„Jongere wil vooral goede vragen horen”
AMERSFOORT. Jongeren hebben vooral behoefte aan goede vragen, minder aan antwoorden. Het is een kenmerk van de christelijke opvoeding om daar rekening mee te houden.
Die boodschap klonk vrijdagmiddag in de Amersfoortse Brugkerk bij de presentatie van het boek ”Oefenen in verlangen” van drs. Els van Dijk, directeur van de Evangelische Hogeschool (EH).
Een jongere vertelde dat op haar middelbare school nauwelijks wezenlijke vragen aan de orde kwamen. „En als ze wel werden gesteld, werd ik niet dorstig gemaakt naar het antwoord. Goede vragen helpen je verder, maar dan moeten volwassenen wel de wereld van jongeren kennen.”
Prof. dr. Paul van Geest, rooms-katholiek theoloog en Augustinuskenner, reageerde verrast. „Dit betoog is ontzettend augustijns. Bij Augustinus roept elk antwoord twee nieuwe vragen op. Een kenmerk van christelijk opvoeden, is het stellen van goede vragen.”
Volgens Van Geest spreekt Augustinus op twee manieren over verlangen. „Door een evenwichtig leven –doe alles met mate– en een serene omgang met elkaar, kun je verlangen oefenen naar geestelijke schoonheid. Maar Augustinus zegt ook: Alles wat wij aan goeds ondernemen, doen we niet uit eigen kracht, want we zijn gepokt en gemazeld in hoogmoed en vraatzucht. Om daarvan bevrijd te worden, hebben we genade nodig.”
Volgens EH-directeur Van Dijk verdienen jongeren het dat opvoeders bewogen zijn. „Wekken wij het verlangen naar God bij jongeren op, maken wij hen dorstig, of leggen we onze denksystemen aan hen op? Met kennis redden we het niet. We hebben tact en vindingrijkheid nodig om jongeren niet tot hyperindividualisten op te voeden, maar tot mensen die floreren in gemeenschappen: het gezin, de kerk, de school.”
Ook Van Dijk citeerde Augustinus: „God heeft zout in onze mond gelegd opdat we zouden dorsten naar Hem.” Ze noemde Jezus „de beste pedagoog”, want „Hij stelde vlijmscherpe vragen.” De EH-directeur refereerde aan de geschiedenis met Zacheüs om duidelijk te maken wat Bijbels verlangen is. „Als Jezus Zacheüs in de boom ziet, geeft Hij hem geen uitbrander, maar zegt: Ik verlang ernaar in uw huis te zijn.”
Dr. Bram Kunz, godsdienstdocent aan Driestar educatief in Gouda, brak een lans voor het vertellen van verhalen. „Die nemen je mee naar andere tijden, andere werelden. Ze nodigen je uit verder te kijken dan de waan van de dag.”
Hebben christelijke scholen een verhaal? vroeg Kunz. „Ja, ze hebben het verhaal met een hoofdletter. Het verhaal van het leven met God. Dat geeft richting, opent deuren. Docenten moeten echter niet alleen verhalen vertellen, ze moeten een verhaal zijn. Dat kan alleen vanuit het geloof in de God Die leeft.”
De Driestardocent citeerde pedagoog dr. Wim ter Horst: „Hij had zijn reserves bij het woord ”Bildung”. Dat vond hij te Pruisisch-Duits. Zo van: dat doen we even. Ter Horst sprak liever over inwijding. Als dat gebeurt op school, zijn dat gouden momenten. Het gaat er niet om dat wij de wereld veranderen, maar dat God óns verandert.”