar ik wist niet waar ik heen kon gaan. Totdat ik op een avond een interview met Arjen op tv zag. Hij vertelde over een gemeente in Wateringse Veld. Dat is vlak bij mij in de buurt. „God, dank U wel”, zei ik.

Ik heb de website van BOEI 90 opgezocht en ben er eind september voor het eerst naar de kerk gegaan. Ik werd er warm onthaald, kreeg koffie en thee, heb er fijn met mensen gepraat. Het gebed in de dienst raakte me: „We zitten hier allemaal met onze ellende.” Sindsdien kom ik er bijna elke week. Ik kijk er iedere keer naar uit. In de dienst gaat het niet om rituelen, maar om bidden, zingen en de uitleg van de Bijbel. Dat laatste mag van mij gerust twee uur duren. Ik heb een enorme honger naar de boodschap.

Op zondag schenk ik voor en na de dienst koffie en thee. Ik doe mee aan een Bijbelstudiegroep. We bespreken het Bijbelboek Jakobus. Ik wil ook de Alpha-cursus gaan volgen. Soms lees ik iets in de Bijbel wat ik niet direct snap, maar de Heilige Geest is mijn Leraar, Die me helpt dingen te begrijpen zoals Hij ze heeft bedoeld. Romeinen 8:28 is een belangrijk vers voor mij: Voor wie Hem liefhebben, doet God alle dingen meewerken ten goede. En 1 Korinthe 13:4 en 5: „De liefde is geduldig en vol goedheid. Ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan.” Dat is mooi om steeds voor ogen te houden.

Ik ben volgeling van Jezus geworden. Dat betekent niet dat ik heilig ben. Satan trekt aan me, vooral als ik zwak of moe ben. Dat staat zo mooi in Romeinen 7:18 en 19. Op eigen kracht red ik het niet; ik heb Gods kracht nodig. Ik heb nu vrede in mijn hart. Daar praat ik steeds meer over met andere mensen, want dat gun ik hun ook.”


BOEI 90

De protestantse en de hervormde gemeente Wateringen namen in 2007 het initiatief om present te zijn in de Haagse wijk Wateringse Veld. De Vinex-wijk telt zo’n 24.000 inwoners, van wie circa twee derde autochtone Nederlanders. Daarnaast is er een groep allochtonen, onder wie Hindoestanen, Turken en Marokkanen. Met steun van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de IZB (voor zending in Nederland) werd Arjen ten Brinke als missionair pionier in de wijk aangesteld. Het initiatief heet BOEI 90 en behoort tot de eerste generatie missionaire pioniersplekken (voor 2012 van start gegaan) die vanuit de PKN worden ondersteund. Inmiddels heeft Ten Brinke er de status van voorganger. Na een fulltimedienst­verband is hij sinds 1 januari nog voor 50 procent aan de gemeenschap verbonden. Ook werkt hij voor International Justice Mission (IJM), een christelijke mensen­rechtenorganisatie die wereldwijd mensen bevrijdt uit slavernij.

>>boei90.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer