Eerste ambassadeurs van de TUA bijeen in Apeldoorn
APELDOORN. Nederlandse ambassadeurs vertegenwoordigen Nederland in het buitenland. Zo zijn er ook ambassadeurs van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) die de universiteit promoten in hun kerkelijke gemeente. Zaterdag liep de eerste lichting rond op de universiteit.
Een beetje onwennig zijn ze nog wel. Sommige van de vijftig kersverse ambassadeurs zijn nog niet eerder in het universiteitsgebouw geweest. Nu dus wel. Ze mogen een kijkje nemen in de senaatskamer met de foto’s van de oud-hoogleraren aan de wand, om te beginnen die van ds. F. P. L. C. van Lingen. Ze kunnen de universiteitsstaf van de pedel van dichtbij bewonderen, in de kelder de kluis met antiquarische boeken binnenstappen, en een kijkje nemen op de zolder in de relaxruimte van de studentenvereniging PFSAR.
Bestuursvoorzitter ir. W. J. A. Hanekamp vergast de ambassadeurs in spe in de aula op pittige multiplechoicevragen om hun kennis te testen. Hoeveel personeelsleden telt de TUA? Het zijn er 27. Welk percentage van de theologiestudenten wordt predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK)? Antwoord: 35 procent. Niemand heeft alle zeventien vragen goed.
Emeritus hoogleraar prof. dr. J. W. Maris voert een vraaggesprek met tweedejaarsstudente Hilde Bom. Hij vertelt dat de studenten in de jaren 60 van de vorige eeuw tijdens de colleges niets anders deden dan schrijven „tot ze er blauwe vingers van kregen.” Pas later kwam er aandacht voor didactiek.
Het echte werk begint in een bovenzaal, waar de deelnemers kleurige briefjes uitgedeeld krijgen waarop ze vragen en verwachtingen kunnen schrijven. Ze gaan stil en gedisciplineerd aan het werk, waarna ir. Hanekamp en rector prof. dr. H. G. L. Peels de volgeschreven briefjes op grote witte vellen papier plakken, netjes naast elkaar. Peter Roest uit Staphorst zegt in de wandelgangen dat het bij hem al begint te borrelen van de ideeën. „Ik was hier niet eerder geweest en had tot nu toe weinig idee van de TUA. Ik vind dit ambassadeurschap belangrijk, want er is meer interactie nodig tussen de gemeenten en de universiteit.”
Na de lunch gaat het naar de grote collegezaal, waar op basis van de input van ’s ochtends zeven onderwerpen op de flip-over staan: financiën, TUA Connect, onderwerpen, sociale media, presentaties, locatiebezoek en voorbede. De ideeën voor financiële steun borrelen op: crowdfunding, bazaars, gerichte projecten, donateurs, bibliotheek, vriendenkring. De ambassadeurs, die in maart zijn aangesteld, moeten een brugfunctie gaan vervullen tussen de eigen gemeente en de universiteit. Ze kunnen presentaties gaan geven en last but not least: ze kunnen in hun eigen gemeente voorbede vragen voor de Theologische Universiteit.