LTO vindt veevrije zones onnodig
Nederland kan veel geld besparen door niet langer te streven naar veevrije zones in het buitengebied. Landbouworganisatie LTO stelde vrijdag dat de kostbare zones uit de Reconstructiewet van toenmalig minister Van Aartsen „achterhaald” zijn.
Daarom is het beter om nu een streep te zetten door plannen voor varkensvrije zones, waarover nu nog in verschillende regio’s wordt gesproken, zegt LTO. De varkenshouderij heeft in de afgelopen jaren veel maatregelen getroffen om een snelle verspreiding van dierziekten te verhinderen.
Bovendien is het aantal transporten tussen veebedrijven onderling teruggedrongen en zijn er scherpere reinigings- en ontsmettingsmaatregelen voor de veewagens. Mede daarom vindt de landbouworganisatie de zones inmiddels ingehaald door de praktijk. Omdat veehouderijen beëindigd dan wel verplaatst moeten worden om deze zones te creëren, kost het plan volgens LTO „honderden miljoenen.”
Veevrije zones zijn stroken van enkele kilometers breed in het landschap waar zich geen varkenshouderijen mogen vestigen. Ze moeten onder andere dienen als buffergebied. De zones zijn bedacht na uitbraken van de varkenspest in Nederland in 1997 en 1998 en maken deel uit van de Reconstructiewet.
Het ministerie van Landbouw bekijkt op dit moment het nut van de beoogde varkensvrije zones, zo meldde een woordvoerster. Vooralsnog blijft dit plan uit de Reconstructiewet echter overeind. Volgens de woordvoerster vindt de minister het ondanks de genomen maatregelen nog te vroeg om dit deel van het plan in zijn geheel te schrappen.
De totale herindeling van de intensieve veehouderijgebieden in Oost- en Zuid-Nederland in het kader van die wet is kostbaar. Vorig jaar becijferden onder meer de ministeries van Landbouw en Ruimtelijke Ordening dat hier tot 2015 een bedrag van 7 miljard euro voor nodig is.
Hoewel verscheidene provincies nu plannen voor de reconstructie van hun buitengebied klaar hebben of hier de laatste hand aan leggen, stelde LTO dat die veevrije zones achterhaald zijn. De varkenshouderij heeft zelf al maatregelen getroffen om de verspreiding van besmettelijke dierziekten tegen te gaan. Veterinaire deskundigen steunen volgens de organisatie haar pleidooi dat maatregelen voor een betere hygiëne en minder contact tussen de verschillende bedrijven onderling betere wapens in de strijd tegen dierziekten zijn.
LTO heeft altijd beweerd dat de toegevoegde waarde van de varkensvrije zones zeer beperkt is. Sinds 1997 is het Europese beleid voor de bestrijding van besmettelijke dierziekten overigens ingrijpend gewijzigd. Belangrijke verandering is de mogelijkheid om bij een uitbraak dieren te enten. Dat is een veel effectievere maatregel tegen verspreiding van dierziekten dan veevrije zones, aldus LTO.