Opinie

Oefenen in verlangen opdracht voor christelijk onderwijs

De Amerikaanse cultuurcriticus Neil Postman zei ooit: „We zijn in staat treinen op tijd te laten rijden, maar als ze niet de bestemming hebben die we willen, waarom zouden we ons dan nog druk maken?” Wat voor treinen geldt, gaat evenzo op voor het onderwijs. Beleidsmakers en docenten moeten het doel voor ogen houden. Ook al is dit niet altijd meetbaar.

dr. A. J. Kunz

14 April 2015 06:36Gewijzigd op 15 November 2020 18:08
Het gaat in het onderwijs, als het goed is, niet alleen om kennisverwerving, maar evenzeer om vorming. Beeld RD, Henk Visscher
Het gaat in het onderwijs, als het goed is, niet alleen om kennisverwerving, maar evenzeer om vorming. Beeld RD, Henk Visscher

De Britse filosoof Frank Furedi stelt dat onderwijs dient om kinderen de wereld te laten begrijpen. Daarvoor moeten zij kennisnemen van wat generaties voor hen over die wereld hebben bedacht. Docenten beantwoorden daarom niet alleen vragen van leerlingen; ze werpen ook nieuwe op. Vragen die leerlingen uit zichzelf niet zouden stellen. Het gaat niet alleen om kennisverwerving, maar evenzeer om vorming.

Furedi is niet de enige die waarschuwt tegen een beperkte visie op onderwijs. Hoogleraar pedagogiek Gert Biesta benoemt drie doelen van onderwijs: kwalificatie, wat leerlingen moeten weten en kunnen; socialisatie, het bijbrengen van een waarden- en normenpatroon en ten slotte persoonsvorming. Als de nadruk eenzijdig gaat liggen op kwalificatie, komen de andere onderwijstaken in het gedrang, zo waarschuwt hij.

Vergelijkbaar protest

Dr. Bram de Muynck, lector christelijk leraarschap aan Driestar educatief, geeft een vergelijkbaar protest tegen een economische kijk op onderwijs: niet alles van waarde is meetbaar. Concreet: toetsen zijn nuttig, maar niet alles valt te meten. En resultaten van het Cito mogen niet leiden tot een blikvernauwing, waarbij wel de resultaten zichtbaar zijn, maar het kind zelf buiten beeld raakt. De school is, om met dr. Kees Boele, bestuursvoorzitter van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen te spreken, geen bedrijf, maar een plaats waar kennis en wijsheid worden gedeeld.

In dit koor klinkt ook de stem van drs. Els van Dijk, docent aan de Evangelische Hogeschool in Amersfoort. Gisteren kwamen enkele honderden mensen uit onderwijsland bij elkaar naar aanleiding van haar jongste boek ”Oefenen in verlangen”.

Na ”De hunkerende generatie” raakt Van Dijk opnieuw een belangrijk punt: de vormende betekenis van het onderwijs. De titel van haar boek is al een protest tegen een economische kijk op het onderwijs. Beleidsmakers op het ministerie denken vooral in termen van opbrengstgericht onderwijs en excellentie. Doel van het onderwijs is dat Nederland zijn positie in de toptien van de kenniseconomie behoudt, en het liefst een plaats bij de beste vijf bemachtigt. Maar kan, bij alle erkenning van het feit dat docenten goed onderwijs moeten geven, excellentie een doel zijn? Wat is er dan precies bereikt? Wie treinen op tijd kan laten rijden, maar de bestemming niet weet, schiet letterlijk zijn doel voorbij.

Fundamentele onzekerheid

Nu is er ten aanzien van het doel van het leven in de westerse cultuur sprake van een fundamentele onzekerheid. Het ontbreekt aan een kader waarbinnen dingen een stabiele betekenis kunnen verwerven. Het verdwijnen van het geloof in God heeft een relativistisch of zelfs nihilistisch levensklimaat aangewakkerd. Wie jongeren wil motiveren, moet vandaag de dag met een goed verhaal komen. De nadruk op de kenniseconomie met perspectief op een goede baan is bedoeld als zo’n verhaal. Het waarheidsgehalte ervan staat echter ter discussie. Niet alleen vanuit christelijk perspectief. Hebben docenten hun leerlingen en studenten meer te bieden dan een plaats in de kenniseconomie?

Echte beweging ontstaat pas als er verlangen is. Dit biedt perspectief voor christelijk onderwijs vandaag. Christelijke docenten hebben een goed verhaal. Meer dan dat: hun onderwijs wortelt in het woord van Christus dat mensen niet bij brood alleen kunnen leven, maar bij alle woord dat uit de mond van God uitgaat. Verlangen oefenen, dat betekent: leren dat er meer is dan de waan van de dag. Het is leren om het leven in eeuwigheidsperspectief te zien.

Identiteitscrisis

Dit roept wel de vraag op wat leraren zelf verlangen. Dat die vraag ter zake is, mag blijken uit het Verusrapport ”Om eigenheid en openheid”, een onderzoek naar inspiratie, motivatie en levensbeschouwing van docenten in het christelijk voortgezet onderwijs. De resultaten zijn onthutsend. Het betreft weliswaar een klein onderzoek onder een brede groep scholen. Uit de dieptepeiling blijkt echter dat veel docenten in een identiteitscrisis zitten. Zonder er zelf al te veel last van te hebben, overigens. Veelzeggend genoeg komt het woord ”verlangen” in het onderzoek niet voor. Het is voor christelijke docenten in elk geval een spiegel: welk verhaal vertellen ze? Welk verlangen hebben ze?

Verlangen heeft dus te maken met de eeuwigheidsdimensie in het onderwijs. Natuurlijk is er het werk van alledag. Tafels leren, spellingsregels oefenen. Op het eerste gezicht heeft dat niets te maken met oefenen in verlangen. Het gaat er echter om, aldus Gert Biesta, dat de drie dimensies van onderwijs in evenwicht zijn: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. In het onderwijs leren kinderen rekenen, maar ze leren af om berekenend te zijn. En ze leren rekenen met een ander, en vooral: met God. Daar krijgt rekenen de taal van de liefde. Onderwijs is gericht op bekering, opdat kinderen God liefhebben boven alles en hun naaste als zichzelf. Er komt alleen echte beweging als het vuur vanbinnen is ontstoken en het verlangen naar God is ontbrand, aldus Van Dijk.

Heilige grond

Niet alle onderwijs gaat op in de Bijbelvertelling, maar die vertelling is wel een oefening in verlangen. Dat kan verder op de dag echter evengoed gebeuren. Om met de pedagoog W. ter Horst te spreken: als de docent ongestoord met zijn leerlingen bezig is, kan het gebeuren dat hij hen ineens meevoert naar een soort heilige grond, waar men even heel dicht bij elkaar is. Dicht bij zichzelf. Dicht bij een klein geheim of zelfs dicht bij het Grote Geheim – bij God. Dat zijn gouden momenten, waar we het allemaal voor doen. Daar krijgen leerlingen iets te zien van de werkelijkheid. Niet alleen van de zichtbare werkelijkheid, maar van de werkelijkheid van God. Zo bezien is onderwijs een middel in de handen van de Heilige Geest. Bekerend en vernieuwend. Hoeveel kinderen hebben de Heere Jezus via de juf of meester op school leren kennen?

Bij alle nadruk op excellentie moet het christelijk onderwijs het verhaal van echte excellentie vertellen. Geen verhaal van groot zijn in deze wereld ten koste van anderen, maar dienend leven voor Gods aangezicht. Op welke plek dan ook. En een christelijke onderwijzer gebruikt niet alleen een leerlingvolgsysteem, maar volgt leerlingen persoonlijk. Als een gids onderweg. Een gids met een verhaal: het verhaal van de daden van God die in Christus vlees en bloed werden.

Hierdoor wordt verlangen naar God gewekt en geoefend. Oefenen in verlangen heeft dus alles te maken met het vertellen van verhalen. Het beste verhaal dat er is: dat Christus levens van zondaren redt, zodat ze werkelijk toekomst hebben. Wie daar ernst mee maakt, zal bij het andere onderwijs niet verslappen. Onderwijzers zijn immers met kinderen bezig. Maar ze zullen ook de economische drift met een gezonde dosis scepsis bekijken.

Scores zijn immers maar één kant van het verhaal. Het verhaal van het onderwijs is veel rijker dan cijfers en statistieken. Wie zich oefent in verlangen, kan alleen maar tot de slotsom komen: ten diepste is alles genade. Echt christelijk onderwijs leeft van genade. Daar kan geen ander verhaal tegen op.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer