Nieuw sprinklersysteem voor Martinitoren
Majestueus verheft zich de Groningse Martinitoren boven de stad. Ooit was de toren een uitkijkpost voor de brandwachter, nu gaat de aandacht uit naar de brandveiligheid van de toren zelf. Om het ’gezicht’ van Groningen voor de toekomst veilig te stellen, krijgt de toren binnenkort een nieuwe interne sprinklerinstallatie. Het oude buizensysteem dat bij brand bluswater naar boven stuwt, is doorgeroest.
Duiven hebben zich toegang verschaft tot de toren. De vloer ter hoogte van de eerste trans -een buitenomloop- is bedolven onder een laag uitwerpselen van de vogels. Af en toe fladdert een duif verschrikt op als een van de zes steigerbouwers met ijzeren buizen wat herrie produceert. De monteurs zijn op een hoogte van 44 meter bezig om de nieuwe 6 meter lange en zo’n 15 centimeter dikke ijzeren buizen met elkaar te verbinden. De kieren tussen de planken zijn net breed genoeg om een blik in de diepte te werpen. Het hoogste punt dat per trap bereikt kan worden en tot waar de sprinkler vervangen wordt, is nog twee keer zo hoog.
„Midden jaren ’90 is bij een grote renovatie het onderste deel van het sprinklersysteem vervangen tot op 40 meter hoogte. Bij de jaarlijkse controle bleek dat ook de rest van de buizen slecht werd”, vertelt André Tervoort. Hij beheert voor de gemeente Groningen drie monumentale torens in de stad. „Het was geen gemakkelijk karwei de zware buizen naar boven te krijgen. Zo’n drie weken geleden begonnen we met het optakelen van steigermateriaal. Pas toen dat op de goede plek lag, konden we de zware ijzeren buizen van het nieuwe sprinklersysteem naar boven brengen. We hadden een telescoopkraan gehuurd die kon reiken tot 75 meter hoogte. Maar de wind was die dag zo hard dat we de buizen niet op de juiste plaats konden manoeuvreren. We hebben het karwei ’s nachts geklaard, omdat er toen veel minder wind stond.”
De Martinitoren -in de volksmond ook wel „d’ Olle Grieze” genoemd vanwege de steenkleur- is inclusief de windvaan 96,80 meter hoog. Dat is iets kleiner dan in 1554. In dat jaar priemde de toren 118 meter de lucht in. Drie jaar later gaat de torenspits in vlammen op, omdat op de toren vreugdevuren worden ontstoken bij het vertrek van een Waals soldatengarnizoen uit de stad. Pas in 1627 krijgt de Martinitoren een nieuwe spits, die identiek is aan de huidige. In 1836 wordt de toren door de bliksem getroffen en ontstaat opnieuw brand.
Branden lijken dus het grootste gevaar voor de Martinitoren. Tervoort bevestigt dat. „Daarom vervangen we het sprinklersysteem. Ladders en blusapparatuur van de brandweer reiken maar tot een hoogte van 35 meter”, aldus de torenbeheerder.
„Het sprinklersysteem begint overigens niet meteen te sproeien, omdat op grote hoogte een gebrek aan druk ontstaat. De brandweer sluit bij calamiteiten een slang aan op het begin van de sprinklerinstallatie, dat zich op zo’n 4 meter hoogte buiten de torenmuur bevindt. Met grote pompen en een enorme druk van zo’n 15 bar kan het water naar het hoogste punt van de toren worden gestuwd.”
Maar bij een eventuele brand is niet alleen brandbestrijding van belang. Ook mensen die in de toren aanwezig zijn, moeten gered worden. Daarvoor heeft de Martinitoren een veiligheidsplan. Bezoekers lopen bij de ingang van de toren door een elektronische poort die hen registreert. De brandweer kan dan bij calamiteiten in één oogopslag zien hoeveel mensen zich nog in de toren bevinden.
Bang hoeven mensen die zich bij brand in de toren bevinden niet te zijn, aldus Tervoort. „Als er brand uitbreekt, moeten de torenwachters de mensen in veiligheid brengen op de eerste twee transen. Daarop kunnen in totaal 175 mensen staan, het maximum dat tegelijk de toren mag beklimmen. In principe ben je op zo’n trans veilig. In de binnenkant van de toren kunnen we brand uit laten woeden. De muren -onderaan niet minder dan 3 meter dik- zorgen ervoor dat het vuur de mensen op de trans niet kan bereiken.”