AIVD weigert honderden mensen in luchtvaart
ZOETERMEER. Voor honderden medewerkers in de burgerluchtvaart steekt de inlichtingendienst AIVD zijn hand niet in het vuur, blijkt uit het woensdag gepresenteerde jaarverslag over 2014.
De geheime dienst deed vorig jaar –samen met politie en marechaussee– bijna 40.000 zogeheten veiligheidsonderzoeken. Het gaat dan om speurwerk naar mensen die –willen gaan– werken in vertrouwensfuncties waarbij de nationale veiligheid in het geding is en staatsgeheimen een rol spelen. Iemand kan pas een vertrouwensfunctie vervullen als de AIVD een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) heeft afgegeven. In bijna 1000 gevallen trapte de geheime dienst op de rem: de VGB kwam er niet óf werd ingetrokken. Het betrof „merendeels functies in de sector burgerluchtvaart.”
De –dreiging van– digitale spionage neemt toe. „Veel andere mogendheden zijn geïnteresseerd in onze hightech, economische en wetenschappelijke kennis en proberen die onder andere via digitale kanalen te bemachtigen”, schrijft minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) in het jaarverslag.
Digitale spionageaanvallen blijven vaak „jarenlang” onopgemerkt, stelt de geheime dienst. „Dan kan de omvang en impact van de schade voor de getroffen organisatie enorm zijn.”
De AIVD kwam vorig jaar niet alleen digitale aanvallen op overheidsinstellingen op het spoor, maar stuitte ook „veelvuldig” op het digitaal bespieden van het Nederlandse bedrijfsleven. „Zo waren er aanvallen op bedrijven binnen de hightech-, agrarische, tuinbouw-, maritieme, energie- en chemiesector. Die aanvallen zijn vooral gericht op het vergaren van vertrouwelijke informatie over investeringen, fusies en aanbestedingen.”
Nederland is voor digitale spionnen niet alleen een doelwit, maar ook een „ideale doorvoerhaven”, schrijft de AIVD. Vergelijkbaar met de functie van de Rotterdamse haven in het internationale transport over water. „Neder- land beschikt over veel bandbreedte, een van ’s werelds grootste internetknooppunten en legio mogelijkheden voor het huren van servers en serverruimtes.”
Er zijn volgens de geheime dienst vooralsnog geen aanwijzingen dat terroristische groeperingen via digitale aanvallen in Nederland toegang hebben gekregen tot vertrouwelijke informatie dan wel digitale of fysieke infrastructuur hebben gesaboteerd.