Over wie zouden deze droevige dagen komen? Het is over de stad Jeruzalem, het gezicht van de vrede, de belangrijkste stad van de hele omgeving. Jeruzalem was de stoel van de zuivere godsdienst, de plaats van de koningen van Juda. Nu is deze stad tot een hoer geworden en een moordkuil van de profeten. De Heere, die rechtvaardige Rechter, heeft Zijn boog gespannen en Zijn dodelijke pijlen erop gelegd om Jeruzalem te verderven. De stad, het land dat niet meer zou vloeien van melk en honig, maar van mensenbloed en tranen.Nu, in onze tekst, is de Heere gekomen als een medicijnmeester tot een zieke, als een goede herder tot de verloren schapen die verstrooid zijn op de bergen. „Ja, Ik kom als een kloekhen om uw kinderen, o Jeruzalem, te vergaderen onder de vleugelen van Mijn genade. Maar na Mijn dood die u Mij aandoet, zullen de dagen als verscheurende wolven over u komen. Die zullen Israël ten dele verscheuren en ten dele zullen zij het verstrooien uit zijn honigvloeiende land, over de gehele aarde.”

Zo wil Christus hier uitdrukken de droevige en donkere dagen die na Zijn dood zullen volgen met de verwoesting van de tempel en de stad Jeruzalem. Die dagen van straf zullen nog komen. Ninevé kreeg door Gods lankmoedigheid nog veertig dagen respijt. De Heere gaf aan de onvruchtbare vijgenboom vier jaren en honderdtwintig jaren aan de eerste wereld.

Casparus Carpentier, predikant te Amsterdam (Tranenvloed Jezu Christi, 1661)