Bussemaker wil door met databank topvrouwen
DEN HAAG (ANP). Minister Jet Bussemaker wil doorgaan met de nieuwe databank voor topvrouwen die geschikt zijn voor hoge posities in het bedrijfsleven. Ze laat maandag in een brief aan de Tweede Kamer weten dat er volgens haar sprake is van misverstanden over het initiatief. Die hoopt ze weg te nemen.
De Tweede Kamer riep haar vorige week op direct te stoppen met de databank, die Bussemaker samen met werkgeversorganisatie VNO-NCW opzette. De VVD vond als indiener van de motie dat de databank marktverstorend werkt, omdat werving- en selectiebureaus hier ook al mee bezig zijn.
Maar volgens Bussemaker, die naast Onderwijs ook verantwoordelijk is voor Emancipatie, is dat niet juist. De databank heeft een andere rol en is meer aanvullend op het werk van de selectiebureaus, waarmee ook afspraken zijn gemaakt. Ook levert stoppen praktische problemen op en is het onwenselijk voor de zeker zevenhonderd vrouwen die in vier maanden tijd zijn aangemeld, schrijft ze.
Ze wijst erop dat de Kamer zelf heeft afgesproken dat de raden van bestuur en raden van toezicht voor 30 procent uit vrouwen moeten bestaan. Maar dit gaat veel te traag, stelt de minister. In 2013 had nog maar 5,3 procent van de bedrijven die vallen onder de Wet bestuur en toezicht, de streefcijfers gehaald. Nederland wordt door veel landen ingehaald en het zal zonder extra inzet tot zeker 2027 duren voordat de bedrijven 30 procent van hun topfuncties door vrouwen laten bemannen.
Coalitiepartner de VVD reageert afwijzend op Bussemakers voornemen de databank door te zetten. VVD-Kamerlid Tamara van Ark twittert: „Verkeerde argumenten worden niet beter als je ze harder roept. Database topvrouwen is géén overheidstaak.”
Bussemakers eigen PvdA geeft de minister groot gelijk dat ze doorzet. „Het register kan als tijdelijk instrument het old boys network doorbreken. Nu al zijn zevenhonderd talentvolle vrouwen in beeld gebracht. Stoppen met iets wat succesvol lijkt te worden zou vreemd zijn. De PvdA staat voor meer vrouwen en diversiteit aan de top. Dat is niet alleen goed voor de kansen van vrouwen maar ook voor de prestaties van bedrijven.”