Dat werd donderdag duidelijk op de generale synode in Lunteren, tijdens de bespreking van het verslag ”Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden, worden weer buren”.

In dit document doen de scriba van het moderamen van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, en H. Zegwaart van het Landelijk Platform Pinksterbeweging verslag van de gesprekken tussen de pinksterkerken en de Protestantse Kerk die in 2008 van start gingen.

„We zijn in het gesprek de uitdagingen niet uit de weg gegaan”, aldus dr. Plaisier. In het rapport is aandacht voor de doop, de doop met de Heilige Geest, het ambt en het thema ”Geest en traditie”. Volgens Zegwaart hebben beide tradities „elkaar hard nodig.”

Namens de commissie van rapport reageerde voorzitter ds. R. J. van Elderen. Hij merkte op dat de commissie geen commentaar gaf op wat er uit de dialoog is gekomen, maar dat zij wel heeft gekeken naar hoe de positie van de kerk in het verslag is verwoord. De formulering dat de doop „een genadegave van God” is, vond de commissie „nogal losjes.” Zo staat er: „Weliswaar is het de mens die zich laat dopen of gedoopt wordt, maar voorop staat dat de doop een instelling van God is, een aanbod aan ons mensen en een verkondiging van Gods genade aan allen.” Ds. Van Elderen: „Worden we juist ook niet opgeroepen om de doop te ontvangen?”

Verder stelde ds. Van Elderen aan de orde dat pinkstergemeenten vaak dopen zonder verband te leggen tussen de doop en het lidmaatschap. „Aanwezigen in een doopdienst worden zelfs opgeroepen om zich te laten dopen.”

Ouderling A. S. Flikweert (classis Zierikzee) vroeg zich af of de synode „ook nog iets moet vinden van tongentaal.” Hij had dat in het verslag gemist. Ouderling E. R. Fledderus (Woerden, afgevaardigde van de lutherse synode) reageerde: „Als PKN hebben we onze eigen tongentaal, namelijk zingen. Ik zing dingen die ik niet zou kunnen zeggen. Dat is dus tongentaal.”

In de besluitvormingsronde nam de synode een zestal aanbevelingen unaniem over: het stimuleren van ontmoeting op plaatselijk en regionaal niveau; het samenwerken op plaatselijk, regionaal en landelijk vlak; het organiseren van gezamenlijke diensten; de theologische dialoog tussen voorgangers; de waardering van elkaars ambten en bedieningen en de waardering van de waarde van elkaars genadegaven.

Aan het eind van de bespreking nam P. Sleebos, voorzitter van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten (VPE), het woord. Hij bood zijn verontschuldigingen aan voor alles wat de pinksterkerken de Protestantse Kerk hebben aangedaan. Dr. B. Plaisier bood in 2008, toen hij synodepreses was, zijn excuses aan voor de minachting waarmee vroeger over de pinksterkerken was gesproken.

In de synodevergadering werd afscheid genomen van dr. R. de Reuver als voorzitter van de Generale Raad van Advies, een belangrijk adviesorgaan van de synode. Hij wordt opgevolgd door dr. H. E. Wevers uit Den Haag.