„Tucht Genève leidde niet echt tot verdieping”
GRAND RAPIDS. De reformatie van de kerk wordt vaak getypeerd door de Latijnse woorden „Semper Reformanda.” Daarmee wordt bedoeld dat we gereformeerd zijn omdat we het ook telkens weer moeten worden.
In Grand Rapids (VS) vindt van woensdag tot en met zaterdag het tweejaarlijkse congres van de Calvin Studies Society plaats. Het thema van het congres is ”Semper Reformanda: Calvin, Worship and Reformed Traditions”.
Een moderne uitleg van eerdergenoemde uitdrukking is dat alles altijd weer anders moet worden gezegd en gedaan dan in vorige generaties gebruikelijk was. De vraag is of dit een juiste interpretatie is. In ieder geval is er dan wel een gespannen verhouding met het woord dat Calvijn op zijn sterfbed sprak tot zijn geestelijke nazaten: er mocht na zijn dood niets veranderd worden in Genève.
Toch betekent goed gereformeerd zijn ook niet zonder meer dat alles koste wat het kost bij het oude moet worden gehouden. Het gaat erom dat datgene wat wezenlijk is voor het geloof en de praktijk van de kerk der eeuwen vanuit de Schriften duidelijk wordt, en dat er in alle generaties gekend en bewaard wordt wat de Geest daarin tot de gemeente spreekt.
Dr. Jason Zuidema opende de eerste dag met een lezing over een boek van Guillaume Farel dat als titel heeft ”Le Glaive de la Parole véritable” (”Het zwaard van het waarachtig Woord”). Daarin keert de reformator uit Neuchâtel zich tegen de zogenaamde libertijnen, met wie Calvijn in Genève ook heel wat te stellen had.
Farel doet dat met een grote „simpelheid”, die kenmerkend is voor deze reformator. Het is vanuit de Schrift zonder meer duidelijk wat de ware leer is. Alles wat daarvan afwijkt, is ketters. We hoeven niet moeilijk te doen over de wil van God, die is duidelijk genoeg vanuit de Heilige Schrift. Over de manier waarop God gediend moet worden, bijvoorbeeld ook in het heilig avondmaal, is de Schrift zo helder als het maar zijn kan. Het komt erop aan dat we in gehoorzaamheid ons daaraan onderwerpen.
Eenvoud is het adagium van Farel. Toch kwam tijdens de discussie de vraag naar boven of het soms ook niet in de discussie met tegenstanders „te simpel” kan worden. In ieder geval was Calvijn niet direct zo positief over dit boek van Farel.
In de tweede sessie nam dr. Karin Maag, directeur van het Meeter Center for Calvin Studies, ons mee naar Genève. Puttend vanuit de belangrijke bron van de notulen van het consistorie, liet ze zien hoe de raad van de stad via de kerkelijke tucht probeerde om alle inwoners van Genève vrij te houden van vreemde smetten.
Toch heeft dit alles niet echt geleid tot een wezenlijke verdieping van het reformatorische karakter van de stad. Dr. Maag eindigde haar betoog met de opmerking dat aanvankelijk „de veldslag wel gewonnen leek, maar de oorlog uiteindelijk verloren werd.”