„China hielp Pakistan met kernwapens”
China heeft Pakistan blijkbaar geholpen bij het bouwen van kernwapens. Dat leiden onderzoekers volgens de Amerikaanse krant The Washington Post af uit de ontdekking dat bouwtekeningen voor kernwapens die een Pakistaans smokkelnetwerk aan Libië heeft geleverd oorspronkelijk afkomstig waren uit China. Of China wist dat de tekeningen werden doorgegeven aan Libië, laat de krant in het midden.
David Albright, een voormalig wapeninspecteur van de Verenigde Naties in Irak, noemde de Chinese handelwijze in de krant „onverantwoordelijk en kortzichtig.” De ontdekking roept volgens Albright de vraag op wat China nog meer aan Pakistan heeft geleverd en of ook Iran, Noord-Korea en wellicht andere landen via het netwerk van de Pakistaanse atoomgeleerde Abdul Qadeer Khan dezelfde stukken in handen hebben gekregen.
Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde zondag niet op een verzoek om commentaar. China is al lang een belangrijke militaire bondgenoot en wapenleverancier van Pakistan.
Libië droeg de documenten in november aan de Verenigde Staten over na de beslissing van de Libische leider Muammar Gaddafi afstand te doen van massavernietigingswapens en de wapenlaboratoria van zijn land te onderwerpen aan internationale inspectie. Volgens The Washington Post zijn de stukken bekeken door Amerikaanse en Britse experts en specialisten van het Internationaal Atoomenergie Agentschap, de nucleaire waakhond van de Verenigde Naties.
Het Chinese ontwerp dateert volgens experts uit de jaren zestig. Voor de eigen atoombom die Pakistan in 1998 liet ontploffen heeft Pakistan volgens Albright een moderner ontwerp gebruikt. De Libische documenten bevatten een handleiding voor de bouw van een 450 kilogram zware nucleaire implosiebom die op een grote ballistische raket gemonteerd kan worden. Ook zaten er technische instructies bij om onderdelen voor de bom de bouwen, schreef The Washington Post. De krant merkte op dat Libië geen raketten bezit die groot genoeg zijn voor een dergelijke bom, maar Iran en Noord-Korea wel.
De Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken James Kelly zei zondag dat het Noord-Koreaanse kernprogramma mogelijk geavanceerder is dan de Verenigde Staten tot nu toe geloofden. Hij baseert zijn conclusie op de bekentenis van de Pakistaanse kerngeleerde Khan dat hij kerntechnologie aan Pyongyang heeft verkocht.
„De recente bekentenis van de Pakistaanse Khan suggereert op zijn minst dat het Noord-Koreaanse kernprogramma langer loopt en verder gevorderd is dan we hadden ingeschat”, aldus Kelly.
Abdul Qadeer Khan bekende deze maand dat hij kerngeheimen heeft verkocht aan Noord-Korea, Iran en Libië. Noord-Korea heeft die uitspraak afgedaan als een door de Amerikanen verzonnen leugen die een invasie in het stalinistische land moet rechtvaardigen.
De Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, Kharazzi, zei zaterdag tegen het Iraanse staatspersbureau IRNA dat zijn land nucleaire brandstof kan produceren en bereid is die aan het buitenland te verkopen.
Kharrazi sprak Amerikaanse beschuldigingen tegen dat Iran uranium verrijkt met het doel kernwapens te maken. Hij zei dat zijn land alleen een nucleair programma heeft om elektriciteitscentrales van brandstof te voorzien. De bewindsman maakte duidelijk dat het Iraanse volk niet tot compromissen bereid is als de nationale belangen in het geding zijn.
Afgelopen week werd duidelijk dat Iran het VN-atoomenergieagentschap IAEA heeft verzuimd mee te delen dat het ontwerpen van ultracentrifuges bezit. Die centrifuges worden voor het verrijken van uranium gebruikt. Diplomaten van de IAEA stelden dat daardoor de bereidwilligheid van het land om met het IAEA samen te werken opnieuw ter discussie is komen te staan.
De Verenigde Staten hebben sterke vermoedens dat Iran de ambitie heeft om kernwapens te maken. Washington heeft Teheran opgeroepen het voorbeeld van Libië te volgen, dat in december toegaf dat het bezig was met het verkrijgen van massavernietigingswapens.