ICT hoog op agenda bij scholen
Grotere deskundigheid van de leerkrachten en ondersteuning bij de onderwijsinhoudelijke vernieuwing. Dat zijn de belangrijkste wensen van schoolbesturen bij de verdere invoering van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in het onderwijs.
Deze wensen komen naar voren in een NIPO-onderzoek waarvan woensdag de uitkomsten werden gepresenteerd tijdens een congres van de Stichting ICT op School. Deze stichting is afgelopen zomer door de onderwijsorganisaties opgericht om het gebruik van ICT in de scholen te stimuleren. Stichtingsvoorzitter mr. S. J. Steen presenteerde woensdag een boek waarin en een cd-rom waarop veertig scholen hun ICT-ervaringen vertellen.
De afgelopen jaren is er binnen het onderwijs op computergebied enorm veel gebeurd, zei een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs tijdens het congres. De overheid deed daarbij ook een duit in het zakje, want de 1,1 miljard gulden die in het regeerakkoord als ICT-investering was afgesproken, is inmiddels bijna verdubbeld.
De meeste scholen beschikken nu over voldoende computers, zei de onderwijsambtenaar, die minister Hermans verving. Veel scholen beschikken ook over een netwerk, zodat de computers met elkaar in verbinding kunnen worden gebracht. Inmiddels hebben 9000 scholen een aansluiting op kennisnet, het informatienetwerk voor het onderwijs. De aanleg van de kennisnetkabel is vertraagd, maar moet op 1 juli voltooid zijn. Veel docenten hebben zich inmiddels laten bijscholen, onder meer door het behalen van het digitaal rijbewijs. Ze werken ook wel met de computer, maar de toepassing in de lespraktijk stuit nog op aarzelingen.
De sprong voorwaarts die is gemaakt, wordt duidelijk in het gisteren gepresenteerde onderzoek, waarbij zowel het basis- als het voortgezet onderwijs was betrokken. „Het lijkt allemaal wel erg mooi”, erkende prof. dr. R. J. Simon, bestuurslid van de Stichting ICT op School. „Hoeveel sociale wenselijkheid er in de antwoorden zit, daar komen we nooit achter.”
Uit het onderzoek blijkt wel dat de scholen om concrete handreikingen voor het inpassen van ICT in de lespraktijk verlegen zitten. Bij de schoolbesturen scoort ICT hoog op de agenda. De besturen vergaderden het afgelopen jaar gemiddeld één keer per maand en op de helft van die vergaderingen stond ICT op de agenda. Schoolbesturen zien daarbij hun rol vooral op strategisch niveau: toedeling van geld, het bevorderen van deskundigheid en de ontwikkeling van een visie op het gebruik van ICT in het onderwijs.
De besturen in het basisonderwijs zijn bij de invoering van ICT nauwer betrokken dan die in het voortgezet onderwijs. In het basisonderwijs laat 16 procent van de besturen ICT over aan het schoolteam; in het voortgezet onderwijs 43 procent. Verder zoeken meer schoolbesturen in het basisonderwijs samenwerking met andere scholen (44 procent) dan in het voorgezet onderwijs (30 procent). Die samenwerking blijkt positieve effecten te hebben.
„De ICT-visie wordt nog te vaak ontwikkeld door het bestuur zonder dat het personeel erbij betrokken is. Dat werkt absoluut niet”, waarschuwde prof. Simon woensdag tijdens het congres. Simon is verbonden aan het ”Expertisecentrum ICT in het onderwijs” van de Universiteit Utrecht. Hij schilderde de voordelen die ICT het onderwijs brengt: meer flexibiliteit, meer differentiatie, meer mogelijkheden voor individuele hulp en voor vakoverschrijdend onderwijs, beter en vaker toetsen, meer ontdekkend leren en de kinderen leren samenwerken en anderen hulp te bieden.