Anglicanen spreken over parallelle kerk
LONDEN. Moet er in de Anglicaanse Kerk in Engeland een aparte structuur komen voor behoudende kerken en geestelijken? Die vraag ligt deze week voor op een conferentie van Gafcon, een netwerk van conservatieve anglicaanse geestelijken.
Stel: je staat aan het hoofd van een kerk die van bovenaf wordt aangestuurd. Onder je leiding vallen zo’n vijftig bisschoppen en daaronder duizenden priesters en lagere geestelijken. Op zekere dag komt een aantal geestelijken van buitenlandse zusterkerken op bezoek. Ze zijn bezorgd.
De buitenlanders komen niet praten, maar gaan in een afgesloten zaal, samen met bezorgde geestelijken uit je eigen land, nadenken over het opzetten van een eigen, aparte kerkstructuur, binnen je eigen kerk. Zeg maar rustig: een kerkscheuring.
Zo ongeveer moet de situatie zijn waarmee Justin Welby, de aartsbisschop van Canterbury en leider van de Anglicaanse Kerk, zich geconfronteerd ziet. Tot en met morgen komen er in Londen bezorgde geestelijken bijeen. Ze zijn het niet eens met de liberale koers die vooral in anglicaanse kerken in het Westen lijkt te overheersen. Hun plan is na te gaan of het mogelijk is om in Engeland een zogenaamde parallelle kerkstructuur op te richten.
Het idee voor die parallelle structuur is niet nieuw. In de Verenigde Staten bestaan er al verschillende. Meest recent ontstaan is de Anglican Church in North America (ACNA). Deze werd opgericht in 2009, als een afsplitsing van de Episcopale Kerk, de hoofdader van het anglicanisme in Noord-Amerika. Beide kerken zijn verbonden met de wereldwijde anglicaanse gemeenschap, al is dat in het geval van de ACNA via een bijzondere constructie: met hulp van de Gafcon, waarin vooral conservatieve Afrikaanse bisschoppen zich profileren, werd een speciale kerkprovincie in Noord-Amerika opgericht.
Of zo’n parallelle structuur er ook in Engeland komt, is nog de vraag. Niet alleen zitten er de nodige kerkrechtelijke haken en ogen aan zo’n stap. Ook speelt een rol dat behoudende Engelse kerkleden nog wel de nodige invloed hebben in ‘hun’ Church of England. Die raken ze kwijt als ze besluiten om geheel of gedeeltelijk uit de kerk te stappen.
Toch vinden behoudende anglicanen in Engeland het langzamerhand welletjes wat er in de Church of England door de beugel kan. Recent werden alle ambten opengesteld voor vrouwen. Ook wringt de kerk zich in allerlei bochten om kerkelijke plechtigheden rond homohuwelijken te faciliteren. Bovendien lijkt liberale theologie van bovenaf te worden opgelegd aan gemeenten die daar niet van gediend zijn. Onlangs leidde dat tot een ontsporing in het relatief behoudende protestantse bisdom Southwark, bij Londen: daar liet een geestelijke een moslimgebed uitspreken in de kerk. Voor behoudende anglicanen opnieuw een bewijs dat de kerkelijke leiding gewantrouwd moet worden.
In Southwark namen kerkleden enkele jaren geleden al een vergaande stap: ze richtten een stichting op om hun kerkelijke bijdrage aan te kunnen geven. De stichting stelt het geld pas ter beschikking aan plaatselijke parochies als daar geestelijken functioneren die een orthodox-protestants geluid laten horen.
Of kerkleden echter bereid zijn om ook een vervolgstap te zetten, is nog ongewis. Maar voor aartsbisschop Welby is er reden genoeg om zich zorgen te maken.