Kerk & religie

Prof. Van de Beek: Bijbel is getuigenis, geen historisch verslag

De Bijbel kun je niet als een historisch verslag lezen volgens prof. dr. A. van de Beek. „De Bijbel gaat pas spreken als we hem lezen als een getuigenis over God.”

Redactie kerk
10 April 2015 20:58Gewijzigd op 15 November 2020 18:05Leestijd 6 minuten
NIJKERK. In de christelijke gereformeerde kerk De Kandelaar in Nijkerk werd vrijdag een studiedag georganiseerd over het boek van prof. dr. A. van de Beek ”Schepping als lichtkring om het kruis”.  beeld RD, Anton Dommerholt
NIJKERK. In de christelijke gereformeerde kerk De Kandelaar in Nijkerk werd vrijdag een studiedag georganiseerd over het boek van prof. dr. A. van de Beek ”Schepping als lichtkring om het kruis”.  beeld RD, Anton Dommerholt

Dat stelde de emeritus hoogleraar theologie van de Vrije Universiteit (VU) vrijdag in Nijkerk tijdens een studiedag over zijn boek ”Een lichtkring om het kruis”.

Prof. Van de Beek erkende de Bijbel als het Woord van God, zelfs „van kaft tot kaft.” Maar God spreekt in de Schrift volgens hem op menselijke wijze. De theoloog stond wat langer stil bij de vraag naar de aard van de Schrift, omdat daarover de laatste eeuw juist in de scheppingstheologie grote spanning is ontstaan. „Bij de scheppingstheologie bestaat de neiging om alle teksten te lezen als letterlijke historische verslagen, en geen recht te doen aan cultuur, context en genre. Als je dat doet, kom je in de grootste problemen, die je alleen van je af kunt houden door ze te negeren en veel teksten te vergeten.”

De recente politieke geschie­denis stelt de kerk voor heel wat grotere vragen dan de astronomie of de biologie, aldus de emeritus hoogleraar. „Een heelal van 5 of meer miljard lichtjaren is geen probleem voor de belijdenis 
van een almachtige Schepper, 
eerder een expressie daarvan, maar de honderdduizenden doden in Syrië en de actualiteit 
van christelijke geschriften over de islam in de zevende eeuw 
zetten de belijdenis van een almachtige God wel onder druk.”

Met evolutie is het niet anders. „God werkt in Zijn schepping via schepselmatige factoren. Laten geologen en evolutiebiologen hun werk gewoon doen. We horen wel wat het resultaat is, en als het past, zullen we het inbrengen in de lofprijzing van de kerk.”

Dr. R. T. te Velde, recent benoemd tot docent theologie aan de Theologische Universiteit in Kampen (TUK) en aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven, noemde zijn „uiterste concentratie op Christus” kenmerkend voor prof. Van de Beek. „Een concentratie die zover gaat dat in feite alleen de Gekruisigde overblijft.”

Eerste dingen

In tegenstelling tot prof. Van de Beek was dr. Te Velde van mening dat dit geen reden is om de leer van de eerste dingen –de begintoestand van de wereld– te laten vallen, en alles wat over de wereld te zeggen valt te laten opgaan in de boodschap van menswording en kruis.

Dr. Te Velde gelooft stellig dat de gereformeerde theologie in Neder­land, met name in de neocalvinistische variant, een sterke focus op de leer van de eerste dingen heeft gehad. Deze was wellicht wat overtrokken. Bovendien is er de laatste anderhalve eeuw sprake van een „enorm slagveld” als de vraag naar het begin in termen van ”schepping versus evolutie” wordt bevochten. „Het lukt niet om dat debat vanuit de scheppings­theologie met een eenduidige klap te beslechten. Daarvoor zijn de vragen over het ontstaan van het heelal en het begin van leven te gecompliceerd.”

Onbereikbare verten

Toch zit er volgens dr. Te Velde theologisch gezien meer vast aan de vraag naar het begin. „Gevoels­matig verdwijnt het begin van de wereld in de miljoenen jaren van de evolutie in onbereikbare verten. Maar gaat dat theologisch verder helpen? Ik denk dat we de vraag naar het begin in absolute zin moeten stellen, nog even afgezien van de schaal van onze tijdrekening.”

God is volgens prof. Van de Beek alleen te kennen in het kruis van Christus. Maar, zo stelde dr. Te Velde, „is er zo wel sprake van een lichtkring om het kruis? Of is het veeleer zo dat aan het kruis ook God Zelf het licht uitdoet?”

Prof. Van de Beek, in reactie hierop: „Het begin is het handelen van God in oordeel en genade. God oordeelt het kwaad en redt het door het oordeel heen. De lichtkring van het kruis is niet dat er toch nog zo veel mooie dingen van de schepping zijn overgebleven, maar dat over het kruis het licht van Pasen valt. Er valt geen ander licht over deze wereld dan dit licht.”

Eigen geschiedenis

„Kan dat eigenlijk wel: de Bijbel lezen vanuit christologisch 
perspectief?” zo vroeg prof. dr. 
E. Talstra, oudtestamenticus aan de VU. „Nemen we de Bijbel­teksten niet hun eigen geschiedenis af en bouwen we ons geloof in de teksten als we ze met het oog op Jezus lezen?”

Hij kon op grond van de exegese van het Oude Testament wel meegaan met de stelling van prof. Van de Beek dat er een tweedeling is in de geschiedenis van de wereld: er is oud en er is nieuw, geen driedeling in de zin van een verloren paradijs. De komst van Jezus naar de aarde is niet slechts „een intermezzo tussen verloren paradijs en voleinding. Alleen, waarom hoort christologisch lezen automatisch bij de tweedeling? Als er al voor de grond­legging van de wereld fundamentele dingen gebeurden, hebben we dan toch niet opnieuw een driedeling, met nu de schepping als intermezzo?”

Te terughoudend

Dr. J. H. F. Schaeffer, docent aan de TUK, ging in op de ethische aspecten van prof. Van de Beeks boek. Het thema van het leven vanuit de macht van de Gekruisigde over deze wereld zag hij als de kern van diens betoog. Maar prof. Van de Beek is vervolgens te terug­houdend in het uitwerken van dat nieuwe leven. „De persoonlijke dimensie van Gods macht en belofte aan de mens ontbreekt bij prof. Van de Beek. Omdat Christus en de schepping uiteindelijk samenvallen, hoeft er geen wezenlijke aandacht te zijn voor wat christelijk leven betekent en hoe het gestalte krijgt.”

Prof. Van de Beek stelde daarop dat de roeping van de kerk is om met name aan jongeren een diepere oriëntatie te geven in een wereld van sociale media waarin je voortdurend alert moet zijn en moet reageren. „Als de kerk een taak heeft, dan is het om jongeren weerbaar te maken om slachtoffer te zijn.”


Dr. Te Velde: Er is een staat der rechtheid

De christelijke scheppings­theologie heeft, in de lijn van Augustinus en de middel­eeuwse theologie, gesteld dat Gods eeuwige bestaan aan alles voorafgaat en van niets afhankelijk is, stelt dr. R. T. te Velde. „Het minimum van de christelijke scheppingsleer is dat de onderscheiding tussen het eeuwige en het tijdelijke wordt vastgehouden. Laten we die los, dan loopt vanaf het begin alles vast in een kolossale kortsluiting.”

Dr. Te Velde wil het radicale onderscheid van goed en kwaad strikt handhaven. Het goede is het eigenlijke en het oorspronkelijke. Dat is het bestaan dat uit Gods handen komt. Het kwade is daarvan de afbreuk, de omkering.

Hier ligt volgens hem de diepste, theologische reden om –contra prof. dr. A. van de Beek– aan de „staat der rechtheid” vast te houden. „Het goede is Gods oorspronkelijke schepping en bedoeling. Hieraan blijft Hij al het nakomende kwaad afmeten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer